Lezing 100 jaar De Gemeenschap, tijdschrift en uitgeverij.
In een lezing, op 17 januari 2025 in Stadhuis Utrecht, vertelde Lex van de Haterd over de oprichters van tijdschrift en uitgeverij De Gemeenschap, over het redactionele beleid en de blad- en fondsformule en over de belangrijkste vormgevers en beeldende kunstenaars ervan.
In de politieke en sociaaleconomische context rond 1925 speelden de katholieken een belangrijke rol. De Roomsch-Katholieke Staatspartij (RKSP) was met 30 van de 100 zetels sterk vertegenwoordigd in de tweede kamer. Er hing een sfeer van vernieuwing en daar deed ook Utrecht aan mee: zo vond op 29 januari 1923 in het Gebouw voor Kunsten & Wetenschappen een Groote Dada-avond plaats.
Er waren een aantal literaire tijdschriften: Boekenschouw en Boekzaal, Roeping, De Gemeenschap, Opwaartsche Wegen, Het Getij, De Vrije Bladen (en zijn opvolger Forum), Nu en Links richten. De oprichters van tijdschrift De Gemeenschap wilden meer dan een literair tijdschrift, ze kozen ervoor een breed cultureel maandblad uit te brengen met als doelstelling ‘dienstbare schoonheid’.
De oprichters en eerste redactieleden van Tijdschrift De Gemeenschap waren: Albert Kuyle (Louis Kuitenbrouwer), Jan Engelman, Henk Kuitenbrouwer en Willem Maas. In de beginperiode was Jan Engelman de informele hoofdredacteur. Louis Kuitenbrouwer regelde het productieproces en door zijn inzet groeide het aantal abonnees snel. In 1929 werd Anton van Duinkerken redacteur van bij De Gemeenschap en in de jaren ‘30 kwamen Anton Coolen en Hendrik Wiegersma ook bij de redactie. Toen Jan Engelman en Albert Kuyle ruzie kregen over het redactionele beleid (resp. meer esthetisch dan wel meer sociaal-maatschappelijk gericht) werd Anton van Duinkerken de informele hoofdredacteur. Er waren veel internationale contacten en er kwamen veel bijdragen van auteurs uit andere landen.
Het eerste nummer verscheen met een houtsnede van Henri Jonas op de voorkant: Christus met op de achtergrond fabrieken, 1925.
Een voorbeeld met meer constructivistische kenmerken is van Sybold van Ravesteyn: Christus aan het kruis, 1925, prent.
Jozef Cantré, St.-Franciscus, houtsnede, omslag-kerstnummer 1926.
Bij de beeldende kunstenaars die voor het tijdschrift werkten waren expressionisten en structuralisten. De belangrijkste expressionisten: Jozef Cantré, Henri Jonas, Charles Eijck, Joep Nicolas en Hendrik Wiegersma. Deels expressionist en deels constructivist waren: Otto van Rees en Leo Gestel. De bekendste constructivisten waren: Sybold van Ravesteyn, Willem Maas en Gerrit Rietveld. Vanaf 1930 kwam er een nieuwe kunststroming: de nieuwe zakelijkheid.
Dezelfde namen komen terug als we naar de grafische vormgeving en de typografie kijken: de architecten Gerrit Rietveld, Willem Maas en Sybold van Ravesteyn en de grafisch vormgevers: Charles Nypels (1925-1930), Andries Oosterbaan (1930-1935) en Paul Schuitema.
De oprichters van Uitgeverij De Gemeenschap waren: Albert Kuyle, Willem Maas en Piet van Rossum. Directeuren: Albert Kuyle, Cornelis Vos en Henri Nelissen.
Belangrijkste auteurs: Albert Helman, Anton van Duinkerken, Hendrik Marsman, Hendrik van Tichelen, Jan Engelman, Paul van Ostaijen, Ferdinand Bordewijk, Albert Kuyle en M. Revis.
------
Dr. Lex van de Haterd is neerlandicus, onderzoeker en publicist en is de initiatiefnemer voor het themajaar over 100 jaar De Gemeenschap. In 2008 promoveerde hij op het proefschrift ‘De waarheid hooger dan de leus. Over de beeldvorming rondom tijdschrift en uitgeverij De Gemeenschap 1925-1941’.