Het erfgoed van Sandwijck en het Carel van Boetzelaerpark

Eeuwenlang lagen er kloosters en landgoederen tussen Utrecht en De Bilt. Recent kwam het huis Sandwijck in het bezit van Stadsherstel Utrecht. Het landgoed is eigendom van Het Utrechts Landschap en is te bezoeken voor een wandeling. Hier aandacht voor het landgoed Sandwijck, de familie van Boetzelaer en het Carel van Boetzelaerpark van gemeente De Bilt.

Sandwijck
Het huis Sandwijck ligt aan het water van de Biltse Grift. De hoofdingang bevindt zich in de linkerzijgevel en heeft een mooi gedetailleerd houten rondboogportiek. Opvallend zijn de roze gietijzeren draagconstructies van de balkons. Van oorsprong was Sandwijck een uithof van het klooster Oostbroek, op het gelijknamige landgoed in het zuidelijkste puntje van gemeente De Bilt.

Huis Sandwijck

Voorkant Sandwijck

Ingang Sandwijck

Park bij Sandwijck

Slingervijver Sandwijck

Slingervijver Sandwijck 2

In 1644 werd het landgoed gekocht door C. Utenhoven. In de 17e eeuw, werd er een boerderij gebouwd. Deze boerderij kwam door vererving in het bezit van Adriana Voet van Winssen in 1759. Door haar werd in 1770 opdracht gegeven de boerderij te vervangen door een buitenhuis. In 1854 kwam het huis en landgoed via vererving bij Elisabeth Charlotta Petronella Both Hendriksen (1809 – 1880). Zij was een nakomeling van Pieter Both, die in 1609 de eerste Gouverneur-Generaal van Nederlands Indië werd. Sinds 1872 was zij weduwe van Mr. Christiaan Willem Johan baron van Boetzelaer van Dubbeldam (1806 – 1872), met wie ze in 1835 trouwde. Hij was kamerheer in buitengewone dienst van de koningen Willem I, II en III en ook was hij lid van de Provinciale Staten van Utrecht en van de Gemeenteraad van Utrecht. Gedurende hun huwelijk hebben zij aan de Oudegracht in Utrecht gewoond. ‘s Zomers verbleven ze echter op hun ‘buiten’ in De Bilt, landgoed Sandwijck, dat Elisabeth van haar vader geërfd had. In die tijd grensde landgoed Sandwijck aan landgoed Eyckenstein.

Al begin 1800 had Sandwijck een landschappelijke parkaanleg, die rond 1833 waarschijnlijk gewijzigd is door tuinarchitect Hendrik van Lunteren naar de huidige vorm. In 1875 vond een grote verbouwing van Sandwijck plaats waarbij de gevel aan de Biltse Grift rijker werd vormgegeven.

Na de dood van Frans Nicolaas Marius Eyck van Zuylichem, de toenmalige eigenaar van landgoed Eyckenstein, verdeelde diens weduwe in 1876 het landgoed in stukjes om ze te veilen. Na twee dagen veilen deed Elisabeth Charlotta Both Hendriksen een bod op het geheel van 673 ha. Zo werd zij eigenares van Eyckenstein en het landgoed en vielen Eyckenstein en Sandwijck onder één beheer van de familie Boetzelaer. Het landgoed en huis Eyckensteyn is in 2021 nog steeds in handen van de familie van Boetzelaer. 

Baron van Boetzelaer

Baron dr. Carel Wessel Theodorus van Boetzelaer van Dubbeldam (1873-1956) was van 1906 tot 1919 zendingsconsul in Batavia. Hij werkte van 1922 tot 1937 als Tweede Kamerlid voor de CHU met een specialisatie in Nederlands-Indië. Hij had oog voor de belangen van de inlandse bevolking en was na de oorlog aanhanger van de doorbraakgedachte om de verzuiling op te heffen. Nadat hij in 1956 was overleden, bleef een van zijn zes kinderen, zijn dochter Johanna Charlotte op het landhuis wonen. Zij was actief in culturele kringen, bevriend met Heddy de Geer, en nu nog bekend van de portretten door de man van Heddy de Geer, de Utrechtse schilder Pijke Koch. 

JC van Boetzelaer

Het Portret van Jkvr. J.C. van Boetzelaer, Pyke Koch, 1948, Centraal Museum

Het landgoed met huis Sandwijck en Sluishoef werd in 1963 verkocht aan gemeente Utrecht die het in 1967 doorverkocht aan de Rijksuniversiteit Utrecht, die aanvankelijk het plan had om bij Sandwijck een nieuwe hortus botanicus aan te leggen, maar later De Uithof bouwde met een hortus bij Fort Hoofddijk. Het huis en het landgoed Sandwijck raakten in verval , er werd een sloopvergunning aangevraagd waarna het in 1980 werd gekraakt. Utrechts Landschap is sinds 1984 eigenaar van de 68 hectare aan grond rondom Sandwijck. Hierdoor is het landgoed vrij te bezoeken. In 1989-1990 werd de bewoning gelegaliseerd en het huis gerestaureerd. In september 2020 kwam het huis Sandwijck in het bezit van Stadsherstel Utrecht, het huis wordt bewoond door een woongroep.

Folly
De schijnkapel is een zogenaamde folly op het landgoed Sandwijck. De schijnkapel werd gebruikt als duiventil en theehuis. Nadat de kapel volledig was vervallen is deze in de jaren '90 gerestaureerd samen met de betonnen pergola vlak achter huis Sandwijck.

Folly Sandwijck als schijnkapel met duiventoren

Folly Sandwijck als schijnkapel met duiventoren2

Boerderij
De boerderij Oost-Indiën ligt aan de Utrechtseweg 301. De boerderij is vernoemd naar de laatste particuliere eigenaar Leendert van Oostindien. In 1798 kwam de boerderij bij het landgoed Sandwijck.

Portierswoning
De portierswoning van Sandwijck in een neogotische stijl ligt aan de Utrechtseweg 303. De woning werd gebouwd ca. 1858. Het huis is een kopie van een deel van een woning in het park Babelberg te Potsdam.

Portierswoning Sandwijck

Sluishoef
Ten westen van Sandwijck ligt de buitenplaats Sluishoef. Dit buitenhuis werd omstreeks 1823 opgericht door Hendrik de Heus, een Amsterdamse knopenfabrikant, op de plek van een boerderij en vingerhoedfabriek met een molen die eerst werd aangedreven door het water van de Biltse grift en later door paarden. Na de bouw van het huidige huis door eigenaar Martens kwam het in 1859 in het bezit van de baron van Boetzelaer en werd het toegevoegd aan het landgoed Sandwijck.

Huis Sluishoef

Carel van Boetzelaerpark
Tegenover Sandwijck, aan de andere kant van de Utrechtse weg, had Sandwijck een overtuin. In een speciale zitting op zaterdagmiddag 22 februari 1930 werden gemeenteraad en college van B&W van gemeente De Bilt op de hoogte gebracht van een genereus aanbod van baron dr. C.W.Th. van Boetzelaer van Dubbeldam: Een wandelpark van zeven hectare als park aangelegd door de firma Copijn te Groenekan, en gelegen aan de Utrechtse weg en de Kerklaan. Het werd door de baron aangeboden met een ontwerp van tuinarchitect H. Copijn uit Groenekan. Er waren wel voorwaarden aan verbonden: ‘het park zal gemeente eigendom moeten blijven, niet als bouwterrein mogen worden verkocht en uitsluitend als wandelpark gebruikt mogen worden zodat in dit park geen tentoonstellingen of landdagen gehouden mogen worden’. Het werd een werkverschaffingsproject.

Op 17 januari 1931 plantte Johanna Charlotte barones Van Boetzelaer, de dochter van de schenker, de ‘eerste’ boom. Deze boom, een Hickorynoot (Carya Alba), staat op het gazon aan de zijde van de Kerklaan. Tijdens de plechtigheid werd door de barones aan de voet van deze boom een fles met oorkonde ingegraven. Op 8 juni 1931 al knipte de baron feestelijk het lint door en droeg het park over aan burgemeester H.P. baron van der Borch tot Verwolde. De burgemeester bood de heer Van Boetzelaer een gouden penning aan namens het gemeentebestuur als uiting van dankbaarheid voor dit mooie cadeau en doopte het park met de naam: Carel van Boetzelaerpark. Het park heeft kenmerken van de Engelse landschapsstijl met slingerende paden, gazons, verschillende boom- en heestergroepen en vele mooie doorzichten. In 2013 startte de renovatie door Copijn, met hulp en onderhoud door omwonenden, de Vrienden van het Boetzelaerpark.

Boetzelaerpark met KNMI op achtergrond

Boezelaerpark

Hoogkruis
In het jubileumjaar 2013 werd De Bilt 900 jaar gevierd en kwam in het Boetzelaerpark een Iers hoogkruis. Een historisch document vermeldt dat een ridder uit deze omgeving een pelgrimstocht maakte naar Ierland. Hij werd geïnspireerd door de Iers-Keltische spiritualiteit en de sobere Ierse kloostertraditie. Terug in Nederland, stichtte hij samen met andere ridders in de veenmoerassen ten oosten van Utrecht, Oostbroek, het Sint Laurensklooster. Van hieruit ontstond in de loop der eeuwen de gemeente De Bilt. De Bilt heeft daardoor banden met het Ierse christendom. Hoogkruisen zijn kenmerkend voor de oude Keltisch-christelijke cultuur. Het met afbeeldingen versierde hoogkruis in De Bilt is een unicum; het is het enige in zijn soort op Nederlandse bodem. Het kunstwerk is vervaardigd door de Biltse beeldhouwer Jelle Steendam en verbeeldt de oudste geschiedenis van De Bilt. Op het kruis staan, naast bijbelse afbeeldingen, ook voorstellingen van belangrijke personen en gebeurtenissen uit de lokale geschiedenis van de dorpskernen van De Bilt.

Bilts Hoogkruis

Bilts Hoogkruis top met keltische versiering

Voet Bilts Hoogkruis

Wandeltips

Op Landgoed Sandwijck is een route van 2 kilometer uitgezet door Het Utrechts Landschap.

Het Carel van Boetzelaerpark ligt aan de overkant van de Utrechtseweg, kijk maar eens bij de vrienden.

Bronnen: Het Utrechts Landschap, Wikipedia, Online museum De Bilt, Historische Kring De Bilt.