Besmettelijke ziektes en epidemieën (videoverslag)

Op vrijdag 10 september hield Cor van Ingen, die jaren bij het RIVM als vries-droog-specialist heeft gewerkt en zijn belangstelling voor geschiedenis combineert met zijn kennis van virussen, een verhaal over pandemieën in het verleden. Hij deed dat tijdens het historisch café in Bibliotheek Neude. 

Van Ingen trapte af met de Spaanse griep, een grieppandemie die aan het einde van de Eerste Wereldoorlog woedde en die 50 tot 100 miljoen slachtoffers telde. Een aantal dat het totale dodental van de Eerste Wereldoorlog ruimschoots overtrof. Veel soldaten werden ook getroffen door de Spaanse griep. In het begin dacht men dat het een bacterie was. Volgens Van Ingen ontdekte men pas in 1934 dat het om een virus ging.

De grote troepenbewegingen tijdens de Eerste Wereldoorlog zorgden er ook voor dat het virus zich verder kon verspreiden. Zo verplaatste generaal Ludendorff, na het wegvallen van het oostfront door de Russische revolutie, de troepen naar het westfront voor een laatste grote slag, de Kaiserschlacht. Maar de troepen waren besmet met de Spaanse griep wat uiteindelijk zou leiden tot het einde van de oorlog. Zo zie je volgens Van Ingen dat ziektes vaak zorgden voor het einde van een oorlog.

De pest was een infectieziekte die van de 14e tot en met de 19e eeuw in Europa veelvuldig voorkwam en enorme aantallen slachtoffers maakte. De ziekte werd verspreid door de pestbacil die door vlooien wordt overgedragen en die zich door ratten verspreidde. De pest werd onder meer bestreden door het instellen van quarantaine, wat is afgeleid van quaranta giorni, veertig dagen. Tijdens de pestepidemie in de 14e eeuw in Italië moesten namelijk alle aanmerende schepen veertig dagen in de haven stil blijven liggen, en werd de bemanning geacht het schip niet te verlaten.

Een vaccin is een middel dat de mens min of meer langdurig kan beschermen tegen een infectieziekte. Zo betekende het poliovaccin het einde van de polio in Nederland. In 1956 was de laatste grote polio-epidemie in Nederland. Naar aanleiding van deze epidemie kwam de vaccinatie tegen polio met het zogeheten Sabin-vaccin op gang. De grote vaccinatiecampagne van 1957 was gericht op alle kinderen geboren vanaf 1 januari 1950. Deze vaccinatiecampagne wordt beschouwd als het begin van het Nederlandse Rijksvaccinatieprogramma.

Nederland heeft in het algemeen een zeer hoge vaccinatiegraad: in grote delen van Nederland is meer dan 90 procent van de mensen gevaccineerd tegen onder meer pokken, kinkhoest en polio. Daardoor ontstaat groepsimmuniteit: de niet-gevaccineerden zijn beschermd doordat het virus zich in een populatie met zoveel immune personen niet kan verspreiden.

Maar we zij er desondanks 'nog niet vanaf', waarschuwt Van Ingen. Door de globalisering en verre reizen hebben mensen steeds meer contacten met vreemde dieren. De bio-industrie is ook niet bevorderlijk. Dus we zullen ons volgens Van Ingen moeten voorbereiden op meer pandemieën in de toekomst.

Bekijk hier het videoverslag van de presentatie.

Hieronder enkele foto's uit de bijeenkomst.

Mondkapjes

Mondkapjes1

Mondkapjes2

Virussen