Koosmarsman

'K wis niet dat je kwaad werd

Ik woon nu circa 40 jaar in Utrecht. Ik weet nu nog hoe ik als twintiger op de markt kwam en toen ik aan de beurt was te horen kreeg "wat moet je jochie". Ik was even verbaasd want waar ik vandaan kwam, Noord Holland, bij IJmuiden, spraken sommigen ook wel een beetje plat, maar "jochie" dat zeg je tegen iemand tot een jaar of 12. Tijdens het Historisch Café van 17 januari 2020 gaf Koos Marsman een college "Uterechs praoten". Toch eens kijken wat ik, als import-Utrechtenaar opgestoken heb.

Vooraf werd de zaal lekker gemaak met oa een nummer van Pleps.

Koos begon zijn collegee met een rondgang door de zaol. Hier bleken nog heul wa echte Utrechtenaren te zitten die hem direk begrepen. Daas natuurlijk nie zo moeilijk als je in een uitverkoch huis zit, waor? Er woaren zelfs mensen weggestuur.

Zijn grote voorbeeld Bernard Martens van Vliet krijg aandach in verband met het schrijven van het Utrechts woordenboek, "De Vollekstoal van de stad Uterech".
Uterechs werd van oorsprong gesproken door de laagste klasse, maar het Utrechs toont ook wat een Utrechtenaar is: "Grote bek, klein hartje". Koos vertelde ook hoe er bij hem thuis, volgens zijn moeder géén plat Uterechs gesproken werd. Pas later snapte hij dat de boodschap die hij moest doen toch ook plat was: Hij haalde "drege lappen", doorregen- of varkeslappen, bij slager Toon Hermanns.
Ook de keuze voor het Uterechse woord kom ter sprake. "Gladiool", "Waor", "Wijffie", "Dâkhoas", maar "Jochie" werd gekozen.
Daarnaas komen bekende ambassadeurs van de Uterechse toal ter sprake, zoals Hennie Oliemuller (Theater Schiller), Tineke Schouten (Táárzáán, lêgge), Rijk de Gooier (Als ik boven op de Dom kom), Herman van Veen (Hij keurt ‘m af, die kut!) en Herman Berkien (Uterech me stadsie).

Ik kreegt ook te horen da Utrechtenaren fouten maoken met de t, doar waar het hoor, istie nie en waar het nie hoor, wordie gebruik. Nu drinkt ik weinig thee en ik daag eers da het over een theehuis ging, moar het bleekt te moaken te hebben met het inslikken van de t (niet het doorslikken dus) en het plaatsten van een t woar tie nie hoor. Weer woa geleerd.

In de afsluitende vragenronde wordt nog even duidelijk gemaak dat volgens Bernard Martens van Vliet het "Utrechtenaar" is, waarvan akte!
Goed en leuk college! Ik hebt begrepen da de direksie een vervolg regel.

Hier vindt u een uitgebreid verslag.
Foto: Frank Kaiser.