'Een artikel moet geen omgevallen kaartenbak zijn'
Het Jaarboek van Oud-Utrecht heeft het afgelopen jaar drie nieuwe redactieleden gekregen. Een van de nieuwe redactieleden is Floortje Tuinstra van Het Utrechts Archief. Tuinstra vindt artikelen leuk die over een bepaalde plek of locatie in Utrecht gaan. 'Dat je er langs loopt en dan bedenkt dat je er een artikel over hebt gelezen in het Jaarboek.'
Tuinstra is nu zo'n anderhalf jaar lid van de redactie van het Jaarboek. 'Ik kwam erbij net voor dat het vorige Jaarboek uitkwam. Ze waren nog bezig met de voorbereiding van de presentatie.'
Tuinstra is al meer dan vijftien jaar lid van Oud-Utrecht en werkt sinds 1999 bij Het Utrechts Archief. 'Ik heb geschiedenis in Leiden gestudeerd en ben afgestudeerd op de diplomatieke betrekkingen tussen Nederland en Brandenburg in de 17de eeuw. Daarna heb ik de archiefopleiding gedaan en heb ik drie jaar op het ministerie van Justitie gewerkt. Vervolgens ben ik educatiemedewerker geworden bij Het Utrechts Archief en later archiefinventarisator en relatiebeheerder voor de overheidsarchieven.' Nu is ze coördinator van het team dat nieuwe collectieonderdelen binnenhaalt en toegankelijk maakt.
Tuinstra is jaren geleden al eens gevraagd om bij de redactie van het Jaarboek te komen. 'Maar toen had ik daar geen tijd voor. Ik zat ook al in de redactie van het Archievenblad. Net toen ik daarmee gestopt was, werd ik opnieuw gevraagd en toen heb ik ja gezegd. Het leek me erg leuk om voor de redactie van het Jaarboek te gaan werken.'
De redactie komt vier keer per jaar bij elkaar. Al weet Tuinstra het niet helemaal zeker. 'Door corona zijn we niet zo vaak bij elkaar gekomen. De artikelen komen binnen bij de secretaris en die verdeelt ze over de redactieleden. Je hebt een eerste en een tweede lezer. De eerste lezer onderhoudt het contact met de auteur en de tweede lezer is een soort second opinion. Toen ik bij de redactie kwam waren de artikelen al verdeeld. Ik ben dan ook meer betrokken geweest bij het nummer dat nu uitkomt.'
De redactie bestaat uit acht mensen. Over het algemeen krijgt de redactie voldoende artikelen binnen, vertelt Tuinstra. Al varieert het volgens haar. 'Het Jaarboek brengt afwisselend een gewoon nummer uit en een themanummer. Bij het themanummer benaderen we mensen met de vraag of ze een artikel willen schrijven.'
Bij het beoordelen van een artikel is het volgens Tuinstra niet de bedoeling dat je een artikel helemaal gaat herschrijven. 'Het moet wel het artikel van de auteur blijven. Je geeft aanwijzingen hoe het artikel herschreven kan worden. Het is in ieder geval de bedoeling dat het artikel echt over Utrecht gaat. En het artikel moet ook nieuwe informatie opleveren.'
Zelf vindt Tuinstra artikelen leuk die over een bepaalde plek of locatie in Utrecht gaan. 'Dat je er langs loopt en dan bedenkt dat je er een artikel over hebt gelezen in het Jaarboek. Omgekeerd wordt geschiedenis echt tastbaarder als je die aan een plek of een gebied kunt koppelen.' Ook ziet ze het liefst dat artikelen in een jaarboek verschillende periodes bestrijken uit de Utrechtse geschiedenis. 'Het wordt wat eentonig als alle artikelen over dezelfde eeuw gaan. En het is ook mooi als er in een artikel aandacht is voor detail maar dat het verhaal ook tegen een bredere achtergrond wordt geplaatst. Het artikel moet geen omgevallen kaartenbak zijn.'
Tuinstra wil ook nog gezegd hebben dat ze de redactie een leuke club vindt. 'Veel redactieleden hebben een brede interesse en voor je het weet zijn we op een zijpad diep in discussie. Tijdens de vergadering van de redactie zit er ook een toehoorder van de redactie van het Tijdschrift van Oud-Utrecht bij. Soms worden artikelen aan het Tijdschrift aangeboden die meer passen in het Jaarboek en andersom. De artikelen van het Jaarboek zijn langer en over het algemeen diepgravender, die in het Tijdschrift wat korter en luchtiger. Op die manier vullen we elkaar mooi aan.'
De presentatie van het jaarboek 2022 vindt plaats op zondag 11 december vanaf 15.00 uur. Kijk in de agenda.