Archeologie is de enige bron voor een groot deel van de menselijke geschiedenis
Op 14 oktober, direct voorafgaand aan de Nacht van de Utrechtse Geschiedenis, organiseerde Oud-Utrecht een symposium over erfgoedparticipatie. Anton Cruysheer, archeoloog en manager erfgoed bij Landschap Erfgoed Utrecht, vertelde over publieksarcheologie en wat er zoal gebeurt in de provincie Utrecht.
Anton Cruysheer vertelt dat Landschap Erfgoed Utrecht zich richt op natuur, landschap en erfgoed in de provincie Utrecht. Zij werkt hierin samen met heel veel partners en zo’n 10.000 vrijwilligers. 'Ook op het gebied van archeologie zetten wij ons in. Van het ondersteunen van archeologische vrijwilligers tot en met publieksverhalen, citizen science projecten en een Meldpunt Archeologie voor particuliere vondsten. Ons doel is ook om het publiek bij die archeologische vondsten te betrekken. Bijzonder was bijvoorbeeld de vondst van een gouden middeleeuwse liefdesring met inscriptie, die na een persbericht hierover de hele wereld over ging, tot en met Amerika en China aan toe.’
In zijn verhaal op deze middag zal hij met name het begrip publieksarcheologie duiden en toelichten met voorbeelden. 'Bijvoorbeeld de archeologische vondsten die gepresenteerd worden in Museum Hoge Woerd zoals het bekende Romeinse rivierschip De Meern 1.'
Belangrijke boodschap die Cruysheer deze middag wil overbrengen is dat de archeologie de enige bron is voor een groot deel van de menselijke geschiedenis. 'Want de schriftelijke bronnen zijn vooral beschikbaar voor pakweg 500 jaar. Voor de tienduizenden jaren daarvoor zijn we aangewezen op het bodemarchief en de archeologie, om tot kennis te komen van het verleden. Alle hulp en betrokkenheid is daarbij nodig en publieksarcheologie is hiervoor noodzakelijk.'
