Quint Ondaatje en de burgerrevolutie in Utrecht
In 1786, drie jaar voor de bestorming van de Bastille in Parijs, was Utrecht het toneel van een succesvolle burgerrevolutie. Het is een belangrijke episode uit de Utrechtse geschiedenis waarin de patriot Pieter Quint Ondaatje een hoofdrol speelde. In het Historisch Café van 8 oktober vertelt Rietje de Bruijn over Ondaatje en de totstandkoming van een revolutionaire, democratische bestuursvorm in het Utrecht van 1786. In de bibliotheek is vanaf 7 oktober ook een kleine tentoonstelling over Quint Ondaatje.
Afbeelding: De Utrechtse schutters met vaandels en fakkels op de Neude voor de eedsaflegging op het nieuwe bestuursreglement, 20 maart 1786
De bovenstaande scene vormt een belangrijk moment in de patriotse revolutie. In 1781 was de oppositie tegen het corrupte regentenbewind gestart met de oprichting van het tijdschrift De Post van den Neder-Rhyn door Pieter ’t Hoen, met de voor die tijd enorme oplage tot wel 3000. In dit blad manifesteerde zich een beweging met stukken door de Utrechtse rechtenstudenten Quint Ondaatje, Van Lidth de Jeude en von Liebeherr die invloed op het bestuur eisten. Ze verzetten zich tegen de absolute macht van stadhouder Willem V en wilden af van het corrupte regentenbestuur.
Oefening execitiegenootschap Pro Patria et Libertate in het Sterrenbos, Utrecht, Centraal Museum
De patriotten richtten in 1783 het exercitiegenootschap ‘Pro Patria et Libertate’ op. Aanvoerder was Gordon, officieren waren Ondaatje, Van Lidth de Jeude en von Liebeherr. Ze oefenden in het Sterrenbos naast de Catharijnesingel. Utrecht werd politiek bewust en er ontstonden kampen van patriotten en orangisten.
Beëdiging burgergecommitteerden op de Neude te Utrecht, augustus 1786, Centraal Museum
Gedenkpenning eedsaflegging 1786, Centraal Museum: burger, officier en onderofficier leggen eed af aan de Utrechtse Stedemaagd
Stadhuisblokkades
Regenten waren doodsbenauwd voor stenen gooiend volk. Het was al vaker voorkomen dat ruiten sneuvelden en huizen werden geplunderd. Ondaatje wist deze angst uit te buiten door politiek bewuste aanhangers rond het stadhuis te mobiliseren. Hij legde bij de regenten zijn eisen op tafel en dreigde dat als ze niet werden ingewilligd met volksopstand. De geïntimideerde bestuurders gaven toe, waarop Ondaatje vanaf het bordes zijn aanhangers opdroeg om rustig naar huis te gaan, waarna ze onder luid hoezee-geroep vertrokken.
Toen de regenten later onder de concessies uit probeerden te komen, begon het hele spel opnieuw. De eerste stadhuisblokkade vond plaats in maart 1785, toen de vroedschap een uitgesproken tegenstander van de patriotten als nieuw lid wilden benoemen. De meest spectaculaire belegering van het stadhuis was op 19 december 1785. Terwijl Ondaatje in de raadzaal met de doodsbange bestuurders onderhandelde, sprak zijn medestrijder Jan van Lidth de Jeude vanaf een ton, verlicht door flambouwen, het woedende volk toe. Ze eisten de invoering van een democratisch bestuursreglement. De beide burgemeesters, Loten en Van Bronckhorst, ontkwamen met een koets met steigerende paarden via de Choorstraat, maar werden bij het huis van Loten op het Domplein achterhaald. Loten kreeg rake klappen tot hij door zijn huisknecht in veiligheid werd gebracht. Van Bronckhorst kwam er ongedeerd vanaf door zich onder de bank van de koets verstoppen.
De achtergebleven vroedschapsleden beloofden binnen drie maanden de democratie in te voeren. Toen dat op 20 maart 1786 nog niet gebeurd was, sloten gewapende schutters het stadhuis in. Onder leiding van Pieter Quint Ondaatje en Jan van Lidth de Jeude wisten de mondig geworden patriotse burgers concessies af te dwingen: herstel van de schutterij, toestemming om daarnaast met een exercitiegenootschap te oefenen, vrijheid van drukpers en terugdringing van de stadhouderlijke invloed op het bestuur. De vroedschap gaf toestemming om de schutterij de eed af te nemen op het nieuwe reglement. Dat gebeurde dan ook, des avonds om half elf, op de Neude.
Ruim vier maanden later vond een complete machtsovername plaats. Gewapende burgers zetten op 2 augustus 1786 het stadsbestuur af. Er werden verkiezingen voor een nieuw bestuur uitgeschreven. Dat was ongehoord. Het stadsbestuur was altijd benoemd door de stadhouder of had zichzelf aangevuld. De Utrechtse revolutie trok brede aandacht: 'Het oog van de gehele natie is op Utrecht gericht'. Zo was Utrecht het toneel van een succesvolle burgerrevolutie, drie jaar voor de Franse revolutie.
Pieter Quint Ondaatje
De onbetwiste leider van de patriotse beweging in Utrecht was de uit Ceylon afkomstige rechtenstudent Pieter Quint Ondaatje (1758-1818). Hij werd geboren in Colombo als zoon van Willem Jurriaan Ondaatje en Hermina Quint. Zijn vader was een Tamil, die in Utrecht theologie had gestudeerd en predikant was geworden bij de Hollandsche, Tamilsche en Portugeesche Gereformeerde Gemeente. Tijdens zijn verblijf in Nederland had hij de Amsterdamse Hermina Quint ontmoet en was met haar getrouwd.
Het was de bedoeling dat hun zoon ook theologie zou gaan studeren. Daarom werd hij naar zijn grootouders in Amsterdam gestuurd om de Latijnse school te volgen. Vervolgens schreef hij zich in bij de Utrechtse universiteit. Hij switchte echter al snel naar rechten. Van studeren kwam niet veel omdat de politieke actie al zijn tijd opeiste. Hij woonde op kamers aan de Lange Nieuwstraat, waar medebewoner Jacobus Bellamy klaagde over de luide vergaderingen. Dat stoorde hem bij zijn dichtwerk. De uit Vlissingen afkomstige Bellamy publiceerde onder het pseudoniem Zelandus Vaderlandsche gezangen: politieke gedichten die hem tot een nationale beroemdheid maakten en tot dé literaire propagandist van de patriotten. Dat Ondaatje een Tamilachtergrond had, vormde geen beletsel voor de prominente rol die hij kon spelen voor de patriotten. Zijn donkere huidskleur was echter een dankbaar onderwerp voor zijn politieke tegenstanders.
Historisch Café
In het Historisch Café van 8 oktober vertelt Rietje de Bruijn over de belangrijke rol die Ondaatje speelde bij de totstandkoming van een revolutionaire, democratische bestuursvorm in het Utrecht van 1786. Op 11 oktober wordt een gevelsteen voor patriottenleider Quint Ondaatje (1758-1818) onthuld aan het Utrechtse stadhuis. Daarbij verschijnt een boekje van het Geveltekenfonds, geschreven door Paul Krijnen in samenwerking met Rietje de Bruijn.
Tentoonstelling
In de bibliotheek is vanaf 7 oktober ook een kleine tentoonstelling over Quint Ondaatje. Die is te vinden op de tweede verdieping, op de afdeling geschiedenis achteraan.
Aanmelden voor het Historisch Café van Oud-Utrecht in Bieb Neude hoeft niet meer. Men moet alleen een QR-code en een ID-bewijs meenemen:
https://www.oud-utrecht.nl/agenda/evenement/694-historisch-cafe-quint-ondaatje
Bron: Canon van de stad Utrecht, R.E. de Bruin, Een paradijs vol weelde, 2000
Lange Nieuwstraat met links op nummer 18 het huis waar Quint Ondaatje en Bellamy woonden
De Post van den Neder-Rhijn 1786