Verdwenen groen - 19de-eeuwse tuinen en parken in Utrecht
In de 19e eeuw was de Utrechtse binnenstad aanzienlijk groener dan hij nu is. Er waren nog kanunnikenhuizen met achter- én voortuinen, patriciërshuizen met tuinen waar je in kon verdwalen en sommige huizen hadden niet alleen een achtertuin, maar ook een ‘overtuin’. Sommige koffiehuizen hadden een groene uitloop, grenzend aan de grachten, waar life muziek te beluisteren viel en de zusters-diaconessen plaatsten hun patiënten met bed en al in hun lommerrijke tuin aan de Oudegracht. Het meeste groen was voor de welgestelden, maar ook wijk C had een groene long: het Oranjepark. De stad had nog ruimte; in 1803 startte een jonge ambitieuze tuinarchitect een boom- en plantenkwekerij, nota bene naast de Domtoren!
Michiel Plomp neemt ons mee naar een nagenoeg autoloze binnenstad en een stad van de grote oude bomen die Utrecht toen nog rijk was. Het wordt ‘gluren bij de buren’, maar dan 150-200 jaar terug en niet in huis, maar in de tuin. We ontmoeten daar allerlei mensen, zoals een fotograferende hoofonderwijzer, een uit Indië afkomstige luitenant-kolonel bij de artillerie, een tuinierende kantonrechter, een theologieprofessor met een artistieke dochter, enz., enz. Te midden van dit bonte gezelschap zitten ook nationaal-bekende figuren, zoals pensionhoudster Oranje Ka, de schrijver Nicolaas Beets en de eerste koning van Nederland Lodewijk Napoleon. ‘Verdwenen groen’ biedt een nieuwe en frisse kijk op de stad en haar bewoners in de 19de eeuw. Via de tuinen ziet u en hoort u over Utrechtse geschiedenis, vanuit een nog niet eerder bestudeerd perspectief.
Let wel: dit is geen lezing over bloemen en planten of over hoe richt ik mijn nieuwe border in, maar een bloemlezing van de tuinengeschiedenis van de stad Utrecht.
Geen knop, dan is het uitverkocht.