René de Kam over "Dromen in beton"
Op vrijdagmiddag 13 september 2019 hield René de Kam, conservator stadsgeschiedenis van het Centraal Museum, een verhaal over Kanaleneiland en Hoog Catharijne tijdens het Historisch Café in het Bartholomeus Gasthuis. Aanleiding was de tentoonstelling Dromen in beton in het Centraal Museum die 28 september opent.
Om de ontwikkeling van Kanaleneiland en Hoog Catharijne goed te kunnen begrijpen moeten we volgens De Kam terug in de tijd. Hij laat een kaart van Utrecht uit 1920 zien, een kaart die toont hoe Utrecht er in de toekomst uit zal zien als de stad 450 duizend inwoners zal hebben. Het probleem op dat moment is echter dat de gemeente Utrecht de grond voor de uitbreiding van de stad niet in bezit heeft. De grond is eigendom van buurgemeenten zoals Zuilen, Maartensdijk en Jutphaas. In de jaren dertig breekt bovendien de crisis uit en vervolgens de oorlog. Het gevolg is dat er na 1945 nog niets is gebeurd. Terwijl er inmiddels wel 12 duizend woningzoekenden in Utrecht zijn. Mensen wonen in caravans en lege spoorwegwagons.
In 1954 krijgt Utrecht eindelijk zijn gewenste grensuitbreiding. Rene de Kam laat een eerste schetsontwerp zien voor Kanaleneiland uit 1953. In de nieuwe wijk moeten 30 duizend mensen komen te wonen in 7500 woningen. Typerend is het ontwerp door middel van zogeheten 'stempels' waarbij de plattegrond van delen van de wijk herhaald ofwel gestempeld worden. In 1957 werd de eerste paal van de nieuwe wijk geslagen.
Nieuw in de wijk Kanaleneiland was dat de riolering voorafgaand aan de bouw werd aangelegd. Ook was er veel groen, de woongebieden werden van elkaar gescheiden door groen- en sportvoorzieningen. Het verkeer werd om de wijk heen geleid. Het was een wijk bedoeld voor de middenklasse, vertelt De Kam, met bejaardentehuizen en maar liefst zes kerken, drie katholieke en drie protestantse kerken. Het was volgens De Kam een stad op zichzelf. Er kwam een supermarkt, er was stadsverwarming en er waren vuilstortkokers en telefoons om de deur te openen. Er werd gerekend op 600 auto's, 1 auto op 12 huishoudens.
Hoog Catharijne luidde het begin van de consumptiemaatschappij in, aldus De Kam. Het nieuwe winkelcentrum werd gebouwd naar het voorbeeld van de Amerikaanse shoppingmalls. Voor het nieuwe winkelcentrum werd de gehele stationswijk gesloopt, inclusief het gebouw van de verzekeringsmaatschappij De Utrecht, een van de belangrijkste jugendstil-panden van Nederland. De Utrechters waren volgens De Kam in het begin nog enthousiast over het nieuwe winkelcentrum. Als echter Hoog Catharijne in 1973 officieel wordt geopend is de stemming omgeslagen. Duizenden inwoners protesteerden die dag tegen het nieuwe winkelcentrum.
Vlak na de opening was Hoog Catharijne het grootste overdekte winkelcentrum van Europa. In de jaren 80 is er echter sprake van economische malaise. Junkies gebruiken het verwarmde en overdekte winkelcentrum als slaapplaats. Veel mensen durven daardoor na de winkelsluiting er niet meer te komen. In de tweede helft van de tentoonstelling in het Centraal Museum krijgen de bezoekers de mogelijkheid om te laten weten wat ze ervan vinden, vertelt De Kam. Bovendien is er elke zondagmiddag een spreker over stedenbouw, waaronder Joris Luyendijk en Ellen Vogelaar.
Kanaleneiland en Hoog Catharijne waren in de jaren 50 en 60 vooruitstrevende projecten maar kwamen al snel daarna onder vuur te liggen, aldus De Kam. Tegenwoordig probeert men meer flexibel te bouwen zodat er meebewogen kan worden met de toekomst.