Lage Vuursche
Pannenkoekenparadijs, groen en cultureel erfgoed: een klein dorp in gemeente Baarn, met de uitgestrekte Vuursche bossen, kasteel Drakensteyn en de beroemde kei. Restaurant De Lage Vuursche bestaat al sinds 1865 met nu de vijfde generatie van familie Van Oosterom.
In het jaar 1865 huurde Willem van Oosterom van Jonkheer Bosch van Drakestein de boerderij en de bijbehorende herberg uit 1654, gelegen langs een tolweg die door de Lage Vuursche voerde. De herberg was aanvankelijk ook het Rechthuis. Het geluk was echter niet van lange duur want zijn vrouw kwam kort daarna plotseling te overlijden. Hij hertrouwde later met de dochter van de dorpsbakker.
Inmiddels kwam er in de zomermaanden steeds meer vertier. De mensen uit de omliggende dorpen en steden kwamen met rijtuigen naar de Vuursche bossen om van de prachtige omgeving te genieten. Vanzelfsprekend werd er dan vaak even een rustpauze genomen bij de herberg.
Willems tweede vrouw, Heintje, was een echte keukenprinses en begon al snel pannenkoeken te bakken voor de bezoekers. Dit werd de definitieve grondslag van Restaurant de Lage Vuursche en het pannenkoekenparadijs. Vanaf 1958 verschenen meer restaurants en pannenkoekenhuizen in Lage Vuursche.
Lekker, gemakkelijk en goedkoop
Waarom houden Nederlanders zo van pannenkoeken? In Noordwest-Europa vormen ‘pankoeken’ al eeuwenlang een basismaaltijd, omdat de ingrediënten ter plaatse voorhanden zijn: meel - van rogge, boekweit, gerst of tarwe - boter, eieren, melk en een snufje zout. Naarmate de welstand groeide, konden de ‘pankoeken’ worden belegd met kaas of ham, maar vooral met stroop of boter en suiker. De pannenkoek past goed in een zoet dieet waartoe mensen in een evolutionair verklaarbare neiging hebben. Daarnaast is het een redelijk goedkoop en gemakkelijk te maken gerecht. Onze voorouders hadden niet meer nodig dan een houtvuur of vuurpot, een aardewerken, later gietijzeren steelpan, een beetje reuzel en een dun laagje beslag. Het resultaat: een pannenkoek, warm of op een later moment koud te eten.
Vierseizoenentoerisme
Sinds de jaren 50 trekken Nederlanders er massaal op uit en is Lage Vuursche - met naast de pannenkoeken de bossen en kasteel Drakensteyn als trekpleisters – erg in trek als bestemming voor een dagtochtje. De kern van het dorp telt maar 300 inwoners, de buitengebieden zo’n 1.200. Het totaal ligt ’s zomers (tijdelijk) op het dubbele dankzij de bewoners van de vele vakantiehuisjes. Die getallen vallen in het niet bij het jaarlijkse aantal bezoekers van de Vuursche terrassen en restaurants: 1,6 miljoen! Dankzij uitbreiding van de binnencapaciteit van de restaurants is Lage Vuursche sinds de jaren 80 populair in alle seizoenen. Vele bezoekers hebben zin in een pannenkoek na het afleggen van een van de negen gemarkeerde wandelroutes of een zelf samengestelde ‘knooppuntenfietsroute”. De pannenkoek, in talloze varianten, vormt nog steeds de kern van het Vuursche menu.
Bron: Tijdschrift Oud-Utrecht 2005 over historische herbergen en restaurant Lage Vuursche
Bijlage(n)
Lage Vuursche