Nieuws

De Utrechtse humorist Jan van Laar

Jan van Laar (1872-1949) is een van de vele vergeten artiesten die ooit stad en land afreisden met komische voordrachten en liedjes. Om het vak te leren verruilde hij zijn geboortestad Utrecht voor artiestenmekka Amsterdam. Daar zou hij verreweg het grootste deel van zijn werkzame leven wonen. Zijn claim to fame als liedjesschrijver is de evergreen ‘Daar bij die molen’. In 1935 had Willy Derby er een hit mee die blijvende effecten had. 

Het hele verhaal staat in de recent verschenen biografie Daar bij die molen. In een bijdrage aan het nieuwe jaarboek van Oud-Utrecht richt Lutgard Mutsaers zich op de jaren 1898-1908, waarin Jan van Laar alias Jean van Laar Jr. zich profileerde als stadskomiek van Utrecht. Hieronder ter introductie een interview met Lutgard Mutsaers.

-Hoe ben je op het idee gekomen om een artikel te schrijven over Jan van Laar?
De bijdrage aan het Jaarboek Oud-Utrecht 2021 over de Utrechtse jaren van Jan van Laar is een spin-off van mijn boek Daar bij die molen – Een vergeten artiest en een perfecte soundbite dat begin dit jaar is uitgekomen. Voor deze gelegenheid heb ik een deel van het verhaal opnieuw verteld, met wat nieuwe info en enkele illustraties die niet in het boek staan. Tijdens mijn zoektocht naar sporen van Jan van Laar ben ik erachter gekomen dat hij geboren en getogen is in Utrecht. Op 22 maart 2022 is het 150 jaar geleden dat hij het levenslicht zag aan de Lagenoord. Reden te meer om hem eens speciaal in de Utrechtse schijnwerpers te zetten.
Het ‘Daar bij die molen’-verhaal speelt meer dan een kwarteeuw na de Utrechtse jaren, in een andere woonplaats, met zijn tweede echtgenote en in een andere tijd qua kansen en mogelijkheden voor liedjesschrijvers in Nederland. Zonder de opmerkelijke blijfkracht van ‘Daar bij die molen’ was Jan van Laar vast en zeker aan mijn aandacht ontsnapt. De bijvangst bleek een onbeschreven blaadje Utrechtse amusementsgeschiedenis te zijn.  

-Je bent gepromoveerd in de cultuurgeschiedenis met als specialisatie populaire muziek. Vanwaar deze interesse?
Die zit er al van jongs af aan in. Opgroeiend in de 1960s wees mijn oudere broer de weg naar de piratenpopstations, de nieuwe singles en sounds en de toonaangevende namen. Op pianoles was alleen klassiek aan de orde. Op balletles hield de muziek hooguit het tempo erin. Popmuziek bood de vrijheid van beleven en deelnemen. Via de nodige omwegen heb ik er mijn vak van gemaakt om populaire muziek en dans te onderzoeken en te schrijven over de nieuwe inzichten die dat oplevert. Ik probeer dat op een toegankelijke manier te doen voor een breed publiek, ook al is het onderwerp nog zo obscuur. Daar bij die molen is mijn tiende boek, het elfde staat op stapel en het twaalfde zit al in mijn hoofd. Ik kies telkens een heel ander onderwerp. Dan blijft het spannend.

-Hoe bekend was Jan van Laar in zijn tijd, als komiek en liedjesschrijver?
Is niet te meten. In zijn beste tijd maakten regionale en soms ook nationale kranten melding van optredens. Daaraan kun je afleiden dat de act opviel in het variétébedrijf. Jan van Laar schreef zijn teksten zelf en hij knipte en plakte de muziek van zijn liedjes bij elkaar, maar hij is nooit boven het artistieke maaiveld uitgekomen. De grote namen van tijdgenoten waren Louis Davids, Koos Speenhoff en Jean Louis Pisuisse. In de tijd van ‘Daar bij die molen’ (hit in 1935) was niemand geïnteresseerd in de maker achter de schermen. Het ging om de artiest die zichtbaar, hoorbaar, tastbaar was voor het grote publiek. Dat was en bleef en is nog steeds de norm in de populaire-muziekwereld, denk maar aan Elvis of dichter bij huis Borsato.

-Zijn vader was molenmaker/timmerman. Jan was ook voorbestemd om molenmaker/timmerman te worden. Wat deed hem besluiten om 'humorist/artiest' te worden?
Die voorbestemming gold van oudsher voor oudste zonen van vaders in vrije beroepen en ambachten, maar dat was in Van Laar’s vormende jaren al flink aan het veranderen. Hij heeft geen dagboeken en brieven nagelaten, dus ik kan het niet met zekerheid zeggen, maar mijn inschatting is dat zijn ontmoeting met Betsy van Schalkwijk cruciaal is geweest. Betsy stond al op de planken toen zij en Jan een stel werden en samen verder gingen als Duo. De liefde, dus. Daarbij zal het een rol gespeeld hebben dat het amusementsbedrijf enorm in de lift zat.

-Waar heeft hij het vak van humorist/liedjesschrijver geleerd?
In de praktijk, in Amsterdam, hoofdstad van het internationaal georiënteerde amusement dat rond 1900 sterk in opkomst was. Er bestonden nog geen opleidingen zoals de Kleinkunstacademie of de afdeling Lichte Muziek op conservatoria. De wildgroei en misstanden in het onbeschermde beroep van variétéartiest hebben de hoger opgeleide Van Laar gemotiveerd om er wat aan te doen. In het bestuur van Buma was hij in 1939 de eerste die de auteursrechtelijke belangen van liedjesschrijvers behartigde. Hij brak baan voor de gewaardeerde positie die songwriters in onze tijd en cultuur hebben.

-Hij is vooral bekend vanwege het lied 'Daar bij die molen'. Is hij daar rijk van geworden?
Nee, maar echt arm is hij ook nooit geweest. Uit zijn latere lijfspreuk ‘Verkoop nooit je rechten!’ kun je afleiden dat hij contractueel niet de beste keuzes had gemaakt. Toen het eropaan kwam hád hij ook bar weinig keus. Hij mocht blij zijn dat Willy Derby zijn nummer wilde brengen. Een hit in de crisisjaren betekende overigens niet dat er vanzelf een interessante verkoop aan vastzat van bladmuziek of platen. De hitstatus was een combinatie van bekendheid bij het grote publiek dankzij radio, van de hoeveelheid coverversies door andere populaire artiesten en van hergebruik als melodie voor nieuwe (gelegenheids)teksten. Een andere aanwijzing: hij woonde destijds op een etage in Amsterdam en is niet meer verhuisd.

----  

De presentatie van het jaarboek is op 28 november. Lees meer 

Boekgegevens:
L. Mutsaers, Daar bij die molen - een vergeten artiest en een perfecte soundbite, Soest 2021. ISBN: 9789464313031.

Afbeelding: Ingekleurde foto-ansichtkaart van de Steenweg tussen 1905 en 1911. De man in het zwart op de stoep midden-rechts staat voor nummer 50 waar van 1903 tot in 1907 de winkel van Jan van Laar was gevestigd. Fotocollectie Het Utrechts Archief, cat.nr. 2539.