Demka, de eerste staalproducent van Nederland
Zuilen huisvestte jarenlang twee grote industrieën: Werkspoor en Demka Staalfabrieken. Op vrijdagmiddag 8 november 2019 vertelde Wim van Scharenburg van Museum Zuilen het verhaal van de eerste staalproducent in Nederland.
De geschiedenis van de Koninklijke Demka Staalfabrieken vangt aan in 1851 in het Groningse Hoogezand. Daar begon Ewe ten Oever in de wijk Martenshoek een IJzergieterij. In 1882 trad Jan Menzo de Muinck Keizer tot de firma toe en in 1891 werd hij eigenaar.
De Muinck Keizer verkreeg uit Duitsland de licentie van het procédé van reformstaal en het alleenrecht op de productie ervan in Nederland. Daarmee werd in 1902 in Nederland door De Muinck Keizer voor het eerst staal gefabriceerd.
Toen de directie van Werkspoor, de belangrijkste afnemer van De Muinck Keizer, hem attendeerde op het grondgebied aan het Merwedekanaal besloot De Muinck Keizer om in 1913 naar Zuilen te verhuizen. De officiële naam was vanaf dat moment de Nederlandsche Staalfabrieken v/h J.M. de Muinck Keizer, afgekort als d.M.K. of in spreektaal Demka. In 1921 werd Demka dan ook de naam van het bedrijf. In 1919 verwierf Hoogovens 50 procent van de aandelen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog ging de productie gewoon door. Op last van de bezetter werd overgegaan op producten die nodig waren voor de Duitse industrie, zoals spoorwielen en granatenstaal.
Na de oorlog werd het nieuwe terrein aan de overzijde van het Merwedekanaal (later Amsterdam-Rijnkanaal) in gebruik genomen. Een voetbrug die langs de zuidkant van de spoorbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal werd aangelegd, verbond de beide terreinen met elkaar.
Na de Tweede Wereldoorlog produceerde Demka vooral staaldraad en staalgietwerk. Het staaldraad werd toegepast in betonstaal, kettingen, bouten en moeren. Het gietwerk werd vooral gebruikt voor scheepsonderdelen, baggeremmers, wielen, turbinehuizen en dergelijke.
Met de groei van het bedrijf, groeide ook het aantal werknemers. Er werden steeds meer gastarbeiders aangetrokken. Eerst uit Zuid-Europa, daarna ook buiten Europa zoals Turkije en Marokko.
Op zijn hoogtepunt telde het bedrijf 2500 werknemers. En aangezien het bedrijf veel met zware voorwerpen werkte had het zo'n 75 kraandrijvers in dienst. Het bedrijf had ook een eigen fanfare met uniformen, een eigen voetbalclub, damvereniging en een eigen bedrijfsopleiding, de Menzo de Muinck Keizerschool.
In 1964 werd Demka overgenomen door Hoogovens. In 1966 werd het bedrijf, ten gevolge van de staalcrisis, gereorganiseerd waarbij 1150 van de 2000 werknemers ontslagen werden en diverse afdelingen werden gesloten. In 1968 fuseerde de gieterij met het Franse bedrijf Sambre et Meus, waarbij SMDK gevormd werd. SMDK sloot in 1977 en in 1983 werd ook de walserij gesloten en kwam er een einde aan Demka. Er werkte toen nog maar 225 mensen bij Demka.
Van het oudste gedeelte van de fabriek is tegenwoordig niets meer te zien. Maar aan de overkant van het kanaal staan nog wel twee gebouwen, die beide onderdeel waren van de naoorlogse uitbreidingen. Het gebouw Sophialaan 1 is een kantoorgebouw van Demka uit 1965 en verderop op nummer 5 staat de smederij uit de jaren vijftig. Deze gebouwen zijn de enige overblijfselen van Demka.
Foto: Utrechts Archief,
Luchtfoto Werkspoorkwartier uit 1989, Het Utrechts Archief
Een gebied met veel industrieel erfgoed is het Werkspoorkwartier. Genoemd naar het grootste bedrijf dat er in de 20e eeuw gevestigd was, omvat het Werkspoorkwartier ook de Industriehaven, de Centrale Merwedekanaal en het terrein van de voormalige Demka-staalfabriek.
Zie het Oud-Utrecht artikel over de dynamiek van het Werkspoorkwartier:
Op pad met Oud-Utrecht: het Werkspoorkwartier - Oud Utrecht