Tijdschrift juni 2022: themanummer

Dit dubbeldikke themanummer '50 jaar zorg voor Utrechts erfgoed' van het Tijdschrift Oud-Utrecht gaat over een halve eeuw archeologie, bouwhistorie en monumentenzorg bij de gemeente Utrecht. Deze periode begon in 1972 met de aanstelling van een stadsarcheoloog. U kunt de presentatie van het themanummer terugkijken. Losse tijdschriften zijn verkrijgbaar via de webwinkel.

Behalve de onderstaande artikelen bevat het themanummer de korte rubriek 'De Vondst'. Eén voorbeeld hiervan staat online, voorzien van extra tekeningen en plattegronden: Middeleeuws handelshuis aan de Steenweg.

 

Utrecht op het tweede gezicht

Gabri van Tussenbroek is bouwhistoricus bij Monumenten en Archeologie van de gemeente Amsterdam en hoogleraar Stedelijke identiteit en monumenten aan de Universiteit van Amsterdam.

Goede zorg voor erfgoed is niet vanzelfsprekend. Een belangrijke voorwaarde voor een zinvolle omgang met overblijfselen uit het verleden zijn kennis en onderzoek. Er zijn weinig steden in Nederland die zo’n rijke onderzoekstraditie hebben opgebouwd als Utrecht. De publicaties daarover bieden een schat aan kennis en inspireren onderzoekers in andere steden. Een beschouwing over het belang van gemeentelijke erfgoedzorg en het fragiele collectieve geheugen van de stad.

 

Graven naar verhalen in Utrechtse bodem

Annette Bakker, Erik Graafstal en Herre Wynia werken als archeologen bij Erfgoed gemeente Utrecht.

Utrecht is voor archeologen een van de interessantste steden van Nederland. Door de verschillende landschappen en de lange bewoningsgeschiedenis is een ongekend rijk bodemarchief ontstaan. In de afgelopen vijftig jaar brachten de gemeentelijke archeologen tijdens honderden opgravingen vele verhalen aan de oppervlakte. Ook kreeg Utrecht er maar liefst 10.000 jaar geschiedenis bij.

 

Op zoek naar kasteel Vredenburg

Jeroen van der Kamp is archeoloog bij Erfgoed gemeente Utrecht

Hoewel het kasteel Vredenburg rond 1580 grotendeels gesloopt werd, waren delen ervan nog eeuwenlang zichtbaar en kwamen funderingen tevoorschijn bij werkzaamheden. De afgelopen halve eeuw is er veel archeologisch onderzoek gedaan bij de bouw van parkeergarages en het Muziekcentrum. In de grachtvulling vonden de archeologen fragmenten van beeldhouwwerk en honderden kogels. De opgravingen hebben ons veel geleerd over het kasteel en het leven van de soldaten die er verbleven. Enkele onderdelen van het kasteel zijn herplaatst en weer zichtbaar gemaakt voor het publiek.

 

Bouwhistorie, een gemeentelijke taak

Jan van der Hoeve werkt als bouwhistoricus voor Erfgoed gemeente Utrecht.

De aanstelling van Frans Kipp was in 1975 het begin van systematisch bouwhistorisch onderzoek door de gemeente Utrecht. Maar eerder werd er bij de afdeling Monumenten al onderzoek gedaan met het oog op restauraties, en na 1975 werd die ene bouwhistoricus al snel een hele afdeling. Wie waren deze gemeentelijke gebouwonderzoekers, hoe gingen zij te werk en wat leverde dat op aan bouwhistorische kennis? Vele huizen in Utrecht bleken bijvoorbeeld een middeleeuwse oorsprong te hebben, verstopt achter latere toevoegingen.

 

Utrechts verleden in 3D

René de Kam is conservator Stadsgeschiedenis bij het Centraal Museum en medewerker publieksbereik Erfgoed bij de gemeente Utrecht.

In de afgelopen halve eeuw deed de computer zijn intrede bij het archeologisch en bouwhistorisch onderzoek. Aanvankelijk werd die vooral gebruikt voor de registratie van vondsten en het maken van werktekeningen. De laatste 15 jaar maakten de Utrechtse archeologen en bouwhistorici ook intensief gebruik van 3D-reconstructies, niet alleen om het verleden inzichtelijk te maken voor het publiek, maar ook voor de uitwerking van onderzoek. Om te bepalen hoe een historische reconstructie het beste gemaakt kan worden, moest eerst een aantal lastige vragen worden beantwoord.

 

Waard om voor het nageslacht te behouden

Bettina van Santen is adviseur architectuur en stedenbouw bij Erfgoed gemeente Utrecht en redacteur van dit tijdschrift.

Welke gebouwen moeten bewaard blijven voor de toekomst? Die vraag staat centraal bij discussies over de aanwijzing van rijks- en gemeentelijke monumenten. Moet een monument een minimumleeftijd hebben en komen ook 'lelijke' gebouwen in aanmerking? Gedurende de 20e eeuw was er weinig waardering voor de 19e-eeuwse neostijlen en de jugendstil, maar er kwam een kentering. Hetzelfde is de afgelopen jaren gebeurd voor monumenten uit de wederopbouwperiode, al weet nog niet iedereen de Neudeflat te waarderen. Bij de huidige inventarisatie van de decennia na 1970 wordt ook het ‘verhaal achter een gebouw’ meegewogen.

 

Navoelbare tijden

Hester van Gent werkt als schrijver en stedenbouwkundige. Ze studeerde Stedenbouw aan de Technische Universiteit Delft.

Al vijftig jaar werkt de gemeente Utrecht aan de inpassing van erfgoed in ruimtelijke plannen. Wat heeft dat de stad opgeleverd? Een zoektocht langs drie projecten waarin cultuurhistorie telkens een andere betekenis aan de plek heeft gegeven: het rustige fortdorp Blauwkapel, de uitgestrekte nieuwbouwwijk Leidsche Rijn en het compacte wooncomplex Mariaplaats.

 

Ruimte vinden in religieus erfgoed

Marit Overbeek onderzoekt de totstandkoming van de gebouwde omgeving en de invloed van gebruikers daarop. Daarnaast is zij online storyteller bij bouwbedrijf Heijmans.

Ruim veertig kerken in Utrecht kregen de afgelopen decennia een nieuwe functie. Kerkgebouwen zijn bijvoorbeeld omgetoverd tot congrescentrum, feestzaal, museum, moskee, kantoor of zelfs appartementen. Maar is zo'n herbestemming altijd geslaagd? Bij een transformatie moeten de monumentwaardes worden afgewogen tegen de gebruiksmogelijkheden. Goed overleg tussen de eigenaar en de gemeente kan tot mooie resultaten leiden, bleek bij de Westerkerk aan de Catharijnekade. Een gesprek met Alice Gut, adviseur erfgoed bij de gemeente Utrecht, Robin van Hagedoorn, eigenaar en directeur van BUNK, en zijn compagnon Patrick van der Sman.

 

Werk aan de werf

Kees Rampart, Eelko van den Boogaard en René de Kam werken respectievelijk bij de gemeente Utrecht als adviseur Erfgoed en programmamanager Wervengebied en als conservator Stadsgeschiedenis bij het Centraal Museum.

Eeuwenlang was het onderhoud van de voor Utrecht zo kenmerkende werven en werfkelders een gezamenlijk verantwoordelijk van de eigenaren van de grachtenpanden. Nadat ze in verval raakten, nam de gemeente Utrecht in de 20e eeuw het eigendom van de werfmuren en kades over. Verschillende restauratierondes volgden, waarbij de monumentwaarde niet altijd voorop stond. Het wervengebied steekt zo complex in elkaar dat tegenvallers telkens op de loer liggen. Met de aanstelling van een wervenmeester moet de gedeelde verantwoordelijkheid tussen de stad en de eigenaars weer worden hersteld.

 

Zoeken naar de Rijn en Vecht in het Stationsgebied

Leo Tebbens is senior adviseur archeologie en specialist fysische geografie bij archeologisch onderzoeksbureau BAAC in ‘s-Hertogenbosch.

De vroegere loop van rivieren in de huidige stad Utrecht houdt archeologen, historici en geologen al meer dan een eeuw bezig. Verschillende theorieën hebben de ronde gedaan over de loop van Rijn en Vecht en de vele zijarmen. Met recente geologisch-archeologische gegevens is de rivierenloop echter steeds beter te reconstrueren. 'Diepgravend' onderzoek in het Stationsgebied leverde het afgelopen decennium nieuwe informatie op over de oude rivierlopen aan de westkant van de stad. De resultaten geven inzicht in de ontwikkeling van het landschap in de tijd dat Utrecht nog geen stad was.