Waterput van Karel V gevonden op de Neude
“Gewoon waanzinnig!” noemt archeoloog Nils Kerkhoven de vele vondsten die de laatste tijd zijn gedaan op de Neude. Op 12 maart toonden de gemeentelijk archeologen ter plekke een selectie. Zelfs met een spontane schep in de zwarte veenlaag verschijnen al een bot en de bodem van een beker. Oud-Utrecht was erbij.
Stadsplein de Neude wordt opnieuw ingericht met bomen, banken en meer ruimte voor fietsen. Om de bomen een gezonde toekomst te geven, worden er grote gaten gegraven in het plein, waarvan we weten dat die een bijzonder rijke Utrechtse geschiedenis kent. De graafwerkzaamheden worden dan ook begeleid door de archeologen van afdeling Erfgoed van gemeente Utrecht.
Team Erfgoed Utrecht bij de opgraving op de Neude.
Waterput van Karel V
Een grote verrassing was de vondst van een grote stenen waterput uit de zestiende eeuw, waarvan niemand precies wist waar die stond. Speurwerk van conservator middeleeuwen van Museum Catharijneconvent René de Kam leverde uiteindelijk rekeningen voor de 1100 putstenen op. De put blijkt in 1529 in opdracht van het nieuwe regime van keizer Karel V gebouwd te zijn. Zo werkte Utrecht 500 jaar geleden aan gezondheid. Men moest, om het grondwater te bereiken, eerst een insteek, een trechtervormig gat met aan de bovenzijde een diameter van meer dan 7,5 meter graven. Dit is in de grondsporen terug te zien. Opvallend is dat de put, in tegenstelling tot andere exemplaren in de stad, na 1530 in geen bron meer wordt genoemd en op geen enkele oude kaart is terug te vinden. Dit lijkt erop te wijzen dat de put niet lang in gebruik is geweest.
Archeoloog Nils Kerkhoven toont de keien van de bestrating van de Neude van 1465.
Riddertoernooien
Rond het midden van de vijftiende eeuw vormde de Neude een aantal jaren achtereen het decor van heuse riddertoernooien. Om de ridders te paard tijdens de steekspelen veilig met elkaar te laten strijden, werd een dikke laag zand gestort. Hiervoor werden in 1441 meer dan 300 karrevrachten zand van het Janskerkhof naar de Neude gereden. Na het laatste riddertoernooi krijgt de Neude in 1465 voor het eerst een keienbestrating, en na acht jaar nog eens. De nieuw aangebrachte laag puin en zand zorgde daarbij voor een stabiele ondergrond waarop duizenden keitjes, afkomstig van de Utrechtse Heuvelrug, werden gelegd. Op verschillende plekken op de Neude is deze puinlaag met de keitjes teruggevonden. Ze zijn deels heel glad door het gebruik met sleeën en karren.
Pelgrimsinsigne uit Keulen met de drie koningen en een getroonde Maria.
Pelgrimsinsigne en een eveneens op de Neude gevonden munt.
Pelgrimsinsignes
Verder werden in de grond onder de Neude, niet alleen van het Janskerkhof, maar ook van andere plekken uit Utrecht aangevoerd, allerlei bijzonderheden gevonden. Uit de verschillende ophogingslagen kwam onder andere een compleet pelgrimsinsigne uit Keulen tevoorschijn. Ook kwetsbare vondsten, zoals hout, textiel en leer, zijn door de gunstige bodemomstandigheden bijzonder goed bewaard gebleven.
De vondsten worden de komende tijd geconserveerd. De put blijft echter niet lang zichtbaar. Als de bomen zijn gepoot, worden de gaten dichtgegooid en verdwijnt de opgraving weer onder grond. Maar wie straks over de Neude loopt, weet: onder dit plaveisel ligt een put van Karel V verborgen.
Header: Conservator middeleeuwen van Museum Catharijneconvent René de Kam toont een van de 1000 putstenen.