Historisch café: Katholieke armenzorg in Utrecht

Tijdens het historisch café van 24 oktober vertelde Mary Hallebeek de geschiedenis van de katholieke armenzorg in Utrecht. Die verloor na de Tweede Wereldoorlog de oorspronkelijke taken maar vond ook nieuwe uitdagingen.

Historisch Cafe Armenzorg Mary Hallebeek 3

Armenzorg is tot de twintigste eeuw een taak geweest van kerkelijke charitatieve instellingen. Omdat Utrecht in de middeleeuwen uitgroeide tot het economische en kerkelijke centrum van de noordelijke Nederlanden en pelgrimeren in zwang kwam, stond de stad vol gasthuizen, kloosters, weeshuizen en kerken.

Hier kwam verandering in door de reformatie. Toen werd de gereformeerde religie de openbare kerk; de katholieke eredienst werd verboden, kerken, landerijen, tegoeden en gebouwen werden geconfisqueerd. De armenzorg ging over op de gereformeerde diaconie. Katholieke en niet-gelovige armen werden geholpen door de stadsaalmoezenierskamer.

Toen de stad dit in het rampjaar 1674 niet meer kon opbrengen, en de diaconie weigerde de zorg voor katholieke armen op zich te nemen, besloten tien vooraanstaande katholieken een eigen armenkamer op te richten. Na de breuk tussen de kerk van Rome en Utrecht in 1723, ging de armenkamer uiteen in een rooms katholieke armenkamer, de huidige Katholieke Caritas Utrecht, en de Oude Roomsch Katholieke Aalmoezenierskamer, kortweg de ORKA. Beide kamers vierden in 2024 hun 350-jarig bestaan. Ter gelegenheid daarvan verscheen het boek Van aalmoes naar kansengelijkheid van oud-regent Mary Hallebeek van de ORKA.

Hier kun je de video terugkijken. (In het begin staat het beeld even stil.)