Spoorwegmuseum

Nieuws

Spoorwegmuseum

Het Spoorwegmuseum begon op de Moreelselaan, in 1928. Sinds 1951 is het gevestigd in het Maliebaanstation. Het is nu de best bezochte attractie van de stad.

IMG 1166

IMG 6275

IMG 0869

1 december 1928 opende het Spoorwegmuseum op de Moreelselaan bij het stationsplein. In het begin bezat het museum afbeeldingen, documentatie en spoorattributen. De ‘vader’ en eerste directeur van het museum was spoorwegambtenaar G.W. van Vloten die als rasechte verzamelaar alles wat los en vast zat bewaarde en tentoonstelde. De grondlegger kan hier zelf niet lang van genieten, in hetzelfde jaar overlijdt Van Vloten. Zijn collectie dreigt te verstoffen. De nieuwe directeur, Henri Asselberghs, blaast de zaak echter weer leven in. Later zou zijn dochter mej. M. Asselberghs ook directeur worden van het Spoorwegmuseum. De collectie Van Vloten werd samengevoegd met een collectie van Jhr dr. C. Beelaerts van Blokland en verhuisde naar Hoofdgebouw I aan het Moreelsepark. In de jaren ’30 werden initiatieven genomen om materieel van historisch belang te exposeren. 

Interieur van het Nederlands Spoorwegmuseum gevestigd in het 2e Administratiegebouw van de Staatsspoorwegen Utrecht in Woord en Beeld 1924

Interieur van het Nederlands Spoorwegmuseum gevestigd in het 2e Administratiegebouw van de Staatsspoorwegen Utrecht in Woord en Beeld 1924

Interieur van het Nederlands Spoorwegmuseum gevestigd in het 1e Administratiegebouw van de Nederlandse Spoorwegen HGB I Moreelsepark 1 1936

Interieur van het Nederlands Spoorwegmuseum gevestigd in het 1e Administratiegebouw van de Nederlandse Spoorwegen HGB I Moreelsepark 1 1936

Op 10 mei 1940 werd na het uitbreken van de oorlog het museum gesloten, om daarna op 29 mei te heropenen. Op 30 oktober 1941 moest het museum worden gesloten omdat de NS de ruimte nodig had, want Hoofdgebouw III werd grotendeels bezet door de Duitsers. In december 1941 heropende het museum in een leegstaande vleugel van het Rijksmuseum in Amsterdam. Een groot deel van de daar aanwezige kunstschatten was opgeborgen zodat er ruimte over was.

Het in 1874 gebouwde Maliebaanstation is aanvankelijk een groot succes, maar na de opening van station Biltstraat en later de directe verbinding tussen Utrecht CS en Hilversum wordt het in 1939 gesloten. Met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog staat het station leeg en wordt het in gebruik genomen door de Duitse bezetter. De deportaties van de Utrechtse Joden vanaf het verlaten station vormen een zwarte bladzijde uit de historie van het Maliebaanstation. Na de oorlog doet het Maliebaanstation nog korte tijd dienst als bureau voor gevonden voorwerpen. In 1951 werd het gesloten Maliebaanstation de nieuwe locatie voor het Spoorwegmuseum. Het historische gedeelte opende op 23 november 1953. Het nieuwe museum werd geopend op 5 november 1954. Er was hier meer ruimte dan ooit voor de collectie, toch kon niet alles opgesteld worden. Het oude Maliebaanstation bood echter veel uitbreidingsmogelijkheden. Materieel kon op de sporen worden opgesteld worden. Zoals een lange rij historische stoomlocomotieven. 

Interieur van het nieuwe Spoorwegmuseum in het Maliebaanstation 1953

Interieur van het nieuwe Spoorwegmuseum in het Maliebaanstation 1953

Interieur van het nieuwe Spoorwegmuseum in het Maliebaanstation 1953 2

Stoomlocomotief nr 13 van de Staatsspoorwegen in het Spoorwegmuseum 1954

Stoomlocomotief nr 13 van de Staatsspoorwegen in het Spoorwegmuseum 1954

aankomst van de stoomlocomotief nr 3737 van de NS te Utrecht bij het Spoorwegmuseum tijdens de afscheidsrit van de stoomtractie in Nederland 1958

Aankomst van de stoomlocomotief nr 3737 van de NS te Utrecht bij het Spoorwegmuseum tijdens de afscheidsrit van de stoomtractie in Nederland 1958

mej MA Asselberghs conservatrice van het Spoorwegmuseum te Utrecht die de heer de Kruijff en zijn familie uit Hilversum ontvangt als 100000ste bezoekers in 1963

Mej MA Asselberghs conservatrice van het Spoorwegmuseum te Utrecht die de heer de Kruijff en zijn familie uit Hilversum ontvangt als 100000ste bezoekers in 1963

In het Maandblad Oud-Utrecht van 1954 stond het volgende:
‘De vestiging van het Spoorwegmuseum in het voormalig Maliebaanstation te Utrecht heeft velen deugd gedaan. Niet alleen omdat bedoeld museum terugkeerde in Utrecht, dat immers de spoorwegstad van Nederland is, maar ook omdat daardoor het voortbestaan van het stationsgebouw aan de Maliebaan gewaarborgd schijnt. Want het staat vast, dat vele stadgenoten een heimelijke liefde koesteren voor dit gebouw en voor deze hoek van Utrecht. Men durft daar zo gauw geen uiting aan te geven, want nu ja, alles wat in die bocht van de Maliesingel aan gebouwen van enig belang aanwezig is, dateert uit de vorige eeuw en de negentiende eeuw staat in een kwade reuk bij minnaars van bouwkunst en historie. Er zijn, inzonderheid te Utrecht, honderd jaar geleden zoveel misslagen gedaan, dat het welhaast onfatsoenlijk is om voor dat tijdperk een goed woord over te hebben.

Het is waar: de ontmanteling van Utrecht nam veel karakteristieks weg. Daar staat tegenover, dat door het openleggen van de stad een prachtige kans kwam om ruimte te scheppen langs de singels. Utrecht heeft deze kans gegrepen. Er zijn hier enkele gunstige factoren. Vooreerst de onderbreking van de Maliesingel, ontstaan door het begin van de Maliebaan, die hier voor de nodige ruimte zorgt. Ten tweede de plantsoenaanleg van het voormalige bolwerk Lepelenburg. Wie nu bij de Maliebrug staat, of aan de andere zijde bij de Herenbrug, kan genieten van een mooi stadsgezicht, dat wonder boven wonder vrijwel onaangetast is gebleven.

Dan het Maliebaanstation zelf. Het ligt daar aan een vergeten pleintje; men ziet het alleen van de Maliebrug af of bij het passeren van de Johan van Oldenbarneveltlaan. Het gebouw dateert uit 1874 en draagt daar de sporen van. Niettemin juichten wij het toe dat het is blijven staan. Men zal kunnen constateren, dat de restauratie er veel goed aan heeft gedaan. Hoe weinig architectonische waarde dit stationsgebouw ook wordt toegekend en hoe graag men elders dergelijke stations ziet verdwijnen, in Utrecht kunnen we dit specimen van stationsbouw best gebruiken, temeer waar het zélf aan een spoorwegmuseum onderdak verschaft!’

Het museum blijft na 1954 in ontwikkeling: nieuwe perrons, uitbreidingen, overkappingen, een goederenloods uit 1881, een seinhuis met watertoren. In 2003 werd het stationsgebouw uit 1874 teruggebracht in de 19e-eeuwse staat. Er kwam een Koninklijke wachtkamer bij uit het in 1973 gesloopte station Den Haag Staatsspoor, en een nieuw museumgebouw met het industriële karakter van een 19e-eeuwse spoorwerkplaats. Het museum stond in 2017 op de 13e plek van best bezochte musea. Met 440.000 bezoekers is het de best bezochte attractie in Utrecht.

Bron: Oud-Utrecht Scheurkalender 900 jaar stad Utrecht.

Meer informatie.

IMG 0883

IMG 0870 

IMG 0874

IMG 2303

IMG 2305

IMG 4476