Mijn ambitie is de jongere generatie meer te binden aan de vereniging
Tijdens de nieuwjaarsreceptie van Oud-Utrecht maakte voorzitter Dick de Jong bekend dat Chantal Hakbijl zich kandidaat stelt voor het voorzitterschap van Oud-Utrecht. Een interview ter kennismaking.
Chantal draait al enkele maanden mee als aspirant-bestuurslid met het bestuur, vertelt ze. Tot 2014 was ze voor het CDA lid van de Utrechtse gemeenteraad. Daarna was ze voorzitter van de commissie cultureel erfgoed van Oud-Utrecht. "Ik vind, als je in een stad woont, dat je moet kijken of je een zinvolle bijdrage kan leveren voor de stad." Daarnaast is ze, als jurist, programmaleider bij de wetgevingsdirectie van drie ministeries.
Wanneer ben je lid geworden van Oud-Utrecht?
"Ik weet het niet precies. Misschien al in de periode dat ik gemeenteraadslid was of kort daarna. Ik ben lid geworden omdat het een vereniging is die zich via allerlei activiteiten inzet voor de bescherming van het erfgoed in de stad Utrecht. De commissie cultureel erfgoed van Oud-Utrecht, waar ik voorzitter van was, is lang het uithangbord van de vereniging geweest. Nu zijn de talloze activiteiten, zoals de lezingen, het historisch café, het tijdschrift, het jaarboek en de Nacht van de Geschiedenis, meer in het oog springend."
Wat zijn je historische interesses?
"Ik vind het leuk dat je via de vereniging de stad op een andere manier leert kennen. Als je meeloopt met de wandelingen van Oud-Utrecht dan leer je bijvoorbeeld welke huizen een link hebben met het slavernijverleden van Utrecht. Dat is fascinerend. Maar ik heb een hele brede historische interesse. Ik weet van heel veel dingen weinig, ik ben een generalist en geen expert op een bepaald gebied."
Vervolgens ben je gevraagd als bestuurslid?
"Ik ben inderdaad gevraagd. Ik had me ook kunnen aanbieden. Ik vind besturen heel leuk. Toen ik uit de gemeenteraad vertrok, wilde ik iets nieuws aanpakken. Een bestuurlijke of toezichthoudende rol ligt mij. Mijn achtergrond is juridisch en ook financieel-economisch. Ik weet ook veel van governance."
Hoe vaak vergadert het bestuur?
"Iedere maand. Daarnaast heb je een keer per jaar een algemene ledenvergadering. En je hebt ook allerlei activiteiten die je als bestuurslid kan bijwonen. Het is geen bestuur op afstand, dat vind ik het leuke eraan. Als je dat vergelijkt met een raad van toezicht, dan zit je meer op afstand en heb je een formeel wettelijke rol. Dat is bij Oud-Utrecht toch heel anders. Hier ben je samen met elkaar bezig om de vereniging zo goed mogelijk voor het voetlicht te krijgen."
En nu ga je Dick opvolgen als voorzitter.
"Ja, dat is aangekondigd tijdens de nieuwjaarsreceptie. Ik zal overigens geen tweede Dick worden. Ik heb ook wel nagedacht of ik dit wel kan doen. Dick is altijd overal bij alle activiteiten. Zoveel tijd heb ik niet. Ik zal een keuze moeten maken van de activiteiten die ik bijwoon."
Stel je jezelf nog bepaalde doelen als voorzitter?
"Daar heb ik inderdaad al over nagedacht. Oud-Utrecht heeft de laatste jaren een enorme groei doorgemaakt. Tegelijkertijd is het ook een vereniging waar een bepaalde generatie domineert. Mijn ambitie is om de jongere generatie meer te binden aan de vereniging. Ik denk dat dit overigens niet lukt met het ouderwetse lidmaatschap en het tijdschrift. De toekomstige generatie is best wel geïnteresseerd in historische verhalen over Utrecht en ik denk dat je ze moet binden via activiteiten. De Nacht van de Utrechtse Geschiedenis is een goed voorbeeld. Dat spreekt iedereen aan. Maar ik wil ook een bepaalde commitment bij de jongere generatie. Wat dat betreft vind ik de wijkentours heel goed werken. In Overvecht vertelden bijvoorbeeld mensen met een migrantenachtergrond over hun verleden. Het zou leuk zijn als je die mensen aan de vereniging weet te binden en niet dat het na zo'n activiteit weer voorbij is.
En ik zou me ook ervoor willen inzetten dat er bij de gemeente iets meer waardering komt voor al die clubs die iets doen voor het cultureel erfgoed van de stad, zoals Oud-Utrecht en het Utrechts Monumentenfonds. Want neem nou het huis van Mien bij de Jaarbeurs. Dat heeft een monumentale status gekregen, maar het huis heeft nog steeds geen goede bestemming. Dat zou je de clubs kunnen vragen die zich ingezet hebben voor die monumentale status. Maak daar beter gebruik van, zou ik zeggen."