Tijdschrift 2023-04
De Utrechtse boomkwekersfamilie Van der Stoop
In de 17e en 18e eeuw was de familie Van der Stoop een bekende en vooraanstaande familie van boomkwekers. Zij verkochten hun bomen aan de hoogste kringen, zoals aan stadhouder Frederik Hendrik van Oranje voor diens buitenverblijven. Waarschijnlijk leverde stamvader Willem van der Stoop de honderden linden en iepen voor de aanleg van de Maliebaan.
‘Heerlykste hofsteden: Het buitenplaatslandschap langs de Oude Rijn tussen Utrecht en Leiden
Bij de Leidse Rijn en Oude Rijn denken de meeste mensen niet direct aan buitenplaatsen. Toch bloeide langs deze rivier ooit het buitenleven; in de 17e en vooral de 18e eeuw lagen er minstens 130 buitenplaatsen tussen de steden Leiden en Utrecht. De omvang en ontwikkeling van dit buitenplaatslandschap is enkele jaren geleden voor het eerst volledig gereconstrueerd.
Het Hommelbosje, restant van buitenplaats Welgelegen
Wie vanaf Utrecht Centraal over de Weg der Verenigde Naties richting het 24 Oktoberplein fietst, ziet naast de drukke fly-over en het benzinestation opeens een oude eikenlaan. In maart en april komen allerlei stinzenplanten tot bloei in het bescheiden bosje tussen de laan en de seniorenappartementen van Park Welgelegen. Wat is het verhaal van dit historische groenfragment op de overgang van de wijken Kanaleneiland en Oog en Al?
‘Ondernemer van kunstmatige grotwerken’: de firma Moerkoert in cementrustiek
In 1902 adverteerde de Utrechtse firma Moerkoert voor ‘Grot en Waterwerken, Tunnels, Bruggen, Ruïnes, enz.’ Hieruit spreekt een laatromantisch vocabulaire. Kunstmatige ruïnes en grotten waren toen al een hele tijd passé. Maar Moerkoert gebruikte een uiterst modern materiaal en hanteerde een destijds nog populaire stijl: de zogenaamde cementrustiek. Deze geheel veronachtzaamde stijl en het bijbehorende ambacht ontwikkelde zich in de tweede helft van de 19e eeuw en werd tot in de jaren 1920 gebruikt. Franciscus Johannes Moerkoert was de aanjager van de cementrustiek in Nederland.
Annebetje van Tuyll, hartsvriendin van Belle van Zuylen
De beste vriendin van Belle van Zuylen was haar vijf jaar jongere nichtje Annebetje. Zij heette voluit Anna Elisabeth Christine van Tuyll van Serooskerken (1745-1819), net zoals Belles naam eigenlijk Isabella Agneta Elisabeth van Tuyll van Serooskerken (1740-1805) luidde. Annebetje en Belle kenden elkaar van kinds af aan en zouden hun hele leven nauw contact houden. Ze correspondeerden veel en nadat Belle van Zuylen zich na haar huwelijk in Zwitserland vestigde, volgden er wederzijdse bezoeken.