Huize Molenaar

Rond 1900 konden Utrechters voor een eenvoudig maal terecht in een ‘kokerij’. Chic dineren deden ze bij een cuisinier, een besloten horecabedrijf. Cuisinier Huize Molenaar was vanaf de oprichting in 1892 een begrip in Utrecht.

Jacob Molenaar werd in 1863 geboren in een bakkersfamilie in Tjerkwerd in Friesland. Op jonge leeftijd trok hij met tien geleende guldens op zak de wijde wereld in om een vak te leren. Na werkzaam te zijn geweest in Bolsward, Zwolle, Brussel en Rotterdam kreeg hij in 1887 een baantje als kok bij de toentertijd bekende en zeer gerenommeerde cuisinier ‘Maison Okhuijsen’ aan de Kromme Nieuwegracht 20 in Utrecht. Nadat hij daar als inwonend personeelslid voldoende ervaring had opgebouwd kreeg hij vijf jaar later in 1892 de kans om een eigen kokerij te beginnen aan de Hamburgerstraat 5. Samen met zijn vrouw Wilhelmina Bernardina Gestel, met wie hij in Gouda datzelfde jaar was getrouwd, slaagde hij erin om een goedlopende zaak op te bouwen. In juni 1900 zag hij kans om een groot pand aan de Korte Nieuwstraat 6 te kopen.

Schutterij 1907 HUA

De Utrechtsche Schutterij in 1907

Afscheidsdiner burgemeester Van Lynden tweede van links in 1914 zijn opvolger is Fockema Andreae derde van rechts

Afscheidsdiner burgemeester Van Lynden (tweede van links) in 1914, zijn opvolger is Fockema Andreae, derde van rechts

Menukaart 1914 bij afscheid burgemeester Van Lynden

Menukaart 1914 bij afscheid burgemeester Van Lynden

Menu Huize Molenaar 1931 ontwerp JA Moesman

Menu Politiebureau Huize Molenaar ontwerp JA Moesman

Diner ter gelegenheid van het 25 jarig jubileum van burgemeester dr JP Fockema

Diner ter gelegenheid van het 25 jarig jubileum van burgemeester dr JP Fockema Andreae

Afscheidsmaaltijd burgemeester Fockema Andreae 231133

Afscheidsmaaltijd burgemeester Fockema Andreae

Menu Politiebureau Huize Molenaar ontwerp JA Moesman

Menu Huize Molenaar 1931 ontwerp JA Moesman

Getuige de vele menukaarten werden er in Huize Molenaar, als ‘deftige gesloten koks-zaak’ huwelijks- en promotiediners en -recepties gehouden voor een clientèle die ‘hooge eischen’ stelde. Door te koersen op ‘het gezellige interieur, een juiste toepassing van de tafelversiering, waarin met lint en bloemenkleur het karakter van een bepaald feest nader tot uitdrukking werd gebracht’ en door de warme belangstelling van burgemeester Fockema Andreae en de commissaris der koningin floreerde de zaak. Maar niet alleen de Utrechtse bestuurders en de Utrechtse beau monde hadden een goede relatie met Jacob Molenaar, ook de vele studentengezelschappen wisten waar het goed toeven en dineren was.

Bij Huize Molenaar was veel mogelijk. Bleef er na een copieuze maaltijd veel over, dan kon de volgende dag de rest van het diner opgehaald worden. Als een diner of receptie aan huis gewenst was, dan kon de cuisinier ingehuurd worden. Daarnaast leverde Huize Molenaar ook meer bescheiden maaltijden dagelijks aan huis. Het eten werd vervoerd in op elkaar gestapelde blikjes. Eerst te voet, later met een bakfiets en bezorgauto. Het voedsel werd warm gehouden door gloeiende kooltjes in het onderste blikje. Tot ver in de jaren negentig heeft Huize Molenaar deze maaltijden bij wijze van tafeltje-dek-je voor met name ouderen verzorgd.

JacobMolenaar

Jacob Molenaar

Op 30 september 1936 ging voor Jacob een ‘lang gekoesterde wensch’ in vervulling: hij kreeg het recht tot het voeren van het Koninklijk Wapen met de titel van Hofleverancier. Lang heeft hij niet van deze kroon op zijn werk kunnen genieten, want na een leven van hard werken overleed hij in 1937, vier jaar na de dood van zijn vrouw. Zijn kinderen Dirk en Margaretha zetten de zaak voort als een vennootschap onder firma onder de naam ‘Huize J. Molenaar, cuisinier’.

In mei 1940 werd Huize Molenaar het linnendepot voor het blok Korte Nieuwstraat, Hamburgerstraat, Nieuwe Gracht en Trans. Het huis aan huis verzamelde linnengoed werd in Huize Molenaar verwerkt tot rolletjes verband. Officieel gesloten vanaf oktober 1944, dat wil zeggen ‘gesloten voor de Moffen en open voor al wat pal stond voor Vaderland en Vorstin’, fungeerde het bedrijf in de Hongerwinter als gaarkeuken terwijl het ondertussen aan onderduikers onderdak verschafte en het verzet een vergaderplaats bood.

Directieraad NS bij afscheid president directeur Hupkes derde van links 1946

Directieraad NS bij afscheid president directeur Hupkes derde van links 1946

De oude klantenkring keerde na de oorlog weer terug en nieuwe klanten vonden de weg naar het restaurant. Daartoe behoorden niet alleen verenigingen en bedrijven zoals de Nederlandse vereniging tot steun aan militaire oorlogsgewonden, invaliden en nagelaten betrekkingen, de Steenkool Handelsvereniging, de Utrechtsche Hypotheekbank en Christelijk Hulpbetoon maar ook families, zoals de Bruna’s.

Ook het bereiden van wildpasteien en het inblikken van wild was weer mogelijk. De veelal adellijke klanten uit het hele land konden hun zelf geschoten hert, konijn, haas of gevogelte afleveren bij Huize Molenaar. Van de blikken die dit opleverde, mocht Huize Molenaar bij wijze van betaling een gedeelte houden en weer gebruiken in het restaurant. Zo werden de vijf fazanten van Fentener van Vlissingen verwerkt tot 28 blikken en de twee hazen van Lynden van Sandenburg tot 30 blikken. Ook de families Roëll, De Beaufort, Van Voorst tot Voorst en Van Lanschot brachten hazen, fazanten of een enkele gans of eend om met of zonder truffel te laten inblikken.

In oktober 1948 overleed Dirk Molenaar. Na zijn dood zetten zijn vrouw Cornelia Hoogland en zijn zuster ‘Mejuffrouw Molenaar’ samen de zaak voort. Onder de bezielende leiding van de ‘directrices’, zoals de dames zichzelf noemden, werd Huize Molenaar in 1950 omgezet in een N.V. 

Ondanks de grote schuldenlast kochten de bewoners van het bovenhuis, het echtpaar Schinkel-Scheltema, de beide panden. In de loop der jaren besteedden zij veel aandacht aan de restauratie van de panden en herinrichting van de binnenruimte en de tuin. In deze prachtige tuin werden naar gelang de voorkeur van de gasten, Zuid-Afrikaanse braai-vleis-party’s, Amerikaanse sparerib-festijnen, Hawaïaanse of Libanese buffetten gehouden. In toenemende mate bepaalde in de jaren 70, 80 en 90 de smaak van de gasten de samenstelling van de diners: Chinese rijsttafels en Turkse imam bayildi wonnen het ruimschoots van de kalfsborst.

Molenaar 1992

In 2003 nam Michael Schinkel als oudste zoon de zaak over. Onder zijn leiding is het concept van besloten gastvrijheid blijven bestaan, maar is het accent verschoven van huwelijken en promoties naar meer zakelijke gasten. Huize Molenaar wordt nu uitgebaat door Heirloom dat ook locaties buiten Huize Molenaar, zoals de Geertekerk en Paushuize verzorgt.

Tuinkamer Huize Molenaar

Bron: Marjo Barthels in Tijdschrift Oud-Utrecht 2012

Bijlage(n)
Huize Molenaar in Tijdschrift Oud Utrecht 04 2012.pdf