Met de Dubbeltjesgids op pad door het Utrecht van 1885
De zaal was vol op 12 april 2019 toen stadsgids Willemijn Bánki vertelde hoe ze ertoe kwam om deze lezing voor het Historisch Café te geven.
“Als stadsgids heb je te maken met een hoog- en laagseizoen. Afgelopen winter gebruikte ik om onderzoek te doen naar de opkomst van het toerisme in Utrecht. In het Utrechts Archief stuitte ik op de Dubbeltjesgids. Omdat hier een stadswandeling in beschreven stond en omdat er in 1885 al foto’s werden gemaakt, leek me dit een leuk onderwerp voor een historisch café. Vrijwel alle foto’s in de presentatie (zo’n 70) zijn afkomstig uit het Utrechts Archief en ze zijn gemaakt tussen 1850 en 1900. Het verdere onderzoek is helaas even op een laag pitje komen te staan, nu het hoogseizoen weer is begonnen.”
Snoeperig huisje
Net na aanvang van de presentatie rinkelt een mobiele telefoon. Precies het moment om de stoomtrein te laten rijden. De “stadswandeling” begint immers bij het Rhijnspoor-station. Aan de hand van zwart-wit foto’s van de in het gidsje beschreven plekken slenteren we door Utrecht. Op de beelden heeft Willemijn de originele tekst uit de reisgids in sierlijke letters geschreven. Daarbij geeft ze steeds enige achtergrondinformatie.
Opheffen kapittels
Wat de presentatie interessant maakt, is dat Willemijn ons juist ook vertelt wat niet in de gids vermeld wordt. Veel van deze plekken beschouwen we nu als de mooiste van Utrecht. Denk daarbij aan de kerken en de hofjes. De hofjes zoals de Bruntenhof waren in 1885 nog in gebruik voor de armenzorg. En de kerken waren in de 19e eeuw ernstig in verval. Na het opheffen van de kapittels kwamen de kapittelkerken en de Domtoren onder Domeinen te vallen. Deze “vastgoedorganisatie” van het Rijk wilde er zo snel mogelijk weer van af en bood afkoopsommen om het onderhoud en beheer van de kerken terug te geven aan de kerkvoogden en de toren aan de gemeente. De herstelwerkzaamheden kwamen echter maar langzaam op gang.
Krammen & beugels
Na een tweede hevige storm in 1836 werd overwogen de Domtoren af te breken. Gelukkig besloot de gemeente de toren te repareren en consolideren. Dit betekende dat de toren vol krammen en beugels kwam te zitten. Toch beklommen in 1870 zo’n 1655 mensen de toren. In het Utrechts Archief zijn enkele bezoekersregisters bewaard gebleven waar in zwierige letters de namen staan van voornamelijk regionale dagjesmensen en enkele buitenlandse bezoekers.
Geld, vrije tijd, transport
Het lijkt erop dat je in de 19e eeuw nog niet echt van toerisme kunt spreken. Voor toerisme is het nodig dat mensen over geld, vrije tijd en goed vervoer beschikken. Alleen de rijken beschikten over geld om te reizen. Daarnaast was er in 1885 nog een werkweek van 70 uur. Pas na de komst van de Arbeidswet kwam de werkweek van 45 uur. Vakantie werd pas een recht na 1966. Wat natuurlijk wel beter werd, was het openbaar vervoer. In 1885 reden in Utrecht stoomtreinen naar Amsterdam en Arnhem, een stoomtram richting Vreeswijk en een paardentram van het Rhijnspoorstation naar Zeist. Over het water kon je gebruikmaken van de stoombootdienst tussen Utrecht en Vreeswijk of Utrecht en Breukelen. Later werd dit netwerk uitgebreid en pas na 1900 verscheen de elektrische tram.
Tabernakel en weerkunde
In de wandeling passeren we verschillende musea, die Arjan den Boer beschreven heeft in zijn serie over verdwenen musea in De Utrechtse Internet Courant (DUIC): het Stedelijk Museum, het Natuurhistorisch museum, het Tabernakel, het Aartsbisschoppelijk museum en Kunstliefde. Ook wordt veel aandacht gegeven aan de nieuwe academische instellingen zoals het Fysisch Laboratorium, het Fysiologisch Laboratorium, het Academisch Ziekenhuis en de Rijks Veeartsenijschool. Vaak kon je bij de directeur van een instelling een bezoek aanvragen. Zo ook bij directeur Buys Ballot van het Sterrekundig en Weerkundig Observatorium. In 1886 zou de Universiteit van Utrecht 250 jaar bestaan.
Een ledige wandeling
Dit is een bloemlezing van hetgeen afgelopen vrijdag aan bod kwam. Het voert te ver om de hele presentatie hier te beschrijven. Willemijn Bánki nam ons op een levendige manier mee naar het einde van de 19e eeuw. Echter de deelnemers aan deze stadswandeling hebben hun 10.000 stappen niet gehaald, zij konden ledig blijven zitten in de prachtige Smeezaal van het Bartolomeus-gasthuis.
Willemijn Bánki is sinds 2014 stadsgids in Utrecht.
Zij is eigenaar van Stadswandelingen Utrecht & Fietstochten Utrecht.