Slot Zeist 1910

Nieuws

Eeuwfeest Slot Zeist

Op 11 september was het 100 jaar geleden dat de gemeenteraad van Zeist besloot tot aankoop van Slot Zeist. Dat eeuwfeest is op zondag 15 september uitgebreid gevierd. Het slot was na de Tweede Wereldoorlog totaal verwaarloosd was en deels afgebrand. Het is daarna gerenoveerd en van een nieuw, deels Utrechts interieur voorzien. Hier volgt een geschiedenis met hulp van eerdere publicaties van Oud-Utrecht.

Wat heeft Zeist tot Zeist gemaakt?’ De plaats vier ontwikkelingen en periodes: de bouw en internationale allure van het Slot Zeist (1650 - 1750), de komst en betekenis van de Hernhutters (1750 - 1850), opkomst en bloei van het toerisme (1850 -1950) en het succes van het Zeister zilver (1904 - 1974).

Zeist ontstond in de middeleeuwen als ‘gewoon boerendorp’. Dat karakter heeft het dorp lang behouden. Pas aan het einde van de 17e eeuw veranderde het aanzien drastisch met de komst van Willem Adriaan van Nassau-Odijk en Slot Zeist. Toen maakte Zeist een ontwikkeling door die zich onderscheidt van de andere dorpen op de Heuvelrug en in de provincie Utrecht.

Vogelvlucht Slot Zeist met tuinen 1700 Danil Stoopendaal

Slot Zeist met tuinen rond 1700 door Daniel Stoopendaal.

Met de indrukwekkende formele aanleg - op een grote vogelvlucht en vele tuingezichten schitterend weergegeven door Daniël Stoopendaal - veranderde het boerendorp Zeist op slag. De bouw duurde van 1677 tot 1686. Vanaf het begin trok het slot de aandacht van gasten en passanten. De ruimtelijke structuur van toen bepaalt nog steeds de directe omgeving van het slot en in grote lijnen ook het stratenplan van het centrum. 

In 1745 werd Slot Zeist aangekocht door de koopman Cornelis Schellinger. In 1746 schonk hij een gedeelte aan de hernhutters dat zou dienen als hun hoofdkwartier in Nederland. De hernhutters lieten voor het slot een Broeder- en Zusterplein aanleggen. In 1830 werd Jan Elias Huydecoper de nieuwe eigenaar. Hij gaf aan Jan David Zocher de opdracht om de achtertuin te ontwikkelen tot een landschapspark in Engelse stijl..

De laatste particuliere bewoner was René de Labouchere, heer van Zeist. Hij verkocht het Slot Zeist aan bouwmaatschappij Heemstede die het wilde slopen om er nieuwbouw te plegen. Het Reigersbos werd meteen al gekapt. De gemeente Zeist kreeg het Slot Zeist zes weken later, op 11 september 1924, in eigendom voor f 130.000. Een specifieke bestemming had het gemeentebestuur niet voor het gebouw. Het slot werd gekocht om de dreigende sloop te voorkomen. In de decennia die volgden kreeg het slot diverse functies. Dertig jaar later besloot de gemeenteraad tot restauratie. Na jaren van voorbereiding begonnen in 1960 de restauratiewerkzaamheden.

Dieptepunt
Een dieptepunt werd bereikt in de Tweede Wereldoorlog toen het slot door de bezetter werd gevorderd, waarbij in de winter van '45 door nalatigheid de zuidwest vleugel gedeeltelijk door brand werd verwoest; in de naoorlogse jaren werd het er niet beter op, toen het achtereenvolgens gebruikt werd als gevangenis voor politieke delinquenten, verblijf voor KNIL-militairen, ambachtsschool en er studentenfeesten en padvindersbijeenkomsten werden gehouden. In 1953 kwam de gemeenteraad tot het besluit tot restauratie over te gaan, waarbij het de bedoeling was het slot, na volledig herstel in oorspronkelijke stijl, ter beschikking te stellen van de gehele gemeenschap voor diverse evenementen; behalve als representatieve omgeving voor ontvangsten door de gemeente Zeist zou het moeten kunnen dienen voor het houden van congressen, tentoonstellingen, er is gedacht aan een permanente historische tentoonstelling, er zou gelegenheid moeten zijn voor theatervoorstellingen, in de slottuin zou een openluchttheater moeten komen, in de kelders een horecabedrijf. Rekening houdend met deze bestemmingsplannen heeft restauratie architect ir. J. B. Baron van Asbeck de restauratie en inrichting van het Zeister Slot in 1959 op zich genomen. De uitvoering was in handen van Jurriëns in Utrecht. Archivaris Struyck schreef in een artikel in Jaarboek Oud-Utrecht vol lof over de restauratie van Slot Zeist. Hij vergeleek deze met de "onstuitbare ontspoorde quasi-restaurerende Cuypers waarbij kasteel de Haar is omgezet in een monstrueus Bommelstein. De lang uitgestelde dreigende ondergang van Slot Zeist leek nabij toen in 1920 de laatste bewoners het oncomfortabel geworden onbewoonbare huis verlieten. De nieuwe eigenaar was een bouwmaatschappij, die plannen had in het park een villawijk neer te zetten. Door een prijzenswaardig initiatief greep de gemeente Zeist in en kocht slot en park aan voor de enorme som van f130.000,- een fortuin in 1924, maar zelden is een bedrag beter besteed".

Aankoop Slot Zeist september 1924

Slot Zeist werd in 1924 door de gemeente Zeist overgenomen. 

Restauratie
De bouwkundige restauratie was enorm, deze duurde van 1961 tot 1969. Het hoofdgebouw bleek geheel doortrokken te zijn met huiszwam, terwijl ook de houtworm en huisboktor de houtconstructies hadden aangetast; ter bestrijding werd van alle muren het stucwerk afgehakt, alle voegen werden uitgebrand en behandeld, het aangetaste houtwerk werd vernietigd. De enorme vochtigheid van het hoofdgebouw, ontstaan doordat het grondwater vrij in het bouwsel kon optrekken, werd bestreden door het stukje-voor-stukje aanbrengen van een waterdichte isolatielaag door alle muren en kolommen heen.

Bij het uitbaggeren van de slotgracht werd een speerpunt gevonden, die ooit dienst deed als versiering van het hek. Samen met het voorbeeld van het hekwerk van Zuylenstein kon het hek herrijzen. Wat de stijl betreft: het slot werd gedurende de jaren 1677-1686 gebouwd door Jacob Roman, die ook de plannen ontwierp voor Paleis Het Loo, in 17e-eeuwse stijl, naar Frans voorbeeld. Zijn opdrachtgever, Willem Adriaan van Nassau-Odijk had in zijn studentenjaren in Frankrijk de uitbreiding van Versailles meegemaakt en het is waarschijnlijk dat hij iets dergelijks in het klein in Nederland wilde brengen. Daniël Marot, de in 1685 naar Holland uitgeweken Franse architect decoreerde het slot en ontwierp de tuinen met de vele fonteinen, zodat de typisch Franse stijl in het gehele complex is doorgevoerd, waardoor een harmonisch geheel werd verkregen. Ook door de wijze waarop het slot geïntegreerd is in de gehele aanleg van het dorp Zeist met de typische as-werking van de lanen, 4,5 km naar de kant van Zeist en 1,5 km naar de kant van Bunnik, nam het, naar de mening van Van Asbeck, in Nederland een unieke plaats in.

Inrichting
Het slot was in de jaren 50 volledig uitgewoond. Voor de inrichting moesten wonderen worden verricht om de grandeur van 1686 terug te brengen. Onvoorstelbaar triest was het interieur ook al was de kamer indeling behouden gebleven en het Marot-trappenhuis met vervaagde schildering nog aanwezig. Voor de grote slotzaal werd een Utrechtse régence-betimmering gevonden bij een Zeister antiquair. Een toevallige tip bracht de architect op het spoor van de 'witjes', grisailles, die afgedwaald waren van dit interieur dat afkomstig is uit het Huis aan de Stammetsbrug, Janskerkhof 12 in Utrecht. In de tuinkamer bleken de oorspronkelijke taferelen wel aanwezig, maar door een latere bewoner met jute bedekt te zijn. Nog een andere Utrechtse binnenkamer prijkt in de blauwe kamer, de lambrisering van stadskasteel Leeuwenberg, Oudegracht 307, die door de gemeente Utrecht in eeuwigdurend bruikleen aan gemeente Zeist is afgestaan. Het borstbeeld van koning-stadhouder Willem III, dat na de brand door de huisbewaarder uit een stapel rommel is gered, werd gereinigd en op de oorspronkelijke plaats teruggezet. Een uitzonderlijke meevaller was de ontdekking van de ontwerptekening van Augustinus Terwesten voor het plafond van de pronkkamer. De portretten van de vijf eerste stadhouders van Oranje, vervaardigd voor een verwoest Haags herenhuis, werden gevonden in het Slot Neuwied. En tenslotte kan de zeldzame vondst van een partij goudleerbehang uit het huis Vanenburg bij Putten, die precies past in de antichambre van de grote slotzaal, genoemd worden.

De 9,5 miljoen gulden, die met de restauratie en inrichting waren gemoeid, werden voor het overgrote deel door subsidie van het rijk gedekt. Ten laste van de gemeente Zeist kwam een bedrag van ruim 1 miljoen gulden.

Detail Goudleerbehang

Detail uit het goudleerbehang afkomstig uit het huis Vanenburg bij Putten.

Verzet tegen de restauratie
Eind jaren 60 riep ieder politiek besluit dat inging tegen 'de belangen van het volk' protest op. In Zeist moest de restauratie van Slot Zeist het ontgelden op een moment dat het geld allang uitgegeven was. De kosten van de restauratie en de inrichting bedroegen uiteindelijk ruim 10 miljoen gulden. Een aantal Zeistenaren verenigde zich in Het comité van de achtste oktober om te protesteren tegen de besteding. Hun woordvoerder was F.N. Willemsen. Het actiecomité vond dat het geld beter aan het bestrijden van de woningnood besteed had kunnen worden. Het slot was ook niet voor de 'gewone' Zeistenaar, aldus het comité. '10 Miljoen van het Slot, de ongeorganiseerde jeugd in het slop', 'Geen paleis, maar huizen', 'Aristocratenhobby', 'Het slot een sprookje voor notabelen op kosten van de werkende klasse'. Dit zijn enkele van de leuzen die op spandoeken werden meegevoerd tijdens een demonstratieve optocht op de dag van de opening. Aan de demonstratie namen ongeveer 25 personen deel. Zij waren vooral bezoekers van het jeugdcentrum Lambiek en ze noemden zichzelf de ‘kritische jeugd van Zeist'. 

De jeugdige demonstranten verzamelden zich in het centrum en liepen over de Nassau Odijklaan naar het slot. Tijdens de tocht deelden ze pamfletten uit met het verzoek mee te helpen de actie ook na de officiële opening van het Slot voort te zetten. Via luidsprekers brachten ze het publiek op de hoogte van hun onvrede over de kostbare restauratie. De politie belette dat de betogers het Slotplein konden bereiken. De meesten van hen moesten zich tevreden stellen met een plek achter de haag van de reeds aanwezige toeschouwers. Na enige tijd lukte het hen de Nassau Odijklaan te versperren door midden op de weg te gaan zitten. Met deze sitdown demonstratie wilden ze de hofauto van prins Claus tegenhouden als die terug zou keren van de opening. De chauffeur nam echter een andere route en de demonstranten hadden letterlijk het nakijken. Toen zij daarna een auto met genodigden beletten weg te rijden, werden zij door de politie naar de kant gesleept.

Algemeen Handelsblad 9 oktober 1969

Rellen bij de opening van het hernieuwde slot op 9 oktober 1969 (Het Algemeen Handelsblad).

Duik in de gracht 
Twee demonstranten voerden een ludieke actie uit. Om aanschouwelijk te maken dat de 10 miljoen gulden van de restauratie 'in het water waren gegooid', doken twee jongens met een 'schatkist' in de slotgracht en lieten de kist in het water zinken. De PPR (Politieke Partij Radicalen) afdeling Zeist vond het ook onverantwoord dat er miljoenen waren uitgegeven aan het restauratie ­ project en had bezwaar tegen de opening door een lid van het Koninklijk Huis. De partij bleef dan ook weg bij de opening. In het kader van de beveiliging had de politie het slot en de slottuin doorzocht op explosieven en een inval gedaan in jeugdcentrum Lambiek. Aan de winkeliers was gevraagd om geen vuurwerk te verkopen. In de openingstoespraak liet burgemeester Stolk duidelijk merken dat hij niet ingenomen was met de demonstratie die voor het slot gehouden werd. Na het vertrek van prins Claus verliep de demonstratie en kwam er een einde aan een van de weinige demonstraties die in het 'deftige dorp' Zeist werden gehouden.

Trots op Slot Zeist
Het slot is nu een vergader-, congres- en evenementenlocatie, er kan getrouwd worden en er zijn culturele activiteiten in het slot en in het slottuintheater. De trots op Slot Zeist wordt gevierd met een eeuwfeest bestaande uit rondleidingen, muziek en theater, onder andere tijdens de Open Monumentendag op 15 september. Hier staat een uitgebreid programma.

Bronnen: 

  • Rhoen, P. (2006). Verzet tegen de restauratie van Slot Zeist. In Tijdschrift Oud-Utrecht.
  • Struick, J.E.A.L. (1969). Een vorstelijk stuk goet. In Jaarboek Oud-Utrecht.
  • Struick, J.E.A.L. (1969). Ter gelegenheid van de opening van het Zeister Slot. In Maandblad Oud-Utrecht.
  • Vogelzang, F. (2021). De zoektocht naar de Stichtse Lustwarande. In Tijdschrift Oud-Utrecht.