Hoe de Sint-Catharina garnizoenskerk werd
Het Jaarboek Oud-Utrecht 2021 besluit met een bijdrage van cultuurhistoricus Thomas von der Dunk. Hij beschrijft een vergeten episode in de geschiedenis van de Utrechtse Sint-Catharinakerk.
In 1580 was de katholieke eredienst door de Staten van Utrecht verboden. Sindsdien waren de voormalige katholieke kerken in hervormde handen. De katholieken moesten zich vanaf die tijd behelpen in provisorische huiskerken.
Ruim twee eeuwen later kwam de Catharinakerk als enige terug in katholiek gebruik. Dat had een bijzondere reden. In 1815 werd Utrecht namelijk garnizoensplaats. De paar duizend hier gelegerde Brabantse soldaten waren voor een groot deel katholiek. Inmiddels was de katholieke godsdienst weer toegestaan, maar de kerken waren nooit teruggegeven. Op zoek naar een kerkgebouw voor het komende garnizoen besloot het stadsbestuur de Catharinakerk toe te wijzen.
Natuurlijk ging dat niet zonder slag of stoot. Von der Dunk vertelt uitgebreid over het getouwtrek dat daarna plaatsvond en over de praktische problemen die ontstonden toen het leger ruim een jaar later vertrok. Moest het gebouw garnizoenskerk blijven? En bleven de pastoors dan bij toerbeurt belast met een extra dienst voor soldaten die in de toekomst in Utrecht zouden verblijven? Of zouden zij bij gebrek aan een eigen gebouw de diensten van gewone kerkgangers ‘verstoren’? De gemoederen tussen katholieke voorstanders en de hervormde oppositie liepen hoog op. Het conflict bereikte letterlijk een hoogtepunt in een discussie over het onderhoud van het torentje op het dak van de kerk: was dit noodzakelijk of een nutteloze kostenpost?
Wie wil weten hoe het is afgelopen, blader naar pagina 204 van het Jaarboek. Daar leest u alles over de perikelen rondom deze roerige negentiende-eeuwse kwestie.
Afbeelding: Interieur van de Sint-Catharinakerk naar het oosten. Tekening met pen en penseel van Pieter Saenredam uit 1636. Collectie Het Utrechts Archief, cat.nr. 28599.