SteenGoed over Heren van Montfoort aan de Nieuwegracht
Onlangs verscheen een nieuwe uitgave van SteenGoed, de publicatie van het Utrechts Monumentenfonds. In dit nummer onderzoekt Rolf de Veer de relatie tussen twee huizen aan de Nieuwegracht 34-36 en de Heren van Montfoort, de burggrafelijke familie die naam maakte in de (aanloop tot de) Hoekse en Kabeljauwse twisten (1350-1490) en die vereeuwigd werd op de Memorietafel van de Heren van Montfoort, het op een na oudste Nederlandse schilderij, te vinden in het Rijksmuseum.
Memorietafel van de Heren van Montfoort, Rijksmuseum
De zoektocht begint met de constatering van de auteur, eigenaar van één van de bewuste huizen, dat er reden was om aan deze relatie te twijfelen. Verschillende documenten die bij aankoop beschikbaar kwamen bleken elkaar tegen te spreken en nieuwe historische informatie van de gemeente Utrecht verhelderde de zaak ook niet. Alle reden dus voor een meer diepgaand onderzoek.
Al snel blijkt dat een dergelijk onderzoek flink wat voeten in de aarde heeft en met vele omwegen gepaard gaat. Een eerste inventarisatie en analyse van de beschikbare bouwhistorische bronnen nodigt al direct uit tot een zijstap richting de terminologie en werkwijze van de bouwhistoricus. Dit is bij uitstek het terrein van de bouwhistorische kronieken die zijn gepubliceerd in het Maandblad Oud Utrecht.
Wist u bijvoorbeeld dat gebruikte bakstenen (moppen, in dit geval) al erg veel informatie geven, of dat de sleutelstukken die u in veel middeleeuwse Utrechtse panden aantreft periode-specifiek zijn en dus helpen bij het dateren van een pand? Ook blijkt bijvoorbeeld dat kelders bijzonder geschikt zijn om de oorspronkelijke situatie van de vroegste bouwperiode te herleiden.
Een tweede bron van informatie in dergelijk onderzoek is het gemeentearchief. Er zit bijvoorbeeld veel informatie besloten in oude overdrachtsdocumenten. Dit maakt het mogelijk om steeds een stapje verder terug te gaan in de tijd. Met enig geluk is bouwhistorische informatie te rijmen met ‘het geschreven woord’ en dit blijkt hier inderdaad het geval!
Ook hier weer nodigt het onderzoek uit tot vele zijstapjes. Zo blijkt wijkbenaming en huisnummering in Utrecht in de ‘Franse tijd’ (en ook weer later) op de schop te zijn gegaan, blijkt men vroeger huizen bij aankoop contant te betalen en waren er ook al in de gouden eeuw vele vormen van belastingen op huiseigendom.
Gaandeweg vormt zich ook een beeld van enkele families die de huizen in bezit hebben gehad. De familie Van der Muelen bijvoorbeeld, die ‘Huis Montfoort’ vrijwel de hele 18e eeuw in bezit had. Deze familie is tegenwoordig wellicht minder bekend dan de families Trip en Coymans, maar hoort in datzelfde rijtje thuis, zoals ook vele schilderijen illustreren.
Het blijkt frustrerend lastig om de ‘missing link’ naar de Heren van Montfoort te vinden, maar deze zit uiteindelijk toch verstopt in een zwaar beschimmeld en aangevreten verslag van de executieverkoop van het Huis van Montfoort, uit 1671.
Nieuwegracht 34-36 uit SteenGoed mei 2024
Met het vinden van deze link en wat verder ‘graafwerk’ naar de burggraven van Montfoort is de oorspronkelijke vraag grotendeels beantwoord, maar om het verhaal compleet te maken besluit de auteur om toch ook door te stoten naar de vroegste, middeleeuwse fase. Hiervoor is bestudering van middeleeuws materiaal uit de archieven van het Kapittel van Oudmunster noodzakelijk, wat gepaard gaat met eigen uitdagingen. Maar de moeite wordt beloond en er komt weer boeiende historische informatie naar boven, die suggereert dat alles toch net anders is gegaan dan door Eduard Struick, voormalig archivaris van het gemeentearchief van Utrecht, in zijn boek Utrecht door de eeuwen heen wordt geschetst!
Het nieuwe nummer van SteenGoed is hier als PDF te downloaden.