Erfgoed uit de periode na 1965, wat hoort daartoe?

De gemeente is jong erfgoed aan het ontdekken en inventariseren. Een voorbeeld van dit jonge erfgoed staat op het Pieterskerkhof, een ontwerp van Mart van Schijndel. Oud-Utrecht doet mee aan de zoektocht naar jonge monumenten.

Pieterskerkhof woonhuis ontwerp Mart van Schijndel foto Bert Poortman

Pieterskerkhof - woonhuis ontwerp Mart van Schijndel

De Commissie Cultureel Erfgoed heeft eerdere artikelen gewijd aan de Musketon en het Schimmelplein met school. We zoeken vooral nog potentieel erfgoed waar een bijzondere voorgeschiedenis aan vast zit. Een ontstaansgeschiedenis die typisch is voor de tijdgeest van de jaren na 1965. Wie helpt ons?

De aanleiding
Relatief jonge gebouwen kan het maar zo overkomen: ze worden overbodig, voldoen niet meer aan de eisen van vandaag of staan domweg in de weg. En dat kan ook zo maar een fraai aangelegd gebied overkomen, door een gemiste erkenning als Post 65. Wat ook kan gebeuren is dat een bij de tijdgeest passend en fraai uitgevoerd plan met een latere ingreep onherkenbaar wordt gemaakt. Waar staat in Utrecht potentieel erfgoed wat dat lot bespaard moet blijven?
De aanleiding voor het beschermen van jong erfgoed vond plaats in 2018. In dat jaar is ternauwernood een te ingrijpende verbouwing van het Universiteitsmuseum in de Lange Nieuwstraat verijdeld. De net nieuw geïnstalleerde gemeenteraad gaf vervolgens de opdracht om jong erfgoed in beeld te brengen. En dat onderzoek past inmiddels helemaal in deze tijd van groeiende waardering voor jonge monumenten, aangeduid met de term Post 65. 
Van de zoektocht naar dit Post 65 erfgoed heeft Arjan den Boer in 2020 een serie artikelen op DUIC gepubliceerd. Hij beschrijft hierin op prijzenswaardige wijze een twintigtal ‘Nieuwe Monumenten’. Bij de selectie van die gebouwen heeft de afdeling erfgoed van de gemeente wat geholpen.
Ook de Commissie Cultureel Erfgoed van Oud-Utrecht is op eigen initiatief met een inventarisatie bezig. De stadswijken zijn verdeeld en de leden hebben al fietsend en keurend al in 2020 een groslijst samengesteld. Vervolgens is uit die groslijst een selectie gemaakt. Ook dat is vorig jaar gebeurd. Maar de lijst is niet af, er ontbreekt mogelijk nog monumentwaardig erfgoed. Tot stand gekomen door typische Post 65 motieven, die ons onbekend zijn. 

Wat vangt de tijdgeest van na 1965
Wat is nu typisch voor de periode na 1965? Uiteraard heeft de architectuur zich ontwikkeld, dat laat het bovenstaande woonhuis van Mart van Schijndel op het Pieterskerkhof zien. Dat huis is overigens een bezoek waard, en dat is mogelijk, zie Van Schijndelhuis. Maar naast architectuur zijn er ook gebeurtenissen of ontwikkelingen die tot veranderingen in de gebouwde omgeving hebben geleid. Van die typische Post 65 fenomenen zijn te noemen: het terugveroveren van de straat en de buurt voor ontmoeting en contact, het aanleggen van een veilige omgeving voor spel, sport en vrije tijd. Daaraan danken we het woonerf en de bloemkoolwijk.

Maar er zijn meer van die ontwikkelingen die kenmerkend zijn voor de jaren na 1965. In dit artikel worden twee voorbeelden besproken, een typische Post 65 pand op het Geertebolwerk en een jong stadspark in de wijk Wittevrouwen. 

Geertebolwerk

Geertebolwerk woningen en parkeergarage foto Bert Poortman
Geertebolwerk - woningen en parkeergarage

Dit grote pand op het Geertebolwerk, verscholen achter de bomen van het Zocherpark, heeft een gevel van de Tuinstraat tot de Zilverstraat en gaat ook nog beide hoeken om. In het midden van de gevel is een toegang voor auto’s. Vanaf bovenstaande positie bezien, vanaf een afstandje aan de overzijde en lopend langs de Catharijnesingel, valt op dat het pand zich met zijn geleding en bouwvolume voegt in het ritme van grotere gebouwen aan deze zijde van de binnenstad. Het heeft met de torenelementjes zelfs iets monumentaals, al verraadt de strakke vormgeving zonder toeters of bellen een rationele uitvoering. Ook de symmetrie draagt bij aan de monumentale uitstraling, terwijl de gevel met haar openingen en sprongen heel toegankelijk is.
Het monumentale van dit gebouw huist ook in iets anders. Het pand is gerealiseerd in de periode Stadsvernieuwing en bestaat niet alleen uit 32 sociale huurwoningen, de in het gebouw verstopte parkeergarage kan maar liefst 110 auto’s een plaats geven. Dat terwijl de ingang voor de auto’s vrij bescheiden in de gevel is weggewerkt. Vernieuwend voor die tijd was dit dubbele grondgebruik, garage en woning. En zo laat dit gebouw zien hoe de stad in de jaren 1980 nieuwe oplossingen bedacht voor het parkeren van auto’s van omwonenden.
Maar nog knapper is het volgende. Ondanks de schaal van het gebouw heeft het op straatniveau eenzelfde toegankelijkheid als de kleinschaliger woningen in de Tuinstraat en de Zilverstraat, het lijkt naadloos op te gaan in het straatbeeld en de parkeergarage is onzichtbaar. Dat is aan drie zijden. Aan de achterzijde, aan de kant van de Zilverberghof tussen de Tuinstraat en Zilverstraat, steekt het dak van de parkeergarage er uit. Dat dak is hoger gelegen en is met een ingebouwde buitentrap toegankelijk. Op dat dak treft de bezoeker een hof met de achterplaatsen van een aantal van de woningen. Ook daar valt de schaal van het gebouw weg tegen de verdeling in herkenbare woningen. En dit is te meer een knappe prestatie, omdat het geheel met de krappe budgetten van sociale woningbouw gerealiseerd moest worden. Het gebouw is ontworpen door Rob van den Hout - Willem de Wit buro voor architectuur en is in tussen 1987 en 1990 uitgevoerd.

Griftpark

Griftpark na de oplevering in 1999 foto HUA85316
Griftpark na de oplevering in 1999, foto HUA85316

Typisch Post 65, het Griftpark is in 1999 opgeleverd. De aanleg van het park doet met al haar verschillende delen geheel modern en eigentijds aan. Van het Griftpark schuilt een deel van haar waarde in een verborgen constructie, ontstaan door een na 1965 nieuw fenomeen. Het maakt het een bijzonder ‘Gesamtkunstwerk’.
De locatie van het park kent een bewogen geschiedenis. Op de hoek van de Kleinesingel en de Blauwkapelseweg stond tussen 1865 en 1960 het gasbedrijf van de gemeente. Het bedrijf zag kans om in die bijna eeuw van gasproductie een ontstellende hoeveelheid milieuverontreiniging in de bodem achter te laten. De gebouwen van de gasfabriek waren na de bedrijfsbeëindiging in 1970 vrijwel allemaal gesloopt. En toen? Utrecht had in de jaren 1970 een heel ander programma. De stad was qua inwoners aan het krimpen, nieuwe woonwijken als Lunetten en Rijnsweerd waren in uitvoering en de verpauperde vooroorlogse wijken van de stad waren eerst aan een opknapbeurt toe. En zo behield het terrein van de gasfabriek haar hekwerk er omheen, het was er verboden toegang, maar vele kinderen vonden er stiekem een speelplek.
In 1980 stond de Nederlandse wereld even op z’n kop. Een nieuwe woonwijk in de plaats Lekkerkerk bleek op een stortplaats van chemische afval gebouwd. Deze ontdekking zorgde voor een keerpunt in de omgang met chemische bodemverontreiniging. En van dat fenomeen hadden vele gemeenten locaties in huis. In Utrecht waren dat bijvoorbeeld het sterk vervuilde terrein van de vroegere asfaltfabriek aan de Gansstraat en het bovengenoemde terrein van de gasfabriek.
Een grootschalig overheidsprogramma met financiering kwam beschikbaar. Maar het duurde tot 1996 voordat het terrein van de voormalige gasfabriek aan de beurt was. Bij de Gansstraat werd het afval diep uit de bodem opgegraven en voor reiniging afgevoerd. Het terrein van de gasfabriek was veel te groot voor deze kostbare aanpak. Een tweede oplossing diende zich aan. Van het gebied is een polder gemaakt. Rondom werd een dijk aangebracht, weliswaar slechts tientallen centimeters breed, maar wel tientallen meters! diep tot de waterdichte kleilaag in de ondergrond en in beton uitgevoerd, letterlijk een diepwand. Dit werd met een speciale uitvoeringsmethode gedaan. Vervolgens is de toplaag van het terrein afgevoerd en een nieuwe leeflaag aangebracht. De polder wordt inmiddels al meer dan dertig jaar bemalen zodat alle regenwater pas na reiniging wordt geloosd. En zo heeft het huidige Griftpark al twee redenen voor een Post 65 notering: de omgang met bodemgif en de oplossingsmethode. Maar wat is daarvan te zien: vrijwel niets. 
Het Griftpark bestaat uit naast de verborgen elementen uit nog meer delen, de verzameling daarvan is het beschermen waard is. Eind jaren 1980 was er voor de aanleg van park blijkbaar voldoende budget, mogelijk in verhouding tot het inpakken van het gif nog beperkt ook. Door het park loopt de Biltse Grift met een muurplantjeswand, er is een vijver, er is de grote en gevarieerde natuurspeeltuin Griftsteede met daarbij een buitengewoon fraai uitgevoerde kinderboerderij inclusief werkruimtes naar een ontwerp van René van Zuuk, er zijn moestuinen voor schoolkinderen, er staan de indrukwekkende ‘Drei figuren für Utrecht’ van kunstenaar Thomas Schütte, er is een uitzichtheuvel, een waterpartij en er zijn speelweiden en, nieuw voor die tijd, twee skatebordkuilen. Het gehele park ademt een vrije geest en is bij een groot en divers publiek een succes. Al met al een prachtige verzameling met bovendien een monumentale Post 65 bodemprestatie! Met recht een Gesamtkunstwerk.

De oproep
Twee voorbeelden laten zien dat erfgoed meer kan zijn dan een gebouw. De monumentale waarden zitten soms verstopt. Het kan de ontstaansgeschiedenis zijn die de argumenten geeft. Of het is niet een gebouw maar een wijk of een verzameling. Help ons met de zoektocht naar erfgoed van na 1965. Ken je ook een goed voorbeeld van Post 65 in Utrecht? Mail ons op het adres cultureel.erfgoed@oud-utrecht.nl