Renes Liggend

Nieuws

Herinneringen aan Hans Renes (1954-2023)

Op 28 september 2023 overleed in zijn woonplaats Asperen prof. dr. Hans Renes, kort voor zijn 69e verjaardag. Tijdens de afscheidsceremonie in de oude Catharinakerk van het stadje aan de Linge waren alle banken gevuld met familie, vrienden, oud-collega’s, oud-studenten en mensen uit de erfgoedwereld, waaronder de Utrechtse. Hans was gewaardeerd en geliefd als groot kenner van het erfgoed, met name van het historische cultuurlandschap. Dat brachten de diverse sprekers naar voren: zijn indrukwekkende kennis, maar vooral zijn innemende persoonlijkheid, altijd tot hulp bereid en uiterst bescheiden.

Hans werd op 10 oktober 1954 in Leusden geboren. Na de middelbare school ging hij in 1972 aan de Rijksuniversiteit Utrecht sociale geografie studeren. Hij specialiseerde zich in de historische geografie, de bestudering van oude landschappen. Zijn al heel jong aanwezige fascinatie voor atlassen werd tijdens de afscheidsceremonie gememoreerd door zijn jongste zusje Helma. Naast zijn studie in Utrecht, die hij in 1979 afrondde, studeerde Hans agrarische planologie aan de toenmalige Landbouwhogeschool Wageningen, nu Wageningen University. Hij ging in Wageningen werken bij de Afdeling Historische Geografie van de Stichting voor Bodemkartering. Deze instelling ging in 1988 op in het Staring Centrum, waar Hans ook werkzaam bleef. Vanaf 1995 werkte hij daarnaast aan de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen in Utrecht. Drie jaar later vertrok hij geheel uit Wageningen. In 1999 promoveerde hij op het proefschrift Landschappen van Maas en Peel over de landschapsontwikkeling in Noord- en Midden-Limburg. Zijn promotor was prof. Jelle Vervloet, onder wie hij in Wageningen al had gewerkt.

Enthousiasme

Als docent enthousiasmeerde Hans studenten voor het historische landschap. Hij wilde geografen laten zien hoe de omgeving in de loop van de tijd is gegroeid. Dit enthousiasme heb ik van nabij meegemaakt, toen wij samen college gaven over het gebied langs de Langbroekerwetering en de Kromme Rijn. Kort na mijn benoeming tot bijzonder hoogleraar Utrecht Studies kwam Hans bij me om te praten over mogelijke samenwerking. Daar is dit werkcollege uit voortgekomen. We hebben dit een aantal jaren gedaan voor studenten geschiedenis, kunstgeschiedenis, taal- en cultuurstudies en geografie. Daar zijn interessante werkstukken uit voortgekomen, waarvan ik er enkele nog heb gebruikt voor mijn recente boek over de Utrechtse adel. Hoogtepunten van deze colleges waren de excursies aan het eind. In twee busjes trokken we dan door het gebied, met een bezoek aan een kasteel en diverse stops, waarbij Hans steeds bijzonderheden in het landschap aanwees. Ik heb daar heel veel geleerd, bijvoorbeeld over de betekenis van bolle weilanden voor de afwatering en de langwerpige percelen als uitvloeisel van de oorspronkelijke ontginningsstructuur.

In 2010 werd Hans hoogleraar Erfgoed en Ruimte aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Zijn oratie Erfgoed in interessante tijden, die ik als deel van het cortège mocht bijwonen, herinner ik mij nog goed. Tot de promovendi die hij naar het doctoraat heeft begeleid behoorde een van de studenten uit de colleges Kromme Rijn-Langbroekerwetering, Linde Egberts. Haar proefschrift ging over de rol van erfgoed in de constructie van regionale identiteit, een onderwerp dat Hans na aan het hart lag. In haar toespraak tijdens de afscheidsceremonie bracht zij naar voren hoe inspirerend Hans is geweest.

Gedrevenheid

Hans was behalve een inspirerende docent ook een gedreven onderzoeker. Hij heeft meer dan 300 publicaties het licht doen zien, over uiteenlopende gebieden, maar met erfgoed en het historische landschap als richtpunten. Een daarvan is de Historische Atlas van de stad Utrecht, waarin zijn liefde voor kaarten volledig tot uitdrukking kwam. Na zijn pensionering, begin 2021, wilde hij gaan werken aan een boek over Europese cultuurlandschappen. Helaas is het daar niet van gekomen door de ziekte die zich al snel openbaarde. Wel werkte hij nog mee aan De dam bij Wijk en het Kromme Rijngebied in de middeleeuwen (2022).

Naast zijn al intensieve werk als docent en onderzoeker was Hans een goed bestuurder. Hij was actief in tal van verenigingen, instellingen en redacties, zoals het Tijdschrift voor Historische Geografie, het Netwerk Historisch Cultuurlandschap, de Raad van Advies van de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap en de Arbeitskreis für Historische Kulturlandschaftsforschung in Mitteleuropa (ARKUM). Voor een congres van die laatstgenoemde club heeft hij mij eens als spreker gestrikt. Samen zaten wij in het Historisch Overleg Utrecht (HOU), een informeel verband van medewerkers van Utrechtse instellingen op cultuurhistorisch gebied. Ook daar zullen wij hem missen.

Na de afscheidsceremonie in de kerk van Asperen hebben de aanwezigen Hans op zijn laatste tocht begeleid, naar de nabij gelegen begraafplaats. Daar staande dwaalde mijn blik over de weilanden waarvan de bolling mij deed denken aan hetgeen ik daarover van Hans had geleerd. Moge hij rusten in vrede op deze plek, die zo goed bij hem past.

Renger de Bruin