Er zijn bij ons honderden kinderen geboren
Op 19 maart 1934 richtte pater van Nuenen in de Utrechtse Wijk C een nieuwe kloostergemeenschap op, de Zusters Augustinessen van Sint-Monica. Op 29 mei 2019 vertelde zuster van Dijck in het Bartholomeus Gasthuis over het ontstaan van de zusters Augustinessen en over het werk dat zij in de afgelopen 85 jaar hebben gedaan voor mensen in nood.
Er heerste in de jaren dertig veel armoede in Wijk C, vertelt zuster van Dijck. Pater van Nuenen, die pastoor was in de Augustinuskerk aan de Oudegracht, nam daarom samen met de latere mater Augustina van Reijsen het initiatief tot oprichting van de congregatie van de Zusters Augustinessen van Sint-Monica. Het idee was volgens zuster van Dijck om mensen in Wijk C wat ontwikkeling mee te geven "Want het waren vaak laag opgeleide mensen, sommigen waren zelfs analfabeet".
De nieuwe congregatie begon met tien vrouwen van wie de meesten elkaar al kenden van het Sint-Franciscus Liefdewerk. Ze wisten echter nog niets van het kloosterleven, aldus zuster van Dijck. Een deel van de vrouwen zou weer vertrekken, enkelen bleven. Maar de congregatie zou in de loop der jaren verder groeien.
De congregatie begon in een bovenhuis op de Voorstraat. In 1934 verhuisde de zusters naar de Waterstraat waar ze nog steeds zitten. De zusters zochten vanaf het begin naar een evenwicht tussen contemplatie en activiteit. De gemeenschap legde zich vooral toe op maatschappelijk werk en onderwijs, vooral in Wijk C. Pater van Nuenen was met name goed in het loskrijgen van geld, vertelt zuster van Dijck, om de verschillende activiteiten te financieren. Zo hielpen de zusters gezinnen in de huishouding. Het ging volgens zuster van Dijck vaak om grote gezinnen die in kleine huisjes woonden. Daarnaast gaven de zusters ook naailessen en leerden ze vrouwen om kousen te stoppen.
Meisjesstad
In 1939 werd door de zusters samen met pater van Nuenen Meisjesstad opgericht, een opvangvoorziening voor ongewenst zwangere meisjes en jonge vrouwen. Ze kregen vaak vrouwen aan de deur die om onderdak vroegen, vertelt zuster van Dijck. "Dat kwam op ons pad. Naast ons kwam een huis vrij dat we voor de opvang van de vrouwen gebruikte. Het was meteen vol. We hebben nooit lege bedden gehad."
De meisjes konden volgens zuster van Dijck niet terecht in een katholiek ziekenhuis. "En in een academisch ziekenhuis stonden er allemaal studenten om je bed. In ons tehuis hadden we een eigen kraamkamer. Er zijn bij ons honderden kinderen geboren."
De zusters kregen geen subsidie, vertelt zuster van Dijck. "Alles gebeurde op basis van giften. We gingen de polder in om voedsel bij de boeren te verzamelen. We hebben veel goeds kunnen doen dankzij alle mensen die ons geholpen hebben."
De inkomsten kwamen ook uit een loterij die jaarlijks werd georganiseerd, aldus zuster van Dijck. "We verkochten de loten zelf maar ze werden ook verkocht door scholieren. We verkochten er wel 600 duizend per jaar. Op 15 maart was de trekking."
Klooste De Stad Gods
In 1946 startten de zusters in Hilversum, in het Klooster De Stad Gods, een voorziening waar vrouwen tijdelijk konden verblijven om energie op te doen. Er waren volgens zuster van Dijck ook een aantal kleine vakantiehuisjes en twee slaaprijtuigen die door de Nederlandse Spoorwegen waren geschonken. Die werden gebruikt door gezinnen die anders niet op vakantie konden gaan. Er was ook een grote speeltuin bij. "Maar we gebruikten deze locatie ook om zelf op vakantie te gaan", vertelt zuster van Dijck. "We hebben daar heel veel plezier gehad. We hebben gefietst, gewandeld, geroeid en gezwommen. We waren toen ook veel jonger."
Het witte habijt
Zuster van Dijck vertelt ook nog hoe de zusters aan het witte habijt komen. Het begon met een aantal zusters die mee wilden lopen met de Vierdaagse. De zusters vonden de zwarte habijten echter te warm en daarom droegen ze een wit habijt bij de Vierdaagse. Nu dragen de zusters in de zomermaanden witte habijten en in de wintermaanden zwarte.
In 2014 zijn de laatste bewoners in Utrecht vertrokken. De door de zusters gestarte voorzieningen zijn voortgezet door stichting TussenVoorziening. Op het terrein van het klooster in Hilversum zijn de zusters begonnen met een nieuw initiatief: Casella. Het project is bedoeld om, samen met jonge niet-kloosterlingen, te zoeken naar nieuwe vormen van gemeenschapsleven. Alle andere locaties zijn opgedoekt, vertelt zuster van Dijck. "We kunnen tegenwoordig niet meer zoveel maar we stellen nog wel onze ruimtes beschikbaar."