Een Saenredam in de Saenredamstraat
De blinde zijmuur van de Saenredamstraat is nu een eeuwenoud schilderij. Een particulier initiatief in de Schildersbuurt, gerealiseerd met ondersteuning van de Gemeente en het Centraal Museum.
Saenredam in de Saenredamstraat
De al jaren bestaande wens om de blinde zijmuur van Saenredamstraat nr 2 op te fleuren, heeft, in het laatste kwartaal van vorig jaar en geïnspireerd door recente muurschilderingen in de stad, geleid tot het initiatief: “Een Saenredam in de Saenredamstraat”.
In overleg met het Centraal Museum en wijkbureau-Oost van de gemeente, en met instemming van de buurtbewoners, is gekozen voor Het Schip en het Koor van de Sint-Catharinakerk vanwege de enorme ruimtelijkheid, diepte, en eenvoud van de voorstelling.
SchilderscollectiefDeStrakkeHand, met veel ervaring met muurschilderingen in de stad, is al vroeg bij het proces betrokken en heeft het project ook gerealiseerd. De kosten worden voor een kwart opgebracht door de buurtbewoners en voor driekwart, middels een subsidie vanuit het Initiatievenfonds, door de gemeente Utrecht.
Het schilderij
Het Schip en het Koor van de Sint-Catharinakerk, is geschilderd door Pieter Saenredam, en is niet gesigneerd en ongedateerd. Het betreft een houten panel van 116,8 x 95,8 cm en is in bezit van The National Trust en hangt in Upton House, Banbury, Warwickshire, Engeland.
Historie van het schilderij
Op 28 April 1711 wordt het schilderij voor het eerst beschreven in een Haarlemse veilingcatalogus als ”De Sinte Catharina Kerk tot Uytregt van Saenredam, door van Nikkelen gestoffeert”. Op basis van onderzoek van de gebruikte houtpanelen en op stilistische gronden wordt het schilderij gedateerd tussen 1655 en 1660. De genoemde stoffering slaat op de figuren op de voorgrond, die later zijn toegevoegd door Isaak van Nickele, een leerling van Saenredam. Op basis van het type schoenen en hoeden worden deze toegevoegde figuren gedateerd tussen 1665 en1670, en zijn dus waarschijnlijk geschilderd ná het overlijden van Saenredam.
De schilder
Pieter Saenredam (1597-1665) was de zoon van Jan Saenredam (1565-1607), in zijn tijd een bekende graveur, tekenaar en cartograaf met 170 gravures op zijn naam, veelal van sensuele voorstellingen van mythologische figuren, goden en godinnen.
Op 10-jarige leeftijd, na het overlijden van zijn vader, trokken Pieter en zijn moeder naar Haarlem, waar hij vanaf 1612 in de leer ging bij bekende kunstenaars. In 1623, op 26-jarige leeftijd werd hij ingeschreven als “Vry Meester in t Gulde Boeck”. Pieter Saenredam werd al vroeg aangetrokken tot architectuur en was een van de eersten die waarheidsgetrouwe afbeeldingen maakte van kerkinterieurs. Hij begon met tekeningen en schetsen, en nam daarbij veel metingen. Later werkte hij tekeningen en metingen uit, met speciale aandacht voor perspectief, daarbij geholpen door inzicht in architectuur en landmeetkunde. Al het ter plaatse vergaarde materiaal werden later in het atelier uitgewerkt tot constructietekeningen, die 1:1 werden overgebracht op panelen, waarop het schilderij vervolgens werd uitgewerkt.
Saenredam in Utrecht, en link met de pestepidemie.
In 1636 verbleef Saenredam gedurende vier maanden in Utrecht en maakte tussen 18 Juni en 20 oktober in totaal 35 tekeningen (veelal met pen en inkt en diverse kleuren krijt) van 7 kerken; de Mariakerk, Buurkerk, Jacobikerk, Pieterskerk, Domkerk, Janskerk en Catharijnekerk1. Vermoedelijk was de grootste en monumentale Mariakerk de aanleiding van Saenredam’s komst naar Utrecht; mogelijk in opdracht van Constantijn Huygens2. Nadat Saenredam eind juli klaar was met de 11 tekeningen van het interieur en de 3 tekeningen van het exterieur van de Mariakerk begon de toen heersende pestepidemie in Utrecht in Augustus af te nemen terwijl die in Haarlem nog volop actief was. Verondersteld wordt dat Saenredam om die reden nog 4 maanden langer in Utrecht is gebleven, totdat eind oktober de pestepidemie in Haarlem vrij abrupt afnam, en dat hij de tussenliggende tijd heeft benut om de andere Utrechtse kerken in detail te vast te leggen3.
De Catharijnekerk
De Catharijnekerk is de laatste middeleeuwse kerk die in Utrecht is gebouwd, en was in eerste instantie een kloosterkerk, door de Johannieters afgebouwd als Catharijneconvent. De kloostergebouwen van destijds herbergen tegenwoordig het museum Catharijneconvent.
De kerk, vanaf 1636 ten tijde van Saenredams voorstudie4 door protestanten in gebruik, is in 1815 weer aan de Katholieke kerk toegewezen. Vanwege financiële problemen werd in April 2018 besloten de kerkelijke functie te verplaatsen naar de Sint Augustinuskerk, maar in Maart 2019 is dat besluit, vanwege bezwaren vanuit de parochie, en de bovenregionale betekenis van de Catharinakathedraal, weer teruggedraaid en de Catharijnekathedraal blijft daarmee vooralsnog de zetel van het rooms-katholieke bisdom Utrecht.
Verdere plannen
Gemeente en Centraal Museum overwegen een stadswandeling of fietstocht langs de diverse Utrechtse muurschilderingen op te zetten en deze schildering daarin op te nemen. Ondertussen denken betrokken buurtbewoners na hoe de betekenis en educatieve waarde van de schildering onder de aandacht te brengen, én over mogelijke vervolgprojecten in de buurt.
Noten
1 Behalve de Mariakerk, die werd afgebroken in 1844 om plaats te maken voor het gebouw van Kunsten en Wetenschappen, waar nu het conservatorium in is gehuisvest, zijn de andere 6 kerken ook nu nog in gebruik; 5 door verschillende denominaties, en de Buurkerk als museum Speelklok.
2 Er zijn verschillende gedachten over Saenredam’s primaire interesse voor de Mariakerk, zie: Pieter Saenredam, het Utrechtse werk, blz 18-19.
3 Saenredam maakte zijn Utrechtse stadsgezichten tijdens een pestepidemie
4 De voor het schilderij in 1636 gemaakte tekening is in Het Utrechts Archief te vinden.
Opdrachtgever:
Maarten van Leeuwen