200 jaar diergeneeskundig onderwijs in Nederland 1821-2021

De activiteitencommissie ontdekt steeds nieuwe verhalen over de geschiedenis van Utrecht en presenteert die in historische cafés en lezingen. Nu er door de coronacrisis geen bijeenkomsten mogelijk zijn, publiceren we op deze site korte signalementen. Deze verhalen komen uitgebreider terug zodra dat weer 'live' kan. Hier een verhaal van Peter Koolmees over 200 jaar diergeneeskundig onderwijs in Nederland 1821-2021.

Op 10 december 1821 ging het veterinaire onderwijs in Nederland van start met 24 “kweekelingen” aan de Rijksveeartsenijschool te Utrecht. In de jaren 1960 namen de studentenaantallen enorm toe en groeide de Faculteit der Diergeneeskunde op het Biltstraat terrein uit haar jasje. De laatste vakgroepen vertrokken in 1988 naar de Uithof. Hele generaties dierenartsen werden aan de Biltstraat en in de Uithof klaargestoomd voor hun maatschappelijke taken. Over die lange periode zijn veel interessante verhalen te vertellen. Daarover vertel ik later meer tijdens de lezing die nu gepland staat voor 24 maart 2021 (onder voorbehoud). Hierbij vast een voorproefje.

Over practica anatomie in de kelder van het Poortgebouw, waarbij flink pijp werd gerookt om de formalinelucht te verdrijven. Na afloop werden de kadavers door een luik in de Grift gesmeten. Over onderduikers tijdens de Tweede Wereldoorlog die op de hooizolders boven de stallen verbleven en uiteindelijk de hele dierstapel hadden opgepeuzeld. Over de eerste studenten die verbleven in een internaat in het Poortgebouw en onder een streng regime stonden. Over de moedige, steeds meer vrouwelijke studenten die in de jaren 1970 de collegebanken gingen bevolken. Menig hoogleraar vond dit maar niks, vrouwen zouden niet intelligent en sterk genoeg zijn voor dit mannenberoep. Een hoogleraar verloskunde begon zijn colleges steevast begon met de begroeting: ‘Goedemorgen heren’. Op een dag hadden de studenten afgesproken dat alleen vrouwen naar zijn college zouden gaan. De prof. keek de zaal rond en zei: ‘Oh ik zie dat er niemand is, dus ga ik maar weer’. Pas veel later werd erkend dat de participatie van vrouwen in het onderwijs een beschavende uitwerking op de mannelijke “veebonken” had.

In de afgelopen twee eeuwen nam de wetenschappelijk kennis op het gebied van de veterinaire wetenschappen enorm toe, terwijl de positie van het dier in de samenleving sterk is veranderd. De ethische vraag waar de moderne dierenarts mee wordt geconfronteerd, is dan ook of alles wat technisch mogelijk is ook moet worden uitgevoerd.

Rijks veeartsenijschool