Nieuws

Een pleziertuin aan de Oudegracht. De overtuin van koffiehuis ‘De nieuwe bak’

in zijn tweede bijdrage over groen erfgoed in Utrecht schrijft Michiel Plomp over een pleziertuin aan de Oudegracht: de overtuin van koffiehuis "De bak'.

Johannes Warnardus Bilders De achterzijde van enkele huizen aan de Lijnmarkt in Utrecht

1. Johannes Warnardus Bilders, toegeschreven, Gezicht op de overtuin van koffiehuis ‘De nieuwe bak’, ca. 1830-40, olieverf op paneel; 35,5 x 28,4 cm, Collectie © Centraal Museum, Utrecht (foto: Adriaan van Dam)

Met alle hoogteverschillen doet het tafereeltje bijna buitenlands aan. Maar het is gewoon in Utrecht aan de Oudegracht. Vanaf de Lichtegaard kijken we op achterkant van huizen aan de Lijnmarkt. Vermoedelijk is het schilderij een jeugdwerk van de romantische kunstenaar Johannes Warnardus Bilders (1811-1890). Geboren in een bakkersgezin aan de Lange Nieuwstraat kende Bilders de Utrechtse binnenstad als zijn broekzak. 
Vanuit een kelderboog worden zwanen gevoerd. Vlakbij het water hebben twee vrouwen waarschijnlijk net hun was uitgespoeld. Een verdieping hoger, in de kleine maar weelderig begroeide tuin, loopt een sjiek geklede vrouw met een kind aan de hand. Ze kijken van achter een hekwerk van houten spijltjes dat de tuin omzoomt naar de zwanen. Nog weer iets hoger staan twee mannen in een deuropening. Het is de deuropening van het koffiehuis ‘De nieuwe bak’ (tegenwoordig Lijnmarkt 19). 
De weelderige tuin betrof geen openbaar groen. Het was de ‘overtuin’ – een tuin die door een openbare weg of door een water van de woning is gescheiden – van ‘De nieuwe bak’. Gezien de grote boom in het midden is het niet een recent ingeplante tuin. Zijn compacte kruin heeft wel iets weg van een perenboom, een boom die vanouds goed past in een stadstuin. Bilders, die rond 1838 aan de Donkere Gaard woonde heeft de vegetatie met overgave uitgebeeld, maar daarbij weinig oog gehad voor een herkenbare detaillering. 

Hoe klein het stukje groen ook is, de eigenaar van het koffiehuis, Bernard ten Hagen (1780-1855), heeft het intensief gebruikt. Regelmatig is in Utrechtse kranten te lezen dat hij er ’s avonds vocale en instrumentale concerten verzorgde, vaak waren die ‘in deszelfs Lokaal en Tuin’. Overdag was er dan van ‘twaalf tot half drie bij afwisseling Zang en Harmonie’ te horen Een enkele keer gebruikt Ten Hagen daarbij zelfs in de annonce de term ‘vauxhal’, ofwel een feesttuin voor vermakelijkheden. Het woord is afgeleid van de beroemde Vauxhall Gardens, een populaire pleziertuin aan de Theems in Londen van ca. 1660-1860 (afb. 2). 

Vauxhall ongekleurd 

2. Vauxhall Gardens met een orkest in een verhoogde, open tent, ca. 1740

Namen van componisten die incidenteel langskomen bij aankondigingen van deze ‘Oudegracht-concerten’ zijn Mozart, Derieux(?) en Strauss. Op het schilderijtje van Bilders is van al die muzikale activiteit niets te zien, maar dat is weinig verwonderlijk. Als er al een vast ‘speelveldje’ was gecreëerd, was dat uiteraard juist aan de koffiehuis-kant, die wij niet kunnen zien. Ook na het overlijden van Ten Hagen is men met dit soort concertjes doorgegaan, want ook uit de jaren zestig zijn vergelijkbare aankondigingen te vinden.
Behalve dat de tuin een fraaie omlijsting voor plezier bood, gaf deze ook licht en ruimte aan het koffiehuis en daarmee standing. De Lijnmarkt is immers een relatief smalle en donkere straat. ‘De nieuwe bak’ moet sowieso een etablissement met status zijn geweest. In diverse kranten is regelmatig te lezen dat bepaalde belangrijke bouwbestekken of condities voor verpachting in te zien zijn in bekende koffiehuizen in het midden van het land, w.o. ‘De nieuwe bak’ in Utrecht. Ook de ‘Handelssociëteit’, een bekende, nog steeds bestaande vereniging van Utrechtse ondernemers en bestuurders, werd in 1852 in ‘De nieuwe bak’ opgericht. 

Moesman Gezicht op een gedeelte van voorgevels Lijnmarkt

3. Johannes Anthonius Moesman, Gezicht op een gedeelte van de voorgevels van de huizen Lijnmarkt 19, 17 en 15, ca. 1900, Gemeentearchief, Utrecht (62755). 

Op 10 april 1874 is in het Algemeen Handelsblad te lezen dat er een openbare verkoping zal plaatsvinden van ‘het welbekende Koffiehuis, genaamd ‘De nieuwe bak’, te Utrecht, in de Lijnmarkt [ ] en een Erf of Tuin daartegen over’. Wat er toen precies gebeurd is, is niet geheel duidelijk, want ‘De nieuwe bak’ wordt nog genoemd in 1875 en 1878. Maar in 1883 is het pand in handen van de weduwe J.A. Verkerk die de pui behoorlijk laat verbouwen, waarschijnlijk ten behoeve van een winkel. Op een foto van weer zo’n twintig jaar later is de plek van de tuin nog goed te herkennen, inclusief het hek met de houten spijltjes (afb. 3). Maar een heuse tuin met planten is het dan niet meer. Wellicht is het terrein al leeggemaakt voor de nieuwbouw die waarschijnlijk toen al op stapel stond. Tussen 1904 en 1906 is er het pand neergezet, dat er nu nog staat: Lijnmarkt 20A, een fraai jugendstil woonhuis annex winkel met grote ronde etalages. De achtergevel aan de Oudegracht is misschien iets minder elegant, maar laat zeker ook karakteristieke elementen van de Jugendstil zien, zoals de halfronde deurpartij aan de werf. De architect was vermoedelijk de Amsterdammer R.F.G. Nieuwenhuys (afbeeldingen 4-5). De grote balkons aan het nieuwe huis lenen zich wel voor een muzikale serenade, maar de romantische begroeiing, zoals die er eens was, zul je erbij moeten denken. 

Gezicht op huis Lijnmarkt 20A 
4. Fotograaf onbekend, Gezicht op Huis Lijnmarkt 20A voorkant, 1982, Gemeentearchief, Utrecht (62804). 

Gezicht op Lijnmarkt 20A Pol

5. A. van de Pol, Gezicht op huis Lijnmarkt 20A, aan de Oudegracht, 1930, Gemeentearchief, Utrecht (67174). 

Verder lezen: Bibi van Hulten, Yvonne Schouten en Esther Wessel, Jugendstil in Utrecht, 1992, p. 39; Ben van Spanje, ‘De sociëteiten in Utrecht’, Steengoed, jubileumnummer 2010, pp. 42-43; Liesbeth Helmus, De verzamelingen van het Centraal Museum Utrecht, deel 5, Catalogus schilderkunst tot 1850, Utrecht 1999, p. 639, cat. 48; Jeroen Kapelle, ‘De Utrechtse jaren van de landschapschilder J.W. Bilders’, Tijdschrift Oud Utrecht, augustus 2021, pp. 4-8; Utrechts Documentatie Systeem.