Tijdschrift december 2025
Het laatste nummer van Tijdschrift Oud-Utrecht in 2025 bevat onderstaande artikelen. Losse tijdschriften zijn verkrijgbaar via de webwinkel en bij boekhandels in stad en regio Utrecht. Lid worden van Oud-Utrecht kan ook.

Utrechtse stereofotograaf Hendrik van Winkoop (1862-1938)
Journalist en stereofotografie-kenner Ronald Schalekamp vond op Marktplaats een collectie stereo-opnamen van Hendrik van Winkoop en stelde een tekst- en fotoboek over hem samen.
Hendrik van Winkoop was eigenaar van het confectiemagazijn Van Winkoop & Schlüter in Utrecht. Vanaf 1903 was hij bovendien zeer actief als fotograaf. Binnen het 'stereoscopisten-trio' streefde hij samen met Van Albada en Duuring de 'groothoek orthostereoscopie' na: 3D-foto's met natuurlijke diepte en een grote kijkhoek. Van Winkoop was de absolute meester in het vervaardigen van zulke foto's op glas. Zijn stereo-opnamen maakte hij bij voorkeur in de bergen, maar ook van de ondernemende familie Hauer in Utrecht. Van Winkoop was de broer van de overgrootvader van acteur Rutger Hauer. En hij blijkt zichzelf met een zelfontspanner te hebben vastgelegd op een tot nu toe anonieme stereofoto bij Het Utrechts Archief.

Bart van der Leck op de Lapjesmarkt?
Arjan den Boer is eindredacteur van Tijdschrift Oud-Utrecht
Op de tentoonstelling 1913: De Grote Kunstexplosie in Singer Laren (t/m 11 januari 2026) hangt een relatief onbekend schilderij van Bart van der Leck: Op de Markt (1913). Het is haast een horizontaal fries met een stoet hoekige mensfiguren en profil, waar Van der Leck er in deze periode meer van maakte. Zo bezit het Centraal Museum Op het perron (1913), momenteel eveneens te zien in Laren. Dat Op de Markt minder bekend is, komt doordat het zich in een buitenlandse collectie bevindt: het Musée d'art moderne de la ville de Paris, dat het voor de expositie aan Singer uitleende.

Harry Thomas (1945-1991), homoactivist en schlagerkoning
Maurice van Lieshout is historisch onderzoeker en publicist. Hij werkt mee aan Queer U Stories (QUS) over de lhbtqia+-geschiedenis van Utrecht.
Utrechtenaar Harry Thomas was in 1969 en 1970 niet uit het nieuws te slaan met zijn 'homofiele' boeken, zijn strijd voor erkenning van de vaste vriendschapsrelatie en zijn voorzitterschap van de Nederlandse Homofielen Partij. Hoe grootse plannen gebakken lucht bleken, de Nederlandse pers zich voor de gek liet houden en er toch nog een succesvolle carrière volgde.

Trump, Eisenhower en een Utrechts zwaard
Jorrit Steehouder is universitair docent Geschiedenis van de Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Utrecht.
Het gebeurt niet vaak dat een historisch kunstvoorwerp met Utrechtse wortels het wereldnieuws haalt. In oktober dit jaar berichtten The Guardian, New York Times en grote nieuwszenders als de BBC over het opstappen van Todd Arrington als directeur van de Dwight D. Eisenhower Presidential Library in Abilene, Kansas. De reden was dat Arrington weigerde een zwaard uit de Eisenhower-collectie aan president Donald Trump over te dragen. Trump wenste met het glinsterende object de Britse koning Charles in te palmen tijdens een staatsbezoek aan het Verenigd Koninkrijk.

300 jaar Oud-Katholiek Seminarie
Jan Hallebeek is wetenschappelijk onderzoeker aan het Oud-Katholiek Seminarie. Peter Ben Smit is bijzonder hoogleraar oude katholieke kerkstructuren aan de Universiteit Utrecht.
Wie in Utrecht en omstreken de term ‘seminarie’ hoort, denkt waarschijnlijk aan het Grootseminarie Rijsenburg in Driebergen (1857) of misschien aan het Ariënskonvikt in de Utrechtse Keistraat (1980). Minder bekend is dat er ook een priesteropleiding bestaat die al in 1725 werd gesticht en nu dus haar 300-jarig jubileum viert. Dat is het Oud-Katholiek Seminarie van de Oud-Katholieke Kerk van Nederland, die losstaat van de kerk van Rome. Deze opleiding is sinds 1969 ondergebracht bij de Utrechtse universiteit, tegenwoordig in een pand aan het Janskerkhof. Waar is het seminarie drie eeuwen terug eigenlijk begonnen en hoe kon zo’n katholiek instituut ontstaan in een tijd waarin protestanten domineerden?

Belangrijk Mariabeeld alsnog verworven
René de Kam is conservator middeleeuwen bij Museum Catharijneconvent.
Niet eerder ben ik geloof ik zo gegrepen geweest door de prachtige uitstraling van een houten beeld als bij de laatmiddeleeuwse Maria die in juni 2024 aan Museum Catharijneconvent te koop werd aangeboden. Ik zag haar voor het eerst in Den Bosch, waar ze in al haar kwetsbaarheid midden op een tafel stond in een druk koffiehuis. Het leek haar niet te deren. De zachte blik, het krullende haar, de golvende omslagdoek en het levendige Christuskind dat met een snelle draai uit zijn moeders omarming probeert los te komen, bleven even treffend. Wat een meesterwerk!

Bertus Mulder (1929-2024): Werkplaats voor Architectuur Utrecht
Arjan den Boer is publicist over geschiedenis en architectuur en eindredacteur van Tijdschrift Oud-Utrecht.
Toen architect Bertus Mulder in 2024 op hoge leeftijd overleed, verschenen er verschillende berichten in de lokale pers en in vakmedia. Daarin lag sterk de nadruk op zijn kortstondige samenwerking met Gerrit Rietveld en zijn rol als restauratie-architect van diens panden, zoals het Rietveld Schröderhuis. Ook Het Gebouw, een tentoonstellingspaviljoen in Leidsche Rijn dat Mulder in 2005 ontwierp met kunstenaar Stanley Brouwn, werd gememoreerd. Voor zijn zelfstandige werk als architect was echter weinig aandacht. In en rond Utrecht zijn van hem bouwwerken uit drie decennia te vinden, elk met hun eigen karakteristieken.

Eendenkooien in de provincie Utrecht
Sander Wassing is historicus. Op 29 januari 2025 gaf hij een lezing voor Oud-Utrecht over eendenkooien in de provincie.
De fascinatie voor eendenkooien ontstaat niet zomaar. Velen weten niet hoe ze werken, beroepskooikers zijn er al decennia niet meer en de eendenkooien zelf zijn een onopvallend element in het landschap geworden. Van buitenaf zie je vaak niets anders dan opgaand hout in het polderland, op de percelen die wat lager liggen en vroeger vaak blank stonden. Akkerbouw of veeteelt was op die plekken onmogelijk. Om het land toch rendabel te maken, groeven boeren een lokvijver met een of meer sloten in de hoeken. De met netten of wilgentenen overdekte sloten — de vangpijpen — mondden uit in een vanghokje. Plas en sloten werden omgeven door rietschermen met daaromheen het zogeheten kooibos.