Hans Horions, ‘constschilder’ en koster van de Domtoren
Over 700 jaar Domtoren zijn vele verhalen te vertellen. Er is ook het een en ander vergeten. Wie weet bijvoorbeeld dat er kosters met hun gezin woonden in de Domtoren? En dat er dus kinderen opgroeiden. En dat een van die kosters ook kunstschilder was?
De koster van de Domtoren
Alle torens van middeleeuws Utrecht hadden een koster die woonde in de toren, vaak in een houten huisje in de toren. De koster van de Buurkerk was ook torenwachter en keek uit over de stad om onraad of brand te signaleren. De koster van de Domtoren was verantwoordelijk voor het dagelijkse onderhoud, waakte over de toren en de klokken. Hij was verantwoordelijk voor opwinden en controleren van uurwerk en speelwerk. En hij ontving bezoekers, er was zelfs een gelagkamer waar je wat kon drinken. De torenwachter woonde op 25 meter, waar nu de Egmondkapel met torenmuseum is, in de hoogste woning van de lage landen.
Herman Saftleven Stadsgezicht op de Domtoren 1670 HUA
Maquette van de torenwachterswoning
Bij de restauratie van 1901-1929 verhuisde het uurwerk, en de torenwachterswoning en gelagkamer verdween. Een beruchte ‘dolle torenwachter’ was Josua Wilts, hij was met zijn ruzies een ‘schandael van de gansche stadt’. In 1933 schreef P.T.A. Swillens van het Centraal Museum voor Oud-Utrecht over een andere curieuze figuur: Hans Horions (1620-1672), de ‘constschilder’, die het eerzame ambt van koster van de Domtoren vervulde, maar van wie géén schilderij bekend was.
Hans Horions
Van Campen, oud-gemeentearchivaris van Utrecht, geeft in 1968 een update: ‘Hans Horions is in 1620 geboren als zoon van de uit Brussel afkomstige en in 1611 burger van Utrecht geworden ‘borduyrwerker’ Hans Horions sr. en zijn Dirckgen Jans van Selmont. Na de dood van zijn vrouw hertrouwde Horions sr. in 1629 met Margareta van Bemmel, weduwe van Gijsbert van Berlicum, die als koster of opzichter op de Domtoren gewoond had. Zij bracht een dochter Cornelia mee, die trouwde en in 1645 weduwe werd en in 1650 trouwde met Horions jr., dus met de stiefzoon van haar moeder. Een beetje ingewikkelde situatie, dat wel.
In 1656/1657 en 1661/1662 was Hans Horions jr. deken van het Sint Lucasgilde, het gilde van schilders dat zich in 1611 afscheidde van het Zadelaarsgilde. In 1659 en 1663 was hij overman, tegelijk met Cornelis van Poelenburch, Herman Saftleven, Hendrick Bloemaert, Willem de Heusch en Herman van Lin. De schilder Hans Horions overleed 14 oktober 1672 op de Domtoren en heeft dus nog de bezetting door de Fransen en de weer ingebruikneming van de Domkerk voor de katholieke eredienst meegemaakt.’
Werken
Belangrijker nog dan deze personalia vond Van Campen in 1968 dat er werken van de schilder Hans Horions tevoorschijn waren gekomen: Een 1647 gedateerde en gesigneerde tekening ‘Verering van de jonge Bacchus’ in de collectie F. Lugt, nu Fondation Custodia in Parijs. En twee schilderijen met het onderwerp ‘Theagenes en Chariclea’, een door meer Utrechtse schilders gebruikt thema uit de Aethiopika van Heliodorus. Het ene doek was destijds in particulier bezit in Amsterdam, het andere was in bezit van The Hunterian Art Gallery van de University of Glasgow. Het Amsterdamse schilderij is sinds 1976 in bezit van het Centraal Museum. Het is als ansichtkaart te koop geweest onder de titel ‘De eerste ontmoeting’. Intussen is er een schilderij aan toegevoegd: Salomé danst voor koning Herodes, te vinden in het Rijksmuseum.
De werken van Hans Horions
Nadat eerdere toewijzingen niet bleken te kloppen zijn er nu meer werken van Hans Horions bekend:
1. De eerste ontmoeting van Theagenes en Chariclea, 1650-55, Centraal Museum, 93 bij 122 cm, het schilderij werd aangekocht in 1883.
De liefdesgeschiedenis van Theagenes en Chariclea was in de zeventiende eeuw een geliefd thema bij Utrechtse schilders. Theagenes en Chariclea komen voor in de Aethiopica, een Ethiopische liefdesgeschiedenis die in de zeventiende eeuw in de aandacht kwam. Charicleia is de beeldschone dochter van de koning en koningin van Ethiopië. Ze wordt te vondeling gelegd, komt in Griekenland terecht, wordt priesteres in Delphi en ontmoet daar Theagenes. De held Theagenes wint namelijk een hardloopwedstrijd en ontvangt een toorts van priesteres Charicleia. Het is liefde op het eerste gezicht, ze besluiten er samen vandoor te gaan. Het verhaal is rond 375 geschreven door Heliodorus die kwam uit Emesa, het tegenwoordige Homs in Syrië. In 1610 verscheen een eerste vertaling van de Aethiopica van Heliodorus ‘int Nederlandts’.Latere vertalingen dateren van 1852 en 2015.
2. Een tweede schilderij door Hans Horions met hetzelfde onderwerp: The first meeting of Theagenes en Chariclea, gesigneerd 1649, is te zien in de Hunterian Art Gallery van de University of Glasgow, 147 bij 182 cm. Het werd in 1963 gedoneerd aan The Hunterian.
3. Ets door Hans Horions, Rust op de vlucht naar Egypte.
De Heilige familie, zittend, omringd door putti. Op de achtergrond een palmboom, Rijksmuseum, aankoop van 1933.
De vlucht naar Egypte is het Bijbelse verhaal in Mattheüs over de vlucht van Jozef en Maria met het pasgeboren kindje Jezus naar Egypte nadat ze door een engel zijn gewaarschuwd over de aanstaande kindermoord van Bethlehem.
4. Schilderij Salomé danst voor koning Herodes, Hans Horions, Rijksmuseum, 176 bij 133 cm, aankoop 1883
Salomé dansend op een banket ter ere van haar stiefvader koning Herodes Antipas. De koning zit rechts met enkele anderen aan een tafel waarop een pauwenpastei staat. Tegen de wand en rechts op de voorgrond staat siervaatwerk.
Salomé was de dochter van Herodias. Deze had haar man verlaten en leefde daarna samen met koning Herodes Antipas. Johannes de Doper had publiekelijk kritiek geuit over deze onwettige verbintenis, wat Heriodias zeer beledigde en waardoor hij werd gearresteerd door Herodes Antipas. Toen de dans van Salomé de aanwezigen beviel, mocht ze alles vragen wat ze maar wenste. Op aandrang van haar moeder Herodias vroeg ze om het hoofd van Johannes de Doper. Volgens de evangelist Marcus stemde de vorst met tegenzin in omdat hij sympathie had voor Johannes. Toch gaf hij een soldaat opdracht Johannes te onthoofden.
Bronnen:
P.T.A. Swillens, Hans Horions, constschilder en koster van den Domtoren, Maandblad Oud-Utrecht 1933
J.W.C. Van Campen, De schilder Hans Horions, Maandblad Oud-Utrecht 1968
Jeroen van Meerwijk, Josua Wilts, de dolle torenwachter op de Domtoren, Tijdschrift Oud-Utrecht 1999
R. de Kam, A.F.E. Kipp en D. Claessen, De Utrechtse Domtoren. Trots van de stad 2021.
Bijlage(n)
Hans Horions
Josua Willst