Kaart Met Route

Nieuws

Verdwenen groen, te voet langs negentiende eeuwse tuinen en parken

Een paar stevige schoenen hadden we aan moeten trekken. Dat vindt Michiel Plomp als hij ons op 29 maart tijdens de lezing Verdwenen groen meeneemt naar de negentiende eeuw voor een pittige wandeling langs bijzondere tuinen en parken in de binnenstad van Utrecht. Al eerder schreef hij artikelen voor onze site. Michiel Plomp is kunsthistoricus, werkte bij het Metropolitan Museum of Art in New York en werd later hoofdconservator bij Teylers Museum in Haarlem. Sinds hij meer tijd heeft, is hij vrijwilliger voor de Open Tuinendag en verdiept hij zich in Utrechts groen. Behalve Oud-Utrechters waren er bij de lezing dan ook veel leden van de Nederlandse Tuinenstichting aanwezig.

Upstairs, downstairs
We komen aan bij het station en lopen door de dan nog nieuwe Stationsstraat. Links woont op nummer 6 de familie Van Beresteyn. Er is een mooie foto uit 1908, genomen vanuit de tuin waarop meneer en mevrouw boven in de serre zitten en het personeel beneden staat. Voor wat we ervan kunnen zien, lijkt de tuin aangelegd te zijn in de gardeneske stijl: met paden, weelderige begroeiing en palmen in een perk. De voorname straat heeft maar kort bestaan. Even toont Plomp een foto van wat ervan geworden is: een troosteloos tochtgat onder Hoog Catharijne. 

Portret van familie van Beresteyn Blitz 1908

Portret van de familie van Beresteyn en hun personeel in de tuin van Stationsstraat 6, Utrecht, 1908. Sylva van Blitz. Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie.

Ook de volgende stop is ten prooi gevallen aan de stadsvernieuwing. Waar ten tijde van onze wandeling nog het Oranjepark lag, loopt nu de St. Jacobsstraat. Het Oranjepark lag midden in Wijk C, in de negentiende eeuw een levendig, maar dichtbevolkt en arm gedeelte van de stad, waar varkens rondscharrelden en de mest zich ophoopte in de straten. Bij de verschillende cholera-epidemieën in de negentiende eeuw vielen honderden slachtoffers. Na die van 1866 moest een gemeentelijke gezondheidscommissie plannen gaan ontwikkelen voor verbetering van de hygiënische omstandigheden. Snel ging het niet, maar toch werd er in 1883 een park met speeltuin geopend. Vooral dat laatste was een nieuwigheid, overgewaaid uit Duitsland, vanuit de toen opkomende gedachte dat buitenspelen gezond is voor kinderen. Het park werd Oranjepark genoemd, mogelijk onder invloed van Oranje Ka, een fanatiek koningsgezinde logementshoudster uit de - jawel - Oranjestraat. Maar sowieso passend: heel Wijk C was in die tijd sterk Oranjegezind. Al in 1884 werd de vierde verjaardag van prinses Wilhelmina uitbundig in het park gevierd. Later jaren kwamen er wedstrijden, prijsuitreikingen en ’s avonds vuurwerk bij - het begin van de Oranjevieringen in Utrecht. 

Oranjepark 6

De fontein in het Oranjepark in 1889 met als gulle gevers jhr. mr. J. Roëll, H.A. van Beuningen, J.S. van Deventer en De Beer. Het Utrechts Archief

Doorsmeerstation
En verder gaat het, naar Oudegracht 53-55, huis De wereld. Daar bestierde hoofdonderwijzer en amateurfotograaf Everhard van Rheden een particuliere school. Omdat binnen fotograferen vanwege het gebrekkige licht vaak lastig was, maakt hij veel foto’s in zijn achtertuin – ook die in de gardeneske stijl. We gaan door de Breedstraat, met op nummer 26 het Huis met het ijzeren Hek. Een statig gebouw met aan de voorkant een grote tuin die opvallend genoeg in de afgelopen eeuwen niet is volgebouwd. Bij Plompetorengracht 18 houdt Plomp langer stil. Achter het huis lag een uitgestrekte tuin, in de loop der tijd door verschillende eigenaren door aankoop uitgebreid. Vierduizend vierkante meter in totaal, bijna net zo groot als die van de Oude Hortus bij het Universiteitsmuseum. In de negentiende eeuw een prachtig aangelegde, parkachtige tuin, waar begin twintigste eeuw door de toenmalige eigenaar Jhr. Jan Karel Lampsins van den Velden liefdadigheidsfeesten en voorstellingen werden georganiseerd. Maar de tuin kwam in handen van een projectontwikkelaar die in de jaren ’80 de inmiddels verwaarloosde tuin kaal haalde, de kassen en de vijver liet afbreken en eeuwenoude bomen rooide. Dankzij heftig verzet van de buurt kon worden voorkomen dat er een doorsmeerstation gevestigd zou worden met honderd garageboxen. Sindsdien ligt het stuk grond er verweesd bij, al zijn er inmiddels plannen voor een theetuin en is het terrein op onregelmatige tijden te bezoeken via de huidige ingang aan de Van Asch van Wijckskade.

P4 Aanzicht tuinkant

Achterkant van het huis Plompetorengracht 18 met een deel van de tuin in 1894. N.P. Huguenin(?), aquarel(?), verblijfplaats onbekend 

Kanunnikentuinen
Inmiddels lopen we op de Wittevrouwenstraat, waar begin negentiende eeuw in zeer korte tijd een paleis werd opgetrokken voor de eerste Nederlandse koning, Lodewijk Napoleon, de broer van Napoleon Bonaparte. Gewoond heeft hij er niet, maar de ‘basse cour’, het aanvankelijk geplaveide voorplein, werd wel gebruikt voor militaire doeleinden. In het paleis werd in de loop van de negentiende eeuw de Universiteitsbibliotheek gevestigd en het voorplein werd getransformeerd tot een wandeltuin die meer dan 100 jaar bleef bestaan, tot er in de jaren '70 van de twintigste eeuw een tijdelijk uitleengebouw werd opgetrokken. Dat is gelukkig inmiddels weer afgebroken. De tuin is echter niet hersteld, het voorplein is weer bestraat, net als 200 jaar geleden. 

10 Afb7

De binnentuin van de Universiteitsbibliotheek, ca.1910-1915, met op de achtergrond het boekenmagazijn. Het Utrechts Archief

B afb 6b

De zijgevel van het huis aan de Boothstraat, ca. 1900. Universiteitsbibliotheek, Leiden (Archief Nicolaas Beets). 

We gaan een stukje terug, langs Drift 8 met een tuinhuisje en door de Boothstraat waar op nummer 6 in een oud kanunnikenhuis Nicolaas Beets met vrouw en dertien kinderen woonden. Het huis had een grote tuin, waarvan we weten dat hij deels gebruikt werd als boomgaard en moestuin – midden in de stad! Na de verkoop van het huis werd de tuin gebruikt voor de bouw van een garagebedrijf, de latere Auto Centrale Utrecht (ACU). Het ACU bestaat nog als politiek cultureel centrum, de rest van het terrein is bebouwd met huizen. 

Het Janskerkhof aan het eind van de Boothstraat is geen tuin, maar biedt al wel heel lang plaats aan de zaterdagse bloemenmarkt. De kanunnikenhuizen die langs het plein staan, hadden vaak hele diepe tuinen, die inmiddels ook grotendeels zijn volgebouwd.

Flora’s hof
En voort gaat de wandeling, door de Domsteeg, de huidige Domstraat, met een huis met een ‘overtuin’, een tuin aan de overkant van de straat die nog lang herkenbaar is geweest en naar het Domplein. Daar vestigde Hendrik van Lunteren rond 1806 een heuse kwekerij, op de plek van het voormalige bisschoppelijk paleis. Levendig vertelt Plomp over de wederwaardigheden van drie generaties Van Lunteren die op tal plekken tuinen hebben ontworpen, niet alleen in Utrecht, maar ook in Amsterdam (het eerste ontwerp van Artis) en de tuinen bij Paleis Soestdijk. Het deel van de kwekerij dat nog over is, wordt de laatste jaren door vrijwilligers beheerd. Tot slot lopen we door het Pandhof, langs de Nieuwegracht, door de Botanische tuin en achter de Geertekerk langs naar de tuin van het Bartholomeus Gasthuis, waar Plomp nét zijn lezing heeft afgerond. Het laatste stukje terug naar het station lopen we alleen.

Ferdinand Reissig Gezicht op de noordzijde van het koor van de Domkerk te Utrecht

Gezicht op het koor van de Domkerk vanuit een inmiddels verdwenen tuin aan het Domplein, ca. 1895-1905. Gemeentearchief Utrecht 

Meer lezen
Michiel Plomp schreef eerder artikelen op de site van Oud-Utrecht. In de volgorde van onze wandeling over de familie Van Beresteyn in de Stationsstraat, het Oranjepark in Wijk C en de fotograferende hoofdonderwijzer Everhard van Rheden aan de Oudegracht. In het stuk over de tuin van Jhr. Lampsins van den Velden aan de Plompetorengracht houdt Plomp een vlammend betoog om er een eigentijdse, culturele, groene en openbaar toegankelijke bestemming voor te vinden. Daarnaast zijn er artikelen over de tuin bij het paleis van Lodewijk Napoleon aan de Wittevrouwenstraat, het tuinhuisje aan de Drift, de tuin van de familie Beets aan de Boothstraat, de tuin bij het voormalige Hotel Des Pays Bas aan het Janskerkhof en de tuinen rond het Domplein. In zijn lezing besteedt hij minder aandacht aan het groen bij Paushuize aan de Nieuwegracht en de ‘overtuin’ van koffiehuis De nieuwe bak aan de Oudegracht.

Tot slot publiceerde Oud-Utrecht eerder van haar tijdschrift het themanummer De groene stad (klik voor pdf) en is over datzelfde onderwerp ook nog een podcast te beluisteren.

De foto van de header is gemaakt tijdens de lezing. Fotograaf: Jan Schrauwen