Kunstenaar Willem van Leusden, van De Stijl tot surrealisme
Binnenkort opent het Vechtstreekmuseum in Maarssen de tentoonstelling ‘Willem van Leusden, veelzijdig kunstenaar’. En dat is een mooie plek, want de geboren Utrechter maakte in Maarssen een groot deel van zijn werk aan tekeningen, etsen en schilderijen en meer. In 2007 verscheen onderstaand artikel over Willem van Leusden in Tijdschrift Oud-Utrecht. Het is geschreven door kunsthistoricus Dick Adelaar in een Oud-Utrecht serie over 200 jaar Genootschap Kunstliefde.
Willem van Leusden zelfportret 1913 particuliere collectie
In 1986 werd in Museum Flehite in Amersfoort het eerste museale overzicht van Willem van Leusden georganiseerd. De toenmalige directeur geloofde zijn ogen niet toen alle bruiklenen waren uitgestald. Al deze schilderijen, etsen, tekeningen, maquettes en meubels konden volgens hem onmogelijk door één en dezelfde kunstenaar zijn vervaardigd. Het trio gastconservatoren had hem zeker in de maling willen nemen en op eigen houtje een groepstentoonstelling voorbereid. De diversiteit was zeker opvallend maar al het materiaal was wel degelijk van de hand van Kunstliefde-lid Willem van Leusden.
Willem van Leusden heeft een gedegen artistieke opleiding gevolgd. Na de Kunstnijverheidsschool kwam hij terecht op de Haagse Kunstacademie, waar hij de Middelbare Akte Handtekenen behaalde. Hierna ging hij naar de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam. Van 1907 tot 1910 bezocht hij daar het avondonderwijs in de etsklas. Hier wijdde zijn leermeester Pieter Dupont hem in in de geheimen van de grafische kunsten. In 1912 diende Van Leusden een aanvraag in bij de ‘Commissie voor de Koninklijke Subsidiën voor jeugdige Kunstschilders’ en ontving, na een aanvankelijke afwijzing, ƒ 200,-. Deze som stelde hem in staat om een lange studiereis te ondernemen, die hem naar Brugge, Gent, Laon, Beauvais, Reims, Amiens, Parijs en Versailles voerde.
Kathedraal in Reims Willem van Leusden 1913-1914 Centraal Museum
Omvangrijk en complex
Veelzijdigheid kenmerkt Van Leusdens omvangrijke en gecompliceerde oeuvre dat immense kwaliteitsverschillen kent. De ene Van Leusden is de andere niet. Er zijn uitschieters naar boven, maar vaak was zijn zelfkritiek te gering. Nog regelmatig duikt werk van Van Leusden op. Zo kwam in 2002 bij een Parijs veilinghuis een klaptafeltje onder de hamer. Dit meubel van omstreeks 1925, een periode waarin Van Leusden intensieve contacten onderhield met de architect Gerrit Rietveld, bracht 96.200 euro op (een wereldrecord voor Van Leusden). En dan te bedenken dat een vergelijkbaar tafeltje bij de weduwe van de schilder gewoon, bedekt met stof en spinnenweb, in een open schuurtje in de tuin lag. Een stoeltje had een plaats op het toilet gevonden. Recentelijk zijn twee onbekende Stijl-meubelen ontdekt. Een designwinkel in Amsterdam bezit een stoel, zowel gesigneerd door de ontwerper als de uitvoerder G. van de Groenekan (werkzaam in de werkplaats van Rietveld). Dit staaft het vermoeden dat de kunstenaar en de handwerksman samenwerkten. In een Duitse galerie bevindt zich een kaptafel met spiegel. De vormentaal en het beperkte kleurgebruik van dit meubel duiden op een ontstaansdatum rond 1927. Mogelijk is hier sprake van invloed van de architect Sybold van Ravesteyn. Een vergelijking met een slaapkamerameublement uit de collectie van het Centraal Museum te Utrecht is op zijn plaats. Van de ongeveer 25 maquettes die Van Leusden tussen 1922 en 1924 maakte en die in architectuurkringen veel waardering oogsten, is er waarschijnlijk nog slechts één over. De reconstructie van Urinoir/ Transformatorhuisje werd helaas door een struikelende museumdirecteur geplet en is daardoor definitief verloren gegaan.
Groote Dada avond 1923 herhaald bij lustrum Oud-Utrecht
Dada en surrealisme
Op 29 januari 1923 vond in het gebouw voor K&W aan de Mariaplaats in Utrecht een Dada-avond plaats met optredens van Kurt Schwitters (gedichten), Nelly van Doesburg (pianospel) en Theo van Doesburg (Wat is Dada?). Een groepje Utrechters, onder aanvoering van de journalist Cor Vos, verstoorde de avond. Schwitters was diep onder de indruk van deze dadaïstische interventie. Willem van Leusden bevond zich onder het publiek. Dankzij de publicatie Holland Dada van K. Schippers weten we dat er ook in Maarssen een Dada-avond of -middag is gehouden. Wie het initiatief nam is onbekend. Mogelijk was het de huisarts Dr. A.M. Hartog, die in 1922 zijn spreekkamer door Rietveld had laten renoveren. Een andere kandidaat is Van Leusden die zeer geïnteresseerd was in de beweging zoals blijkt uit een map waarin hij materiaal over Dada had verzameld. Hierin bevond zich niet alleen correspondentie tussen Schwitters en Van Leusden, maar ook een aantal originele collages van de dadaïst uit Hannover.
Collage door Kurt Schwitters
In de jaren zestig gaf Van Leusden de map mee aan een scholier of student die een werkstuk over dit onderwerp moest maken. Hij ontving het geleende nooit terug. Een zoektocht naar deze waardevolle collectie, tot in Australië toe, bleef tot nu toe zonder resultaat. Ook voor wat betreft het surrealisme, de kunststroming die Van Leusden vanaf 1930 in de ban hield, bestaat er materiaal dat nog niet achterhaald kon worden. Zo weten we dat hij illustraties heeft gemaakt bij een tekst van de Duitse fantast Wolfgang Cordan, getiteld Annonay of het dal der surrealisten. Tot een publicatie is het nimmer gekomen, wel zijn het manuscript en een door Theo J. van der Wal gemaakte vertaling teruggevonden. Het 32 pagina’s tellende verhaal is gebaseerd op een tocht die de schrijver en de vertaler in november 1933 ondernamen. Mogelijk zijn deze tekeningen tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren gegaan toen een groot deel van Van Leusdens statige 18e-eeuwse woning door Duitse soldaten in bezit was genomen. De tijdelijke medebewoners sprongen bepaald niet zachtzinnig om met de aanwezige kunstwerken.
1907-1947 Willem van Leusden Museum Boijmans van Beuningen
In 1947 maakte Van Leusden met het schilderij 1907-1947 de balans op van de grillige route die hij tot zijn 61e levensjaar had afgelegd. Het ‘ontwikkelingsschilderij’ visualiseert het leven van Van Leusden als kunstenaar. Het traject begint linksboven met een zelfportret (1909) en eindigt rechtsonder eveneens met een weergave van zijn ‘oer-keurige boekhoudershoofd’ (1943). Hiertussen liggen de etsen en tekeningen van Franse kathedralen (1912-1914), Boslaantje (1917), de Wajang-poppen (1920), de constructivistische tekeningen (1929/30) en fragmenten uit de surrealistische hoofdwerken L’homme machine (1932), L’échec (1934) en Burlesque (1935). De bellenblazende ledenpop rechtsonder, een alter-ego van de kunstenaar, symboliseert de tijdelijkheid van al het aardse. Opmerkelijk is dat Van Leusden in dit overzichtswerk niet refereert aan zijn bijdrage aan De Stijl. Volgens K. Schippers loopt Van Leusden met dit doek voor één keer op de ontwikkeling in de kunst voorop en is het ‘een schoolvoorbeeld van de botsing der stijlen die in het afgelopen decennium als een teken van vernieuwing is gesignaleerd. Op elke overzichtstentoonstelling van de jaren tachtig hoort dit schilderij uit 1947 van Willem van Leusden een ereplaats te krijgen.’ (NRC Handelsblad 31 augustus 1990)
Na de bevrijding van het Germaanse juk sloeg Van Leusden aanvankelijk een meer optimistische weg in, maar al spoedig raakte hij opnieuw in de ban van ondergang en verval. Met de schedelcomposities (1950) sloeg de schilder-graficus de brug met het vooroorlogse surrealisme. In het weekblad Katholieke Illustratie (18 mei 1951) werden deze tekeningen uitvoerig besproken. De anonieme auteur weet door te dringen tot de kern van deze schrikbeelden: ‘[…]is de totale vernietiging gesymboliseerd door de woonplaats van de schrikwekkende macht, die de vernietiging ontketende; door de zetel van het denkvermogen, dat de onweerstaanbare verdelgingsmiddelen uitvond – door de menselijke schedel. Mens, bezig met zelfvernietiging, bezin u … Zoekt ge uw eigen ondergang?’
Bebloed verband
Willem van Leusden behoorde in het interbellum tot de initiatiefnemers die het toentertijd ingeslapen Genootschap Kunstliefde tot nieuw leven hebben gewekt. Spraakmakende manifestaties, waarbij gerenommeerde, internationale kunstenaars werden uitgenodigd, zorgden voor nieuw elan. Als lid van Kunstliefde heeft Van Leusden tot ver in de jaren zestig jaarlijks werk ingezonden voor leden- en thematentoonstellingen. Hij was de eerste winnaar van de B.J. Kerkhofprijs die nog altijd wordt uitgereikt. In 1961, 1967 en 1975-76 werden er in de Nobelstraat solo-exposities van Willem van Leusden georganiseerd. Dat verzamelaars Van Leusden soms op een voetstuk plaatsen, heb ik verschillende keren ervaren tijdens de veertien jaar dat ik onderzoek verrichtte naar zijn werk. Zo rustte de eigenaar van Zelfportret met Noorse trui (1939) niet totdat hij exacte kopie van de afgebeelde trui had laten breien. Een echtpaar met een enorme collectie Van-Leusdengrafiek las elkaar iedere avond hele stukken voor uit een monografie van Van Leusden. En in Heerenveen bewaarde een bewonderaarster als een relikwie een bebloed verband van de kunstenaar, die gewond was geraakt bij werkzaamheden in de tuin. Van Leusden als heilige. Als hij dit had geweten, zou de calvinistisch opgevoede kunstenaar geschaterd hebben van plezier. Dat is zeker.
Tips
Dick Adelaar, Jos van Asperen en Michiel Roding, Willem van Leusden, essays over een verhard romanticus (Utrecht 1990)
De tentoonstelling in het Vechtstreekmuseum, Diependaalsedijk 19B, Maarssen
Bijlage: Interview met Willem van Leusden, Kunst in Utrecht
Tentoonstelling Willem van Leusden in Vechtstreekmuseum
1940-1945 De boodschap Willem van Leusden Centraal Museum
Maquette villa Loosdrecht getoond in Parijs Willem van Leusden Centraal Museum
Schoolplaten, Willem van Leusden, Nationaal Onderwijsmuseum
Jungle, Willem van Leusden 1930-1931 Centraal Museum
Jean sans terre a le mal de terre Willem van Leusden 1940 Centraal Museum
Dubbel zelfportret Willem van Leusden, detail
Avond, ets Willem van Leusden 1950 Centraal Museum
Willem van Leusden ontvangt stadsmedaille Utrecht uit handen van wethouder Van der Vlist en burgemeester De Ranitz 1966
Het orkest, 1958
Hans van Dokkum en Willem van Leusden op de Mariënhof, 1961
Bijlage(n)
Interview met Willem van Leusden door Willem van Malsen in Kunst in Utrecht