Nieuws

Een koninklijke voorhof?

Het plein voor de ingang van de Universiteitsbibliotheek aan de Wittevrouwenstraat was ooit de voorhof van het paleis van Lodewijk Napoleon, de eerste koning van Nederland. Op deze basse-cour stond de paleiswacht en op gezette tijden klonk er een militaire kapel en exerceerden er legeronderdelen. In de loop van de 19de eeuw maakte de geplaveide voorhof echter plaats voor een fraaie tuin met bomen, waar Utrechters bijna 135 jaar lang van hebben kunnen genieten. Dit is de tiende bijdrage van Michiel Plomp over groen erfgoed in Utrecht.

Van paleis naar pied-à-terre

Lodewijk Napoleon, naar ons land gekatapulteerd door zijn keizerlijke broer Napoleon, heeft een half jaar, van mei tot november 1807, het voornemen gehad zich in Utrecht te vestigen. Den Haag beviel hem niet en de lucht in Utrecht werd beter geacht. Vandaar dat hij zijn hofhouding en ministeries overplaatste naar de Domstad. Met man en macht werd er aan gewerkt om midden in de stad een paleis op te trekken. 

10 Afb1

Gefantaseerde voorstelling van de bouw van het koninklijk paleis in UtrechtDe voorstelling is afkomstig van een 1845 gedateerd blad met zes voorstellingen van gebeurtenissen ten tijde van de regering van Lodewijk Napoleon tussen 1806 en 1810. 

10 Afb21

Plattegrond van de gebouwen aan de Drift (rechts), de Wittevrouwenstraat (onder) en de aangebouwde nieuwe vleugel, de Grande Galerie (boven), samen het paleiscomplex van koning Lodewijk Napoleon te Utrecht, met aanduiding van de bestemming van de verschillende vertrekken.

Daartoe werd een groot aantal huizen op de hoek van de Drift en de Wittevrouwenstraat opgekocht. De panden aan de Wittevrouwenstraat werden afgebroken en vervangen door lage dienstgebouwen, terwijl de interieurs van die aan de Drift werden herschapen in een aantal representatieve ruimtes. De achterkant van de huizen werd met een extra gebouw gelijkgetrokken en daar creëerde men de entree van het paleis. Op de plek van de achtertuinen, zichtbaar door een langgerekt hek vanaf de Wittevrouwenstraat, plaveide men de basse-cour. Voor feesten en partijen kwam er achter Drift 27 een dertig meter lange grande galerie plus twee grote salons. Met zestien grote ramen keek de galerie uit over de basse-cour aan de ene kant en over de tuin van Drift 25 aan de andere kant. Aan het eind van de grande galerie werd een hoge hofkapel opgetrokken. Uitvoerder van dit alles was Johan David Zocher sr., onder supervisie van de Franse ‘Contrôleur des Bâtiments du Roi’, Jean Thomas Thibault. 

De koning bemoeide zich intensief met de bouw, maar koos, tot grote teleurstelling van de Utrechters, halverwege de werkzaamheden alsnog voor Amsterdam. Het Utrechtse paleis, dat wel werd afgemaakt, werd daarmee een pied-à-terre. Nadat Lodewijk Napoleon in 1810 door zijn broer weer was weggestuurd, heeft het Utrechtse paleis nog twee keer hoog bezoek gehad. De keizer zelf verbleef er met zijn echtgenote Marie Louise een paar nachten in 1811 en drie jaar later bood het onderdak aan tsaar Alexander I die na de overwinning bij Waterloo op de terugweg naar Rusland een triomftocht maakte door Nederland. Bij dat laatste bezoek moest het Utrechtse stadsbestuur wel Utrechtse notabelen vragen meubilair beschikbaar te stellen! 

10 Afb3

Interieur van de universiteitsbibliotheek, 1835, Het Utrechts Archief [202446]. De voormalige feestzaal (Grande Galerie) van het paleis van koning Lodewijk Napoleon in gebruik als universiteitsbibliotheek; aan het eind staat een gipsafgietsel van de Apollo van Belvedère.

10 Afb4

Interieur van de universiteitsbibliotheek, 1859-1960, Het Utrechts Archief [38173]. De voormalige hofkapel van het paleis van koning Lodewijk Napoleon in gebruik als universiteitsbibliotheek.

Van pied-à-terre naar academie-boekerij
Uiteindelijk werden de gebouwen verdeeld tussen Provinciale Staten, de Griffie, het Provinciaal en Stedelijk Gouvernement, het Hoog Militair Gerechtshof en de academie-boekerij. Met name voor de laatste werd een deel van het paleis ingrijpend verbouwd. Zo werd de grande galerie omgetoverd tot een fraai gelede boekenzaal met op de zichtas een gipsafgietsel van de Apollo van Belvedere met daarop aansluitend, als een soort apotheose, de tot boekerij omgebouwde hoge kapel. De forse verhoging van de galerie is te zien aan de geprofileerde rondboognissen die toen boven de vensters zijn aangebracht. De toegang tot de voorhof werd versmald en op de plek van het hek kwam de hoge poort. In de loop der tijd kwam het gehele complex in handen van de universiteit en waren de meeste gebouwen in gebruik bij de bibliotheek. 

Van basse-cour naar ‘fraaijen tuin’
De basse-cour werd aanvankelijk ongemoeid gelaten. Er werden nog steeds militaire exercities gehouden en er stonden kanonnen opgesteld, die dag en nacht door de schutterij werden bewaakt. Vermoedelijk kwam hier rond 1829 een einde aan toen in dat jaar de vlakbij gelegen Willemskazerne gereedkwam – militair machtsvertoon was daar meer op zijn plaats dan op de binnenplaats van een bibliotheek. Het binnenterrein ging vervolgens op de schop en er werd vermoedelijk tussen circa 1835 en 1840 een tuin aangelegd. De Utrechtse geschiedkundige Nicolaas van der Monde schreef althans in 1844 in zijn boek Geschied- en oudheidkundige beschrijving van de pleinen, straten, stegen… dat ‘het voorplein in een fraaijen tuin veranderd’ was. Een ongedateerd 19de-eeuws prentje en enkele foto’s van rond 1900 laten zien hoe de binnentuin er destijds uitzag. 

10 Afb5 

Het voormalige paleis van koning Lodewijk Napoleon met op de voorgrond de ca. 1835-1840 aangelegde binnentuin, Het Utrechts Archief [202445]. Het is onbekend wanneer en waarvoor (boekillustratie?) dit 19de-eeuwse prentje precies is gemaakt.

10 Afb6

Het administratiegebouw van de Universiteitsbibliotheek, vanaf de binnentuin, 1900-1901, Het Utrechts Archief [84997]. Het administratiegebouw is in 1906 afgebroken voor de bouw van het nieuwe toegangsgebouw van de Universiteitsbibliotheek dat gereedkwam in 1909. 

10 Afb7

Het boekenmagazijn aan de binnentuin van de Universiteitsbibliotheek, 1910-1915, Het Utrechts Archief [26405]. De voormalige feestzaal (Grande Galerie) van het paleis van koning Lodewijk Napoleon in gebruik als boekenmagazijn van de Universiteitsbibliotheek 

Wie de tuin heeft ontworpen en aangelegd – in de bekende gardeneske stijl – is niet bekend, maar het is verleidelijk om aan de gerenommeerde Utrechtse kweker en tuinarchitect Hendrik van Lunteren (1780-1848) te denken. Van Lunteren legde samen met zijn zoon Samuel immers veel parken en particuliere tuinen, groot en klein, in Utrecht en omstreken aan, en had zijn kwekerij naast de Domtoren. Maar het kunnen ook de Haarlemmers Johan David Zocher sr. en jr. zijn geweest; zij legden in ongeveer deze tijd het naar hen vernoemde Zocher-plantsoen aan in Utrecht.

10 Afb8

Voor- en zijgevel van het in 1909 gereedgekomen toegangsgebouw van de Universiteitsbibliotheek, 1914, Het Utrechts Archief [79413].

Van wandeltuin naar kijktuin
De gebruikers van de bibliotheek liepen tot 1909 door deze tuin naar de ingang. Volgens bibliothecaris Abram Hulshoff herinnerde de ‘grooten tuin’ aan de fraaie grasvelden, welke voor de studentencolleges in Cambridge en Oxford zijn aangelegd’. Toen in 1909 het nieuwe bibliotheekgebouw op de hoek van de Wittevrouwenstraat en de Keizerstraat zijn deuren opende, fungeerde de tuin niet meer als ‘wandeling’ naar de bibliotheek, maar bleef wel een bron van plezier voor iedereen die erop uitkeek vanuit de omliggende gebouwen en voor de voetgangers op de Wittevrouwenstraat.

De tuin werd nog wel gebruikt voor fotosessies bij officiële gelegenheden van de universiteitsbibliotheek. Zo bezocht prinses Juliana op 25 oktober 1935 Utrecht en deed daarbij de bibliotheek aan. Op twee foto’s zien we haar in de bibliotheek, op de derde loopt ze door de tuin met om haar heen diverse hoogleraren en de bibliothecaris. Een officieel pad is het duidelijk niet want de prinses en haar gevolg lopen op het gazon. Vermoedelijk was het een afstekertje om niet dezelfde weg terug te hoeven lopen door de kantoren. Vijf jaar later op 1 juni 1940 werd in de tuin grootschalig het afscheid gevierd van boekenconservator Gerrit Albert Evers. Evers was enorm geïnteresseerd in de geschiedenis van Utrecht en specifiek van zijn eigen werkplek, het voormalige paleis, en heeft daarover tal van artikelen gepubliceerd. Tevens was hij actief binnen de Vereniging Oud Utrecht. 

10 Afb9

Bezoek van prinses Juliana aan de Universiteitsbibliotheek, 1935, Het Utrechts Archief [99572].

10 Afb10

Groepsportret van de aanwezigen bij het afscheid van Gerrit Albert Evers als conservator van de Universiteitsbibliotheek in de binnentuin van de Universiteitsbibliotheek, 1940, Het Utrechts Archief [502612].

Van tuin naar uitleenpaviljoen
Of er in de decennia na de oorlog iets wezenlijks gewijzigd is in de ‘fraaijen tuin’ is mij niet bekend. Wel nam het aantal studenten explosief toe, waardoor het entreegebouw van de universiteitsbibliotheek met uitleenbalie en leeszaal uit 1909 niet meer voldeed. Na veel gedelibereer werd in 1974 gekozen voor een (tijdelijke) oplossing ten koste van de tuin. Daar verrees een groot uitleenpaviljoen met diverse nieuwe leeszalen. Het ‘paviljoen’ vulde vakkundig het gehele binnenterrein, van het gazon bleef geen sprietje gras over. Alleen bij de entree en hier en daar in de uiterste hoeken konden enkele kleinere bomen blijven staan.

10 Afb11

Luchtfoto bibliotheekcomplex met het ‘tijdelijke’ uitleenpaviljoen, 1982, Het Utrechts Archief 

Door de bouw van dit paviljoen was het zicht op de grande galerie en op het paleis compleet weg. Het vereiste een groot historisch inlevingsvermogen om nog iets van de voormalige grandeur te vermoeden. Juist in die tijd studeerde ik aan het Kunsthistorisch Instituut op Drift 25, dat onderdeel was geweest van het paleis van Lodewijk Napoleon. Maar ik had er geen idee van dat we in de tuin uitkeken op de dichtgemaakte ramen van de dans- en feestzaal van dit paleis.

Van uitleenpaviljoen naar Universiteitsbibliotheek Binnenstad
Het uitleenpaviljoen was een tijdelijk gebouw, dat slechts ter overbrugging diende voor de verhuizing naar een andere locatie. Die verhuizing werd echter verschillende keren uitgesteld met als gevolg dat het noodgebouw er ruim dertig jaar heeft gestaan. Pas in 2002 kwam er verandering in de situatie. In dat jaar werden in totaal 4,2 miljoen boeken overgebracht naar een nieuw gebouw op De Uithof. Drie jaar later startte de renovatie van het complex aan de Wittevrouwenstraat tot bibliotheek voor de geesteswetenschappen (later is ‘rechten’ erbij gekomen) en pas toen werd het noodpaviljoen afgebroken. In 2009 ten slotte kon de nieuwe Universiteitsbibliotheek Binnenstad in gebruik worden genomen. 

Het architectenbureau Grosfeld Bekkers van der Velde tekende voor de renovatie. Het doel was: ‘het monumentale karakter benadrukken en historische elementen respecteren’. De architecten hebben het interieur uiteraard niet in ‘de oude paleisstaat’ teruggebracht maar aan de buitenkant hebben ze dat wel min of meer gedaan. De grande galerie bijvoorbeeld ligt weer helemaal vrij, met niet alleen ramen naar de basse-cour, maar ook met (opnieuw opengemaakte) ramen naar de tuin van Drift 25. Dat geeft binnen een heerlijk licht en uitnodigend gevoel.

10 Afb12

Interieur van de voormalige hofkapel van het paleis van koning Lodewijk Napoleon na de renovatie in 2009 van het Architectenbureau Grosfeld Bekkers van der Velde.

10 Afb13

Interieur van de voormalige feestzaal (Grande Galerie) van het paleis van koning Lodewijk Napoleon na de renovatie in 2009 van het Architectenbureau Grosfeld Bekkers van der Velde.

10 Afb14

Voorplein van de Universiteitsbibliotheek, 2022. In het midden bij de twee rechthoekige blokjes de ingang van de Universiteitsbibliotheek en rechts de ingang van de fietsenstalling; ontwerp van Landschapsarchitecten Karres & Brands

Van boomrijke tuin naar stenig plein?
Maar om het grote binnenterrein helemaal te plaveien – een ontwerp van Landschapsarchitecten Karres & Brands – ik betwijfel of dat een gelukkige keuze was. Het grootste deel van het jaar ligt het plein er stenig en verlaten bij, op een paar stakerige boompjes in de linkerhoek na (afb. 14). De studenten vertonen zich er alleen in de zomer bij mooi weer. De nieuwe fietskelder onder het plein had een tuin met struiken en lage bomen niet hoeven verhinderen. Dat een fraaie groene oase ecologisch ook veel beter zou zijn geweest, behoeft geen betoog. Zet nu de kanonnen maar weer terug, misschien geven die het plein nog wat smoel. 

Met dank aan Kees de Leeuw, medewerker UB Utrecht

Literatuur:
G.A. Evers, ‘Het paleis van koning Lodewijk Napoleon te Utrecht en zijne inrichting tot universiteitsbibliotheek’, in: Het Boek 3 (1914), pp. 154-174 (kanonnen en schutterij)
A. Hulshof, De universiteitsbibliotheek 1636-1936, Utrecht 1936 (vergelijking met Engeland)

Conservator Evers

DUIC over bibliotheek binnenstad - koninklijk boekenpaleis


Meer literatuur

H. van Dijk en B. Overbeek, 'Het paleis van koning Lodewijk Napoleon in Utrecht. Een herwaardering van het paleis “met een echt Franschen slag''’, Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 56-57 (2005/6), pp. 100-123