Nieuws

In Memoriam Bart Klück, Utrechts bouwhistoricus

Op vrijdag 30 juli is Bart Klück op 76-jarige leeftijd overleden. Hij heeft als bouwhistoricus meer dan 40 jaar een belangrijke bijdrage geleverd aan onze kennis over de stad Utrecht. Bart was één van de ‘founding fathers’ van de bouwhistorie in Nederland: een discipline waarin onderzoek en documentatie plaatsvindt van de bouwgeschiedenis van panden aan de hand van de bouwsporen. Honderden onderzoeken heeft hij uitgevoerd in de Utrechtse binnenstad en daarbuiten. Dankzij dit onderzoek weten we nu dat achter de vele 19e-eeuwse gevels in de Utrechtse binnenstad nog een bijna complete middeleeuwse stad aanwezig is. 

Op 17 februari 1971 kraakte Bart samen met enkele andere studenten van de net opgerichte Werkgroep Herstel Leefbaarheid het dichtgetimmerde Achter Clarenburg 2. Dit pand was samen met nummer 4 in 1969 door de gemeente aangekocht om te slopen voor een verkeersdoorbraak vanaf het Vredenburg naar de Mariaplaats. De Werkgroep bestond uit studenten die elkaar gevonden hadden in hun interesse in het middeleeuwse karakter van de Utrechtse binnenstad en zich grote zorgen maakten over de vergaande sloopplannen van de gemeente vanwege de verkeersplannen. Terwijl ze in één opgeruimde kamer van het verlaten huis kampeerden, deden ze de eerste weken uitgebreid onderzoek. Achter Clarenburg bleek een bijna gaaf 14e-eeuws woonhuis van de kanunniken van St. Marie, waar in de 16e eeuw Jan van Scorel nog had gewoond. Binnen vier maanden wisten Bart en de andere werkgroepleden het pand op de Rijksmonumentenlijst te krijgen en zo sloop te voorkomen. De doorbraak Achter Clarenburg is er nooit gekomen. 

Zie krantenartikel Achter Clarenburg (hierin staat in 15e eeuws pand, maar na onderzoek bleek het uit circa 1330 te stammen.)

Kluck 3

Bart Klück tijdens onderzoek aan bastion Zonnenburg.

Jarenlang zou Bart Klück in opdracht van het Utrechts Monumentenfonds bouwhistorisch onderzoek doen in Utrecht. Al begin jaren 70 werkte hij daarbij samen met Frans Kipp, die in gemeentelijke dienst bouwhistorisch onderzoek deed. Bart zou later ook bij de gemeentel in dienst treden. Als bouwhistoricus heeft hij een belangrijke bijdrage geleverd aan enkele uitzonderlijke projecten zoals het Duitse Huis/Grand Hotel Karel V, Oud Amelisweerd, bolwerk Sonnenborgh en de verbouwing van het Stadhuis onder Miralles. Ook in andere steden in Nederland deed hij bouwhistorisch onderzoek, van Kampen tot Venlo.

Barts inzet kende nauwelijks grenzen en aan reguliere werktijden hield hij zich meestal niet. Zo onderzocht hij bijna tien jaar lang het Duitse Huis vanaf het moment dat hij gelegenheid kreeg het vervallen en door duiven zwaar vervuilde oudste deel te verkennen, tot op de dag van de oplevering van het vijfsterrenhotel. In 1991 vertelde hij over dit bijzondere onderzoek tijdens de zesde Van der Mondelezing. Zijn grote vertelkunst en gevoel voor humor maakten zijn vele lezingen en rondleidingen populair bij vakgenoten en bewoners. 

Een aparte vermelding verdienen zijn documentatietekeningen, die niet alleen zeer zorgvuldig waren en een voorbeeld voor een generatie bouwhistorici na hem, maar als bioloog en groot liefhebber van dieren voegde hij altijd wel ergens een zwaluw, uil of muisje toe.

Na zijn pensionering bleef Bart zijn grote kennis van Utrecht en van de bouwhistorie ruimhartig delen. Nog tot voor een week voor zijn plotselinge overlijden kwam hij regelmatig langs bij zijn (oud-)collega’s van Erfgoed. De stad Utrecht is Bart Klück veel dank verschuldigd voor zijn grote bijdrage aan het onderzoek, de documentatie en het behoud van onze rijke bouwgeschiedenis. Onze condoleances gaan uit naar zijn vrouw, dochter en kleinkinderen. 

Bettina van Santen

Kluck 2

Typerend voor Barts manier van werken was het afdalen in zo’n put.