Neude 1912 1913 Uit Atlas Grolman

Nieuws

Op de Neu daar staat een tent .. een Uterechse taalles

Hier weer eens aandacht voor Bernard Martens van Vliet (1938-2011), journalist en schrijver over het Stad-Utrechts. In 1996 bracht Van Vliet samen met Harrie Scholtmeijer een werk uit over het Utrechtse stadsdialect onder de titel De vollekstaol van de stad Uterech. Een uitgave van Oud-Utrecht, de 6e druk alweer verscheen in 2021. In Maandblad Oud-Utrecht 1995 stond onderstaande taalles van de hand van Bernard Martens van Vliet, over voorzetsels voor straatnamen in de binnenstad. Voor Uterechse fijnproevers!

In de geschreven pers en in andere publicaties lees je steeds vaker dat vóór straatnamen de woorden 'in' en 'op', welke voorzetsels in dit verband sinds lang in Utrecht worden gebruikt, zijn vervangen door 'aan'. Deze 'veraanning' is natuurlijk hedendaags Nederlands en niet verkeerd, maar het gebruik ervan gaat wel in tegen de gewoonten van de Utrechtse spreek- en schrijftaal.

Ik vind het juist zo aardig dat we er in de stad wat dit betreft eigen tradities op na houden. Maar blijkbaar leven die tradities bij steeds minder inwoners. In dit stukje geef ik een aantal voorbeelden van het gebruik van de voorzetsels voor straatnamen in de binnenstad.

Haan in de Mariahoek

'in de Mariahoek staat de mooiste haan van de stad'

In
De regel luidt dat je in Utrecht 'in' een straat woont indien de naam ook op -straat eindigt. Bijna al die straten waren, en zijn, smal. Je zegt (en schrijft) dus: 'In wat nu de Choorstraat heet, stond eens het koor van de Buurkerk.' Straten die vroeger smal waren, maar die later zijn verbreed, hebben 'in' behouden; dus: 'de sloop in de Korte Nieuwstraat kreeg veel bijval' en 'in de Lange Viestraat heeft de gemeente passende lantarenpalen laten plaatsen'. Ook straten waarvan de naam op -markt eindigt, krijgen 'in'; dus: 'in de Varkenmarkt werden biggen verkocht' en 'in de Lijnmarkt wordt voortdurend gefietst' - in beide gevallen betreft het smalle straten. Je kunt in Utrecht ook in een hoek wonen: 'in de Mariahoek staat de mooiste haan van de stad'. Ook woon je 'in' hoven, stegen en poorten: in de Begijnhof, 'in de Catharijnesteeg protesteren de dames van de Brigittenstraat' en 'in de Nathanaëlspoort krijgen de mensen een vijfsterrenhotel als buren'. Straten waarvan de naam niet een specifieke uitgang heeft, krijgen ook 'in', dus: 'in het Wed wordt veel geplast', 'in de Wijde Doelen vinden de bewoners het drukke verkeer niet bezwaarlijk', 'voor de huizen in 't Achterom is een speelplaats aangelegd' en 'de chic van de stad gaat in de Lange Rozendaal wonen'. Straten waar je 'in' woont, krijgen 'door' als je er doorheen moet: als je geld uit de automaat wilt nemen, 'ga je van de Neude (zeer fout is: het Neude) door de Potterstraat’- die straat was vroeger nauw.

Gebouw van Kunsten en Wetenschappen Domtoren en Conservatorium vanuit de Pandhof Sinte Marie

K&W op de Mariaplaats, vanuit de Pandhof Sinte Marie

1912 1913 uit Atlas Grolman

Op de Neude

Blitz 1923 2

'op de Neu daar staat een tent..'

Op
Er zijn drie straten in de binnenstad waarvan de naam weliswaar op -straat eindigt, maar waar je 'op' woont. In die categorie zijn dit uitgerekend de drie van oudsher breedste straten: de Voorstraat, de Breedstraat en de Lange Nieuwstraat. Straten waar je 'op' woont, krijgen 'over' als je er doorheen moet: geleerde mensen gaan 'over de Voorstraat naar de bibliotheek in de Wittevrouwenstraat'. Straten die op -markt eindigen, maar die open uitzicht hebben, krijgen 'op': 'op de Ganzenmarkt is het gezelliger dan op de Vismarkt'. Voorts woon je niet 'aan een singel, een gracht of zoiets, maar érop’. Dus op de Tolsteeg-singel, op de Ouwegrach(t) of d'Ouwegrach(t) en op de Drif(t); verder staat een gebouw 'op' een plein, dus 'K & W op de Mariaplaats is in brand gestoken', 'op de Neu daar staat een tent, daar ken je gaan poepen voor een cent ... (enz)' en 'op het Domplein staat een aantrekkelijk vormgegeven vrijheidsbeeld' en niet 'eraan'. Je zit op een terras op 't Vreeburg (en niet Vredenburg: zo heten de concertzalen). Ook de pleinen en straten waarvan de namen op - kerkhof eindigen, krijgen 'op' 'op 't Oudkerkhof is het 's nachts doodstil'. Dan bruggen en bolwerken: 'vroeger stond een groot warenhuis op de Stadhuisbrug', op de Manenburg moet je oppassen voor hondepoep', 'de schouwburg op 't Lucasbolwerk - vroeger een aarden verhoging binnen de stadswal - wordt nu prachtig verbouwd'. Als laatste krijgen de straten die op -kade, - plantsoen, - veld of -weg eindigen ook het voorzetsel 'op': op de Van Wijckskade, op het Pelmolenplantsoen, op het Jansveld en op de Springweg. Het woord 'hofje (voor: kameren) is niet Utrechts, toch 'woon je goed in de Bruntenhof/Bruntskameren'. Een speciaal geval is de straat Jansdam (met accent op de laatste lettergreep). In Utrecht kun je horen: 'In een grand café op 't Jansdam kost een sigaartje 2 gulden 75'. Eigenaardig is dan dat je 'op Pausdam' woont (accent ook op 'dam'), zonder lidwoord.

Straten waarvan de naam al met een voorzetsel begint, krijgen geen voorzetsel: je woont Achter de Dom of Voor Clarenburg.

Nog iets over de klemtoon
Voorbij de Wittevrouwenbrug (het accent in de uitspraak wisselt: op de derde of de vijfde lettergreep) woon je buiten Wittevrouwen (idem: op de eerste of de derde lettergreep).
En niet 'op' maar 'in' een laan; dus: in de Notebomenlaan en in de Maliebaan. Je loopt bijgevolg 'door' de Maliebaan, net als door de smalle straten. Een enkele uitvalsstraat krijgt 'op': 'op de Biltstraat moeten weer bomen worden geplant'. Er is een aantal Utrechtse stadswijken en dorpen waar je ook 'op' woont, zoals Hoograven, Oog in Al, Zeis(t) en De Bilt. Daarentegen 'is het wonen in de Rivierenwijk saai’, maar ‘op Nieuw-Engeland wordt gezegd dat het op Transvaal gezellig is’.

Jacobikerk

De Jacobikerk

Kerken
De Janskerk (accent op de eerste lettergreep, nooit: Sint-Janskerk) staat op het Janskerkhof (accent op de tweede lettergreep; nooit: Sint-Janskerkhof). De St. Jacobskerk heet in Utrecht Jacobikerk (accent op co), de St. Jacobsstraat de Jacobsstraat en de Nicolaïkerk meestal de Klaaskerk of het Klaasje.

Tenslotte kom ik nog even terug op 'de' singel. Je hoort wel eens ‘t singel' en, voor de oorlog, 't zwemschool van Timp'. Het onzijdige ‘t' is ontstaan uit 'de', nadat de toonloze e voor de sis-klanken niet meer werd uitgesproken (de d was in t veranderd) en zo kwam het dat ook de Steenweg en de Springweg op de duur werden aangeduid als ‘t Steenweg' ('t accent wisselt) en zelfs 'het Springweg' (idem).

't Stadhuisbrug zegt niemand iets in Nederland, behalve in Utrecht.’

TIPS

Meer weten over Uterechs? De vollekstaol van de stad Uterech.

In 1994 is een begin gemaakt met het beschrijven van de gewone Utrechtse stadstaal, omdat ze verloren dreigde te gaan. Twee jaar later verscheen de eerste druk van De vollekstaol van de stad Uterech. Er verschenen meerdere drukken en in 2008 zag de laatste (vijfde) druk het licht. De auteur Bernard Martens van Vliet liet het daar niet bij en ging door met het verzamelen van Utrechtse woorden. Echter, nog voor een zesde druk mogelijk was overleed hij in 2011.
Tien jaar na zijn overlijden is er de zesde druk als uitgave van Oud-Utrecht. Het bevat diverse aanvullingen en herzieningen in het schrijven van 't Uterechs onder redactie van vollekstaolambassedeur Koos Marsman en taalredacteur René van Maarsseveen. Oud-Utrecht vertrouwt daarom dat ook deze druk ertoe zal aanzetten onze alledaagse stadstaal levend te houden.

De Vollekstaol van de stad Uterech is verkrijgbaar in Utrechtse boekhandels en de webwinkel van Oud-Utrecht. Prijs voor leden van de Historische Vereniging Oud-Utrecht € 9,50 (1 BOEK PER LID). Winkelprijs € 14,90. ISBN 9789071108983 Zie https://oud-utrecht.nl/webwinkel/de-vollekstaol-van-de-stad-uterech 

De Vollekstoal van de stad Utrerech omslag

Meer weten over straatnamen? Het Utrechts straatnamenboek.

Erik Tigelaar was jarenlang werkzaam bij Het Utrechts Archief en is nu als Hoofd Kennis en Collecties verbonden aan het Nederlands Openluchtmuseum. In de periode 1997-2016 was hij lid van de Commissie Straatnaamgeving van de gemeente Utrecht. Hij is de auteur van Het Utrechts Straatnamenboek dat in 2023 in samenwerking met het 100-jarige Oud-Utrecht verscheen bij Wbooks. De bijna 350 straten die dateren van vóór 1850 worden uitgebreid beschreven, inclusief eerdere benamingen, vroegste vermelding en de verklaring van de huidige naam. Bij straten van recentere datum wordt volstaan met de datum van vaststelling en een korte verklaring van de naam.

Straatnamenboek omslag

Voor een inkijkje in het boek, zie https://oud-utrecht.nl/images/pdf-bestanden/Bijlagen/Straatnamenboek_LR_bladerpdf.pdf 

Kijk ook de video met een toelichting door Erik Tigelaar: https://oud-utrecht.nl/nieuws/1232-presentatie-straatnamenboek-video

Het Utrechts straatnamenboek is verkrijgbaar in Utrechtse boekhandels en de webwinkel van Wbooks.Het bevat 352 pagina’s, is rijk geillustreerd,
https://wbooks.com/winkel/nederland/het-utrechts-straatnamenboek/