Flora Batava - Agnes Block en haar liefde voor tropische gewassen
Een schets van drie generaties ondernemende vrouwen: Agnes Block, die in een tijd dat vrouwen nog niet konden studeren toch wereldwijd kennis en planten verzamelde. De latere Catharina van de Graft die wel kon studeren en zich volledig richtte op geschiedschrijving, over Joost van den Vondel en Agnes Block, en Utrecht. En nu Inge van de Ven die dit jaar in Nieuwersluis het hotel Flora Batava startte na restauratie van huis Vijverhof, op de plek van het huis en de tuinen van Agnes Block.
Agnes Block
Agnes Block (1629-1704) werd geboren als Agneta Blok in Emmerik waar haar doopsgezinde familie naartoe was gevlucht. Na het overlijden van hun vader en moeder gingen de vijf kinderen naar Amsterdam waar ze in huis werden opgenomen bij het gezin van hun oom en tante David Rutgers en Susanna de Flines. Op haar negentiende trouwde Agneta met de zijdehandelaar Hans de Wolff, die al een zoon had. Agnes Block was de ‘vleinaam’ die ze kreeg van de oom van Hans de Wolff, de dichter Joost van den Vondel. Agnes moet een serieus meisje zijn geweest dat het liefst in haar kamer zat te lezen. Dit valt op te maken uit ‘Mayboom voor Joan de Wolf, en Agnes Block’, het huwelijksgedicht dat Vondel maakte toen zij op 2 mei 1649 trouwde met zijn neef. Hij bezong Agnes als een lam 'zonder wulpsch vermaeck', dat na een dag vol studie onschuldig in haar bed stapte. Maar....'Toen ze in slaep viel, daer de boomen ruischen, langs de cingelgracht, kwam de Wolf!'
Joost van den Vondel
Vondel kwam graag bij hen op bezoek op de Warmoesstraat waar ze boven de winkel in luxe stoffen 'De Vergulde Wolff' woonden. Vondel had de gewoonte om “alle weken, des vrijdags 's middags, ter maaltijd te gaan, wel veertien of vijftien jaar lang”. In 1668 verhuisde het gezin naar de Herengracht, daar had Agnes haar eerste tuin. Twee jaar later, in februari 1670, overleed Hans de Wolff en erfde Agnes Block een aanzienlijk bedrag, daarbij ook "den gehelen inboel ende huijsraad".
De botanie was een populaire bezigheid in doopsgezinde kringen. Waarschijnlijk kwam Agneta ermee in contact door haar schoonmoeder, Clementia van den Vondel (zus van de grote dichter), een ijverige kweker. Zij had in 1635 een buitenhuis in de Purmer gekocht met een boerderij en boomgaard, en ook zij genoot veel sociale vrijheid na het overlijden van haar echtgenoot, Hans de Wolff sr. En zo ging de ondernemende weduwe Agnes op 16 juni 1670 naar het Regthuijs van Loenen waar ze op een veiling een hofstede in Nieuwersluis kocht. Hier liet ze de buitenplaats Vijverhof aanleggen, een hoofdhuis, oranjerie en andere bijgebouwen, boomgaarden, sier- en moestuinen, lanen en vijvers. Maar dat ging niet vanzelf, in 1672 kwam het rampjaar waarin de Fransen huishielden in de Vechtstreek. In 1674 waren de bloembedden nog leeg.
In 1674 trouwde Agnes met Sijbrand de Flines, een welgestelde doopsgezinde zijdehandelaar en een neef van haar pleegmoeder Susanna de Flines. Uit een eerder huwelijk had hij twee dochters. Weer schreef Vondel een huwelijksgedicht. Het verwijst naar Agnes’ liefde voor planten en bloemen, die zij zelf met de schaar nabootste in haar papierknipkunst:
Wat teelt onderlinge min?
Twee gelyken, eens van zin,
In al wat men geestigh rekent.
Beide in kloek vernuft uitsteekent,
d'Een schept zomwyl lust op 't lant,
Daer zy bloemen zaeit en plant,
Of de Bloemgodin helpt vieren,
En het loofwerk op papieren,
Uitgesneden met de schaer,
Offert op het huisaltaer:
d'Ander heeft Natuur getroffen,
Als hy net in zyde stoffen,
Loof en schoone bloemen weeft,
Schooner dan de lente ons geeft.
Het nieuwe gezin met Agnes Block, Sijbrand de Flines en hun dochters de dertienjarige Anna en de twaalfjarige Elisabeth liet zich rond 1687 door Jan Weenix afbeelden in de tuin van Vijverhof mét links de allereerste in de Republiek der Nederlanden gekweekte ananas, door Agnes.
Tekening van Maria Sybilla Merian, Artis
Ontwerp voorblad van een bloemenboek van Agnes Block, door Philip Tideman, Rijksmuseum
Herman Saftleven, Sedum, 1683, Rijksmuseum
Op Vijverhof ontpopte Agnes Block zich tot een bekwaam kweekster van zeldzame en uitheemse planten. De honderden planten- en bloemensoorten in haar tuinen en oranjerie kwamen uit alle windstreken. Sommige waren als zaad geïmporteerd uit het verre Oosten of Amerika, andere had zij verkregen door briefuitwisseling met botanisten in binnen- en buitenland, in Bologna, Parijs en Venetië, en de hortus in Leiden en Amsterdam. Ze liet de bijzondere bloemen en planten vastleggen door gerenommeerde tekenaars en schilders waaronder Herman Saftleven die rond 1682-1683 wel 100 tekeningen voor haar maakte en Sybilla Merian die later veel voor haar maakte. Ze stelde ‘konstboeken’ samen, met wel 400 tekeningen en aquarellen, gebundeld in drie bloemenboeken en een vogelboek.
Ananas door Maria Sibylla Merian
Haar grote trots was dat ze de eerste was die een ananas wist te kweken. Deze vrucht was heel populair bij bijzondere diners maar werd tot dan per schip ingevoerd. De eerste ananas zou ze hebben opgedragen aan de Staten van Utrecht, met de wens er een gedenkpenning van te maken. Die werd in 1700 ook gemaakt, door Jan Boskamp. Aan de voorzijde staan haar portret en naam, en de vermelding 'Flora Batava'. Alida Withoos maakte in 1687 een inmiddels verloren gegane afbeelding van de eerste ananas.
Helaas bleef het levenswerk van Agnes Block niet in stand. Wel 10 keer wijzigde ze haar testament. Uiteindelijk nam niemand haar werk en de zorg voor de planten en kunstwerken over. Op 20 april 1704 overleed Agnes, ze werd begraven in de Oude Kerk in Amsterdam. De konstboeken met de tekeningen werden verkocht aan Valerius Röver uit Delft, verdwenen naar Kassel en zijn volgens verhalen vanaf daar door Napoleon meegenomen. De nieuwe koper van de buitenplaats was Samuel Teixeira die de tuin goed bijhield en er zelfs tsaar Peter ontving. De tsaar nam de tuinman mee naar Sint Petersburg. Na Samuel nam zijn broer Benjamin het buiten over. Het verval begon na zijn overlijden in 1728. Het huis werd in 1813 afgebroken, in 1866 verrees een nieuw huis Vijverhof.
Huize Vijverhof 1905
Dr. Catharina van de Graft, Vondel en Agnes Block
Catharina (Kaatje) van de Graft (1874-1969) kwam van Tholen, ze studeerde Nederlands in Amsterdam en promoveerde in 1904 op Middelnederlandse Historieliederen. Ze kwam voor haar werk als lerares Nederlands naar Utrecht maar zou zich ontwikkelen tot een grondige onderzoeker en schrijver. Ze was twaalf jaar bestuurslid van Vereniging Oud-Utrecht en schreef vele publicaties over Utrecht op haar naam. Literair historische onderwerpen als de werken van Nicolaas Beets en Joost van den Vondel waren haar grote onderwerpen.Daarnaast werd ze bekend door haar werk voor het Meertensinstituut voor Nederlandse taal en cultuur, en haar werk voor Tijdschrift Volkskunde. In 1943 publiceerde Catharina bij uitgeverij Bruna het 160 bladzijde tellende boek over Agnes Block, nicht en vriendin van Vondel. In 1962 schreef ze een actuele schets over Agnes Block in het Jaarboek Oud-Utrecht. Beide zijn als pdf hieronder te vinden.
Van Huize Vijverhof tot Hotel Flora Batava
Inge van de Ven kocht in 2019 de uit 1866 daterende en wat vervallen buitenplaats Vijverhof in Nieuwersluis. Ze maakte het na een grondige restauratie van huis en tuin tot Hotel Flora Batava. De buitenplaats bestaat uit drie gebouwen. Die bieden plaats aan 45 kamers en suites, restaurant Bloei en twee vergaderzalen. Ze worden omringd door een grote tuin met terras én theehuis in de vorm van een Vechtboot. De geschiedenis van de buitenplaats met Agnes Block-Flora Batava en haar tropische bloemen en planten komt opnieuw tot leven in de locatie, naam en aankleding van het hotel. Zie ookhttps://florabatava.com/
Verder lezen?
Catharina van de Graft, Agnes Block, nicht en vriendin van Vondel, 1943 (Delpher)
Bijlagen onder dit bericht
Catharina van de Graft, Agnes Block en haar liefde voor tropische gewassen (Jaarboek Oud-Utrecht 1962)
Catharina van de Graft (Maandblad Oud-Utrecht 1969)
Bijlage(n)
Agnes Block en haar liefde voor tropische gewassen
Catharina van de Graft