Naar buiten, naar de Biltsche Duinen!
Van 1933 tot 1980 was Natuurbad De Biltsche Duinen een begrip voor een dagje uit voor veel Utrechters. Makkelijk bereikbaar per fiets, en lopend of met de bus vanaf station Bilthoven.
Terwijl het dorp De Bilt zich al vanaf de 12e eeuw ontwikkelde, was het gebied dat in 1917 Bilthoven ging heten tot aan de 20e eeuw nog een lege woestenij. Al die honderden hectaren land, hoofdzakelijk bestaande uit bos, heide en stuifduinen, waren grotendeels in bezit van enkele welgestelde, meest adellijke families. De oudste daarvan is Van Boetzelaer, bekend van het Van Boetzelaerpark aan de Utrechtseweg. Dit park hoorde oorspronkelijk bij de buitenplaats Sandwijck. En het grondgebied van Sandwijck grensde aan Eyckenstein in Maartensdijk dat tot op heden door leden van de familie Van Boetzelaer wordt bewoond.
Voor zover niet voor landbouw verpacht, werd het gebied door de eigenaren vooral als jachtgebied gebruikt en ze bouwden er vaak een lusthof op waar zij de zomermaanden doorbrachten. Daaraan herinnert de naam van villa Jagtlust - nu gemeentehuis - aan de Soestdijkseweg in Bilthoven. Deze zandweg, deels ook wel Prinsenlaan genoemd, leidde naar het jachthuis dat prins Willem II in de 17e eeuw had gebouwd en dat uitgroeide tot Paleis Soestdijk. Bij de buitenhuizen hoorden fraaie tuinen en lange zichtlanen. De Gezichtslaan herinnert daar nog aan, een zichtas op Eyckenstein.
Buiten wonen, in de gezonde buitenlucht, was voor stedelingen een oud ideaal. Al in het oude Rome ontvluchtten de rijken ’s zomers de hete, stinkende stad en trokken zij naar buiten. Ook in de Utrechtse contreien waren de meeste buitenplaatsen oorspronkelijk zomerverblijven voor de stedelijke elite. Tegen het einde van de 19e eeuw werd buiten wonen voor het eerst ook haalbaar voor een toenemende groep van minder gefortuneerde stedelingen die voor hun werk aan de stad gebonden waren. Zij werden forensen genoemd en hun ideaal van buiten wonen en in de stad werken werd vooral mogelijk door steeds beter en vooral sneller openbaar vervoer. Met name de trein maakte het mogelijk permanent buiten te wonen en in de stad te werken.
De bosrijke omgeving raakte steeds meer in trek en de ontwikkeling die hier plaatsvond was niet exclusief voor Bilthoven. In de hele regio van de Utrechtse heuvelrug ontstonden voorzieningen voor mensen die de heilzame natuur opzochten, zoals dagrecreatie (horeca, speeltuinen, dierentuinen, zwem- baden, wandelgebieden), gezondheidsinstellingen (sanatoria, gezondheidskolonies, opvoedingsinstituten, krankzinnigeninrichtingen) en zomerverblijven (pensions, hotels).
Bosplan en Natuurbad
In 1924 was in het kader van werkgelegenheid een voorstel gedaan om een bos aan te leggen aan de westzijde van de stad Utrecht. Die westkant werd als onaantrekkelijk ervaren en de aanleg van zo'n bos zou voor de stad in het algemeen een grote aanwinst zijn, ook in het licht van de voortschrijdende bebouwing en 'open terreinen waar de stadsbevolking verfrissching van lichaam en geest kan vinden'. Het was de bedoeling een bos te creëren met verhoogde open plekken, waar de bezoeker 'plotselinge vergezichten heeft over het land en op de stad Utrecht met hare Dom en andere torens'. Er werden twee locaties bedacht: een min of meer rechthoekig bos nabij Welgelegen, tegenover de Hommel en het Homeopatisch Ziekenhuis, en een langgerekt bos tussen Jutfaseweg en de Galecopperdijk. Het plan kreeg echter weinig handen op elkaar.
Vanaf 1928 ontstonden werkverschaffingsprojecten van gemeenten met steun van Rijk en Provincie. Naast de infrastructurele werken (kanalen, tunnels, wegen) en de aanleg van parken, bossen en vijvers valt vooral het grote aantal natuurbaden op zoals Birkhoven Amersfoort, Natuurbad Soestduinen, Bad Woestduin te Doorn, een natuurbad in Veenendaal, het Noorderbad in de stad Utrecht en Natuurbad De Biltsche Duinen.
Ontwerp van Copijn
De firma H. Copijn en Zoon leverde het ontwerp voor het natuurbad Biltsche Duinen dat in 1932 werd aangelegd in het kader van de werkverschaffing. Vanaf de opening op 19 mei 1933 tot 1980 was Natuurbad De Biltsche Duinen een populair recreatieoord waar zich op hoogtijdagen 9.000 inwoners uit Bilthoven en wijde omgeving verzamelden om te zwemmen, te duiken, kano te varen, te luieren of te flirten, meestal van dat alles wat te doen. Het natuurbad bestond uit meerdere zwembassins, stranden, een kanovijver en een restaurant met drie terrassen. Het bad werd in 1980 gesloten en maakte in 1987 plaats voor golfpark De Biltse Duinen, een initiatief van oud-hockey international Freddy Hooghiemstra.
Affiche Natuurbad De Biltsche Duinen RHCVV
Naast natuurbad was er sinds 1927 al een kampeerterrein De Biltsche Duinen, het bestaat nog steeds, nu als Bos Park Bilthoven.
Kaarten De Biltsche Duinen 1934 Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen
De foto’s zijn van het prentbriefkaartenbedrijf Jospé en zijn te vinden bij Het Utrechts Archief en Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen.Tussen 1925 en 1989 maakte JosPé duizenden fotokaarten van plaatsen uit heel Nederland. JosPé had eigen fotografen in dienst maar ook is gebruik gemaakt van plaatselijke fotografen. De prentbriefkaarten werden door plaatselijke ondernemers verkocht.
Bronnen en om verder te lezen:
- Bettina van Santen, Werkverschaffingsprojecten in de Provincie Utrecht, Tijdschrift Oud-Utrecht 2009
- Korine Hazelzet, De geschiedenis van Villa Oase in Bilthoven, Tijdschrift Oud-Utrecht 2018
- Karel Beesemer, Natuurbad De Biltsche Duinen, 2012 en Grasduinen!, 2016
Het grote bassin en het paviljoen van het natuurbad De Biltsche Duinen 1960 HUA
Het strand en de zonneheuvel van het natuurbad De Biltsche Duinen te Bilthoven HUA
Kampeerterrein De Biltsche Duinen 1957
Kanovijver in het Natuurbad De Biltsche Duinen 1950 RHCVV
Terras en tafeltennis 1943
UN 1939 05 26 016
UN 1941 05 21 004