Olympisch kampioen Anton Geesink
Japan treurde en Nederland ontplofte op 23 oktober 1964, de dag dat Anton Geesink de gouden medaille judo won op de Olympische Spelen in Tokyo. Met 1,98 meter en 120 kilo zorgde deze reus en judoka uit Wijk C voor een ongekende lijst aan successen: hij werd 21 keer Europees kampioen, drie keer wereldkampioen, eenmaal olympisch kampioen, vier keer Sportman van het jaar, drie keer Nederlands kampioen in het Grieks-Romeins worstelen.
Roosje Keijser schreef ‘Een reus op een reus: hoe Utrecht de successen vierde van judoheld Anton Geesink’ in Tijdschrift Oud-Utrecht 2014:
Zowel de wereldtitel als de Olympische titel van Anton Geesink leidden tot triomfantelijke ererondes en talloze huldigingen. Op de vele foto’s die daarvan nog getuigen zien we hem op allerlei podia en op de rug van een olifant. Aan die laatste foto blijkt een bijzonder verhaal verbonden.
Anton Geesink (1934-2010) is als jonge jongen idolaat van elke sport die hem voor de voeten komt. Zwemmen, voetbal, fietsen, hardlopen, hoepelen, hij bezigt het allemaal. Tot hij als 14-jarige in aanraking komt met judo, hij ziet een demonstratie in de rust van een wedstrijd in De Galgenwaard. Hij gaat trainen op de Amsterdamsestraatweg bij sportschool Jan van der Horst. Al snel wordt hij Nederlands en Europees kampioen. Zijn echte doorbraak als judoka komt als hij in 1961 als eerste niet-Aziaat wereldkampioen wordt. Hij vestigt zijn naam vervolgens definitief als judoreus wanneer hij in 1964 in Tokio Olympisch goud haalt. Vanaf de jaren 80 bekleedt hij diverse bestuursfuncties in de (internationale) judowereld. De kroon op zijn werk vormt de benoeming tot lid van het Internationaal Olympisch Comité.
Bijbeunen
Voor de bekostiging van zijn sport moest Geesink hard werken, de buitenlandse toernooien betaalde hij uit eigen zak. Hij had aanvankelijk verschillende baantjes, onder meer als opperman in de bouw. Na het behalen van het wereldkampioenschap gaat het hem voor de wind. Hij wordt voor lucratieve klussen gevraagd, speelt mee in een Franse speelfilm, heeft (betaalde) opnames voor de Duitse en Franse televisie en is een veel geziene gast bij openingen en partijen. Ook speelt hij in verschillende reclames, waaronder die voor frisdrankmerk Exota, uitgeverij Bruna en de Levensverzekerings-maatschappij Utrecht. Zijn accountant waarschuwt hem echter: ‘Mijns inziens teert u momenteel op de roem verworven door het Wereldkampioenschap in 1961. Niets is echter zo vergankelijk als roem en het is daarom zaak, te trachten deze nu nog zo actuele populariteit en roem, om te zetten in toekomstige blijvende revenuen, dus naast sportsman tevens zakenman te worden.’
Anton staat rechts, bij kampioenschap voor clubteams, met Sportschool Van der Horst (1952)
Europese titel, Anton Geesink met vriendin Jans van Hussen en gezin van trainer Jan van der Horst, 1952
Judoka Anton Geesink in de Oranjestraat te Utrecht (Hofland 1961)
Ansichtkaart van Anton Geesink, 't Sticht, Herschel 1964
Anton komt thuis uit Tokio op de IJsselsteinlaan in Hoograven 4 november 1964
Huldiging van wereldkampioen judo Anton Geesink door de in judopak gestoken burgemeester de Ranitz in de hal van het Stadhuis in 1961
Huldiging Olympisch kampioen Anton Geesink op stadhuis te Utrecht in 1964
Huldiging van Anton Geesink tijdens een feestelijke avond met sportdemonstraties in de Irenehal van de Jaarbeurs in 1964
Olympisch kampioen judo Anton Geesink bij de huldiging in het stadion Galgenwaard te Utrecht, Hofland HUA
Als een held onthaald
Bij terugkomst van het wereldkampioenschap in Parijs wordt Geesink als een held onthaald in Utrecht. Op het stadhuis spreekt burgemeester De Ranitz hem op 4 december 1961 toe in een judopak (met bruine band!) en hangt hem een krans om. De stad staat op zijn kop, duizenden mensen zijn op de been om Geesink toe te juichen als hij met een koets wordt rondgereden. In de dagen erna volgen in rap tempo kleinschaliger huldigingen. Op 11 december zet Wijk C hem in de bloemetjes en krijgt hij in het Casino aan de Nieuwekade onder meer een kofferschrijfmachine, een eetservies en een koeltas. Een aantal dagen later wordt hij verrast met een feestavond in Tivoli. Na zijn gouden winst op de Olympische Spelen in 1964 vergaat het Geesink niet anders: ontvangst op het stadhuis, lauwerkrans omgehangen door de burgemeester en een koetsrit door de stad. Geen feestavond in Tivoli dit keer, maar een huldiging met 9000 bezoekers in de Irenehal van de Jaarbeurs. Het publiek scandeerde luidkeels:"sakoi, sakoi, sakoi" ("ik daag je uit"), de woorden die Geesink Kaminaga had toegefluisterd bij aanvang van de Olympische finale. Er zijn diverse sportdemonstraties, muzikale optredens en toespraken van hoogwaardigheidsbekleders. Bij deze gelegenheid krijgt Geesink naast een groot aantal praktische cadeaus een bedrag van bijna ƒ 10.000,-, bijeengebracht door de plaatselijke middenstand en overhandigd door de burgemeester. Zijn korte dankwoord op het stadhuis is vrijwel gelijk aan dat in 1961: ‘Allemaal hartelijk dank voor hetgeen u heeft gedaan, deze avond zal echt voor mij onvergetelijk zijn. Dank u wel.’
Vrolijk straatbeeld
In de beeldbank van Het Utrechts Archief bevindt zich een foto van judoka Anton Geesink op een olifant. Een reus op een reus. De foto van fotograaf Henk Hofland is door hem zelf gedateerd op september 1962 en is voor zover bekend nooit gepubliceerd. Het beeld doet denken aan een huldiging van een groot kampioen, een reus wordt aan het publiek getoond. Bij de beschreven festiviteiten rond de kampioenschappen van Geesink wordt echter met geen woord gerept over een huldiging door middel van een olifantenrit door de stad. Kennelijk berust dat op een misverstand, en is er iets anders aan de hand. Aan de herkenbare gevel van juwelier Esmann is te zien dat Anton Geesink en de olifant zich op de Steenweg bevinden. Om hen heen staan nog drie olifanten. Het zijn vrij kleine Indische olifanten. Geesink moet lachen, hij heeft lol. De jongetjes rechts van hem op de stoep ook. Een vrolijk tafereel. Links van de judoka, voor de kijker rechts, twee mannen in stofjassen. Het zijn de verzorgers van de dieren, ze zijn wel wat gewend en blijven geconcentreerd aan het werk. Het witte busje achter de stoet komt ook op andere plaatjes van hetzelfde tafereel voor. Misschien is het van de eigenaar van de olifanten, voor het geval er iets misloopt. Ze hebben Geesink, met zijn 1.98 meter en 120 kilo wegende sportlijf toch niet de minste, niet eens op de grootste olifant gezet. Maar ook de olifanten zijn ervaringsdeskundigen: het zijn medewerkers van het beroemde circus Toni Boltini. Dat doet op dat moment, eind augustus 1962, de stad aan. De olifanten zijn als vlaggendragers de stad in gestuurd.
Een reus op een reus, Anton Geesink op de Steenweg, 1962
Lucratief aanbod
Een paar maanden eerder, in april 1962, doet circusbaas Boltini de kersverse wereldkampioen Geesink een lucratief aanbod. Hij verzoekt hem enkele malen deel te nemen aan een voorstelling voor het niet geringe bedrag van ƒ 50.000,-. Geesink kan niet meteen een beslissing nemen, hij is nog te zeer belast met alle festiviteiten rond zijn wereldkampioenschap. Bovendien verwacht hij moeilijkheden met de judobond in verband met zijn amateurstatus. Het aanbod blijft van kracht, Boltini wil graag onderhandelen om tot overeenstemming te komen. Op 26 oktober 1964 doet Boltini de judolegende een tweede verzoek. Dit keer stelt hij Geesink ƒ 100.000,- en een auto in het vooruitzicht. Voor dat bedrag moet de judoka een seizoen lang tien minuten per voorstelling optreden in zijn circus. De olympisch judokampioen gaat wederom niet in op het aanbod. In zijn plaats kiest de circusbaas uiteindelijk voor Johnny Lion & The Jumping Jewels. Volgens Henk van den Berg, archivaris van het Boltini-archief en circushistoricus, staat het vast dat Geesink nooit voor het circus heeft opgetreden.
Circus Boltini is op dat moment één van Europa’s bekendste circussen. Toni Boltini was erg goed in publiciteitsstunts en zorgde steeds weer voor hilarische marketingacties. Vermoedelijk heeft Boltini aan Geesink gevraagd om op een van zijn pas aangeschafte olifanten plaats te nemen, als gebbetje. Een typische Boltini-stunt. In het archief van Geesink, ondergebracht bij Het Utrechts Archief, is hier niets over terug te vinden. In het Boltini-archief evenmin. Een rommelige fotocompilatie in de krant is een stille getuige, de circusolifanten zijn als ‘verkeersovertreders’ op de plaat vastgelegd. Geen woord over Boltini of over Geesink. De prachtige foto van Hofland is vreemd genoeg niet geplaatst.
Anekdote
Oud-bokser Ben Bril, een goede kennis van Anton, was aanwezig in de grote judohal, de Budokan: "toen Anton vlak voor zijn beslissende wedstrijd last had van zenuwen en het even niet meer zo zag zitten, ging ik naar hem toe en vertelde hem het verhaal dat ik net van Prins Bernhard had gehoord. De Prins had, op bezoek bij de Japanse Keizer, gevraagd of hij een manier wist waarop Anton verslagen zou kunnen worden. Het antwoord van de Keizer luidde: ‘twee Japanners!'. Mede door dit verhaal monterde Anton op en won op sublieme wijze de wedstrijd!"
Anton Geesink in 'Pipo en de Noorderzon'
Anton presenteert zijn boek Judo in evolutie, 1971
Bloemenhulde bij beeld door Theo van de Vathorst na overlijden van Anton Geesink op 27 aug 2010, Lansink, HUA
Verder lezen en kijken?
Andere Tijden
23 Oktober 1964, Tokio. Het is de laatste dag van de Olympische Spelen. Op het programma staat de finale van de open klasse bij het judo. Die sport is op aandrang van de Japanners toegevoegd aan de Spelen. Zij hebben het judo zo'n 80 jaar eerder tenslotte uitgevonden en zij zien het als onderdeel van hun cultuur. De gouden medaille, het kan niet anders, die zal voor Japan zijn. Helaas. Het is een Nederlander die ermee aan de haal gaat: Anton Geesink. Het judo zal daarna nooit meer hetzelfde zijn.
Voor Nederland was de gouden medaille een triomf. Duizenden mensen kwamen in Utrecht naar de inhuldiging van Geesink, ze bestormden bijna het stadhuis. Binnen hing burgemeester De Ranitz, in judopak gestoken (hij was zelf in bezit van de bruine band), Geesink een enorme lauwerkrans om en sprak van 'een formidabele overwinning waarmee u het wereldkampioenschap aan Japan hebt ontfutseld'. Andere Tijden kijkt met Anton Geesink en collega judoka's uit Nederland en Japan terug op die finale en wat er aan vooraf ging: kijk hier.
NPO Start
Over Anton en Wijk C maakte omroep Max een documentaire met de titel ‘Anton Geesink, man met een missie’ Als Geesink op 6 april 1934 ter wereld komt in het Kroonhofje in de Utrechtse Wijk-C, staat hij in de buurt aanvankelijk bekend als 'dat jochie van Mien.' In het huis waar vader Johannes de scepter zwaait, is iedere vorm van luxe ver te zoeken. Sanitaire voorzieningen en stromend water ontbreken, de keuken doet tevens dienst als bedstee. Op 14-jarige leeftijd is Geesink op slag verkocht wanneer hij in stadion De Galgenwaard tijdens de pauze van een voetbalwedstrijd een demonstratie van judo ziet. Kijk hier.
Bijlage(n)
2014-Tijdschrift_Oud-Utrecht_5-Artikel_Anton_Geesink.pdf