Trots op de Utrechtse Agatha van Schoonhoven
Een van de mooiste portretten uit de geschiedenis van Utrecht is dat van Agatha van Schoonhoven, de geliefde van schilder en kanunnik Jan van Scorel. Ze kijkt ons schalks aan. Het hangt in Rome, tussen talloze beroemde kunstwerken in het Palazzo Doria Pamphilj. Een bescheiden portretje, maar van alle artikelen in de museumwinkel van het Palazzo zijn de kaarten, boekenleggers en magneten met daarop onze Utrechtse Agatha het meest verkocht.
Jan van Scorel (1495-1562) had een uitzonderlijke carrière. Hij was de eerste kunstenaar uit de Noordelijke Nederlanden die via Duitsland en Oostenrijk naar Italië reisde en werkte in Venetië en Rome. Van Scorel reisde ook als pelgrim naar Jeruzalem, een dure en exclusieve reis. Hij woonde in het Vaticaanse Belvedère en schilderde voor de Nederlandse paus Adrianus VI (1459-1523). In 1524 keerde hij terug naar de Nederlanden, waar hij kanunnik van de Mariakerk werd en uitgroeide tot een succesvol kunstenaar die de renaissance in onze gewesten introduceerde. Hij had een enorm netwerk, onderhield een groot atelier in Utrecht en had vele leerlingen en navolgers. Tot zijn beroemdste leerlingen hoort Anthonie Mor (circa 1519-1575), meer bekend onder de Spaanse naam Antonio Moro, hofschilder van keizer Karel V. Jan van Scorel stierf in Utrecht in 1562 en werd begraven in de Mariakerk. Voor zijn praalgraf schilderde Mor een portret als eerbetoon aan zijn meester.
De boetvaardige Maria Magdalena van Caravaggio uit 1597, waarover wordt gezegd dat er een prostitué model voor heeft gestaan. (Galleria Doria Pamphilj)
Een blik op de verbluffende collectie van de Galleria Doria Pamphilj.
Palazzo Doria Pamphilj
In Rome staat vlak bij het Forum Romanum het imposante zestiende eeuwse Palazzo Doria Pamphilj, dat zo groot is dat het een heel straatblok beslaat. Het Palazzo bevat een ongekend aantal meesterwerken afkomstig van de familie Doria. Er zijn schilderijen van onder andere Caravaggio, Rafaël, Titiaan en Velasquez tot Brueghel, Memling, Massijs en Rubens. Er is één werk van de Utrechtse schilder en kanunnik Jan van Scorel: een portret van zijn levensgezellin Agatha van Schoonhoven met wie hij zes kinderen kreeg. Het hangt er in de rijk gedecoreerde gangen van het Palazzo. Het schilderij van slechts 38 bij 27 centimeter was in 1965 gestolen door een dief verkleed als monnik die het verruilde voor een kopie. Gelukkig werd het origineel teruggevonden.
Het schilderij van Agatha van Schoonhoven is een aantal keren in Nederland geweest voor een expositie. De eerste keer was in september 1913 voor een tentoonstelling van vroeg-Nederlandse kunst in Utrecht, de tweede keer was in 1955 voor een overzichtstentoonstelling van Jan van Scorels werk in het Centraal Museum, de derde keer was in 2009 met de tentoonstelling Scorels Roem, eveneens in het Centraal Museum.
Elisabeth Houtzager, directeur van het Centraal Museum, in juli 1955 bij aankomst op Schiphol met het portret van Agatha van Schoonhoven, dat zij persoonlijk ophaalde bij prins Doria Pamphilj in Rome.
Levensgezellen
Hoe zat dat eigenlijk? Kon een kanunnik als Van Scorel openlijk een gezin stichten? Kunsthistoricus Godfried Hoogewerff schreef daarover in De Noord-Nederlandse Schilderkunst uit 1947 het volgende: “In 1529 te Utrecht teruggekeerd en zeer kort nadat hij het canonicaat had verworven, sloot Scorel een verbintenis met Agatha van Schoonhoven, dat in onze ogen een huwelijk is. Het was de geestelijke natuurlijk niet geoorloofd een wettige vrouw te hebben. Maar als zovele kanunniken, die zich aan de wijdingen alleen hadden onderworpen om zich de prebende te verzekeren, bij wijze van een lijfrente en behoorlijk middel van bestaan, zo moet ook Scorel, zoals wij hem kennen, weinig roeping hebben gevoeld om zich terwille van een stand, die hij uit legitieme baatzucht omhelsd had, alle echtelijk geluk, al was dat dan ook illegitiem, te ontzeggen. Men moet rekening houden met de zeden van zijn tijd en deze, die een los leven niet eens zoo heel erg gewraakt zouden hebben, vonden het geregeld samenleven met een huisvrouw een heel gewoon en natuurlijk iets, waaraan niet de minste aanstoot werd genomen. We zouden Scorel groot onrecht doen door hem zijn concubinaat als iets onzedelijks te verwijten. Integendeel, dat hij zich een thuis en een familie stichtte, mag pleiten voor zijn karakter.
De beeltenis is als een bruidsportret te beschouwen; 't geen ook hieruit blijkt, dat Scorel het nauwkeurig heeft gedateerd en van een opschrift voorzien. Dat deed hij anders haast nooit. Afgezien van de pelgrims-portretten, waarop de inscripties een vereischte waren, en afgezien van een enkel jaartal komt een feitelijk opschrift alleen voor op het altaar te Obervellach, zijn eerste meesterstuk, en op het bekende portretje van den scholier in 't Museum Boymans, uit het jaar 1531. Het opschrift op het portret van zijn geliefde luidt: ‘Agatha Sconhoviana, 1529. - Per Scorelium pictorem’.”
Agatha van Schoonhoven door Jan van Scorel uit 1529, door de schilder vermoedelijk beschouwd als bruidsportret. (Galleria Doria Pamphilj)
Gedicht
In 2009 presenteerde het Centraal Museum de tentoonstelling Scorels Roem: hoe een Utrechtse schilder de Renaissance naar het Noorden bracht. Het was een overzicht van de Utrechtse schilderkunst uit de periode 1350-1600 waarin het werk van Jan van Scorel de hoofdrol speelde.
Bij de opening van de tentoonstelling las Ingmar Heytze, in dat jaar benoemd tot de eerste Utrechtse stadsdichter (2009-2011), zijn gedicht Agatha voor. De ik-figuur is de schilder die, in de woorden van Ingmar Heytze mijmert over zijn geliefde:
Agatha
Ik ben ergens halverwege als ik naar je kijk met deze ogen.
Mijn testament kan wachten, er is tijd – misschien
heb ik nog drieëndertig jaar, misschien te weinig dagen
om jouw beeltenis te maken. Het kan me niet veel schelen
zolang jij er bent, mijn leven lang, Agatha – met je naam
vol aah’s om te fluisteren in de nacht, met je handen
en je lippen en het eeuwige geheim van wat er in je omgaat
als je naar me kijkt en lacht terwijl ik laag op laag breng,
heen en weer been, zoekend naar je ware kleuren.
Met jou zal ik nooit ergens anders zijn dan halverwege,
in het midden van de wereld. Mijn werk is mijn wapen
tegen de tijd; mijn schild ben jij.
De Maria Magdalena van Jan van Scorel uit 1530. Ze lijkt verdacht veel op Agatha. (Rijksmuseum)
Kunsthistoricus in Rome
Kunsthistoricus Godfried Hoogewerff (1884-1963) studeerde vanaf 1903 aan Universiteit Utrecht, waar hij de handschriften van het Aartsbisschoppelijk Museum catalogiseerde. In 1908 werd hij assistent van hoogleraar Willem Vogelsang en in 1909 bracht hij zijn eerste bezoek aan Rome. Hij verbleef in het Nederlands Historisch Instituut te Rome voor zijn dissertatie over Nederlandse schilders die in de zestiende en zeventiende eeuw in Italië werkten, waaronder de Utrechtse caravaggisten als Gerard van Honthorst, Hendrick ter Brugghen en Dirck van Baburen. In 1923 werd Hoogewerff directeur van het instituut in Rome. Hij zorgde ervoor dat vanaf 1924 de kunstgeschiedenis en archeologie een officiële plek kregen naast de historische afdeling van het instituut. Zijn speciale interesse ging uit naar Jan van Scorel, die als Nederlander in Italië zo'n opmerkelijke carrière had gemaakt; hij publiceerde een Franstalige monografie over Van Scorel in 1923 en een andere in het Nederlands in 1941. Hoogewerffs omvangrijkste kunsthistorische publicatie is de De Noord-Nederlandsche Schilderkunst (1936-1947. 5 dl.), waaruit wij hierboven citeerden.
Twee reeksen portretten van leden van de Utrechtse Jeruzalembroederschap, de broederschap waarvan Van Scorel zelf ook lid van was. (Centraal Museum)
Verder lezen of kijken?
Gaila Jehoel, Het culturele netwerk van Jan van Scorel (Hilversum, 2020). Op YouTube is een interview met haar over het boek te zien. Daarnaast verzorgde ze een lezing voor Oud-Utrecht.
Thera Coppens, Antonius Mor als hofschilder van Karel V, (Baarn, 1999). Op haar website staan meer artikelen. Coppens sprak ook bij een van onze historisch cafés, via de site is de video terug te zien.
Het Centraal Museum maakte verder nog deze video over Van Scorel.