Nieuws

Aftrap Vuelta én eerste wielerwedstrijden in Utrecht, op het Vredenburg!

De hele stad is versierd voor de Vuelta, de toeschouwers staan op 18 augustus samengedrongen op het Vredenburg voor de ploegenpresentatie. Op 31 augustus 1885 was het Vredenburg ook zo goed bezet, voor de eerste Utrechtse wielerwedstrijd op een wielerbaan van verbrijzeld kiezelzand van 250 meter. Charley Bingham, een van de oprichters van de ANWB, werd winnaar van Provincie Utrecht op de hoge bi, het vervaarlijke rijwiel met ultrahoog voorwiel waarop, wanneer eenmaal op gang, wordt rondgeraced alsof het niets is. De Delfshavense Pim Kiderlen won meerdere races. 

Als op 1 juli 1883 in het etablissement Buitenlust aan de Maliebaan de Nederlandsche Vélocipède Bond wordt opgericht, die een jaar later zijn naam wijzigt in Algemene Nederlandsche Wielrijders Bond, met zijn eigen bondsblad De Kampioen, bestaat er nog niet zoiets als wielersport, maar het valt uitdrukkelijk binnen de doelstellingen van de nieuwe bond om die te propageren. De matige staat van de Nederlandse wegen doet de wens ontstaan van een eigen bonds-wedstrijdbaan. Het aanpassen van de paardenbaan op de Bussumse hei voor wielerwedstrijden blijkt te kostbaar, hetzelfde geldt voor het plan om in 1884 wedstrijden te houden op het Vreeburg. Toch komt van uitstel geen afstel, een jaar later is het Vreeburg wel degelijk het toneel van zo’n evenement. 

Charley Bingham 

‘Malle toneeltjes’ op het Vreeburg
De ANWB heeft vanaf april 1885 al wielerwedstrijden georganiseerd op de Wassenaarscheweg in Den Haag en op het Vrijthof in Maastricht en op de speciaal aangelegde bondswielerbaan in Nijmegen, als Utrecht in het najaar alsnog meedoet. De vijfde verjaardag van prinses Wilhelmina op 31 augustus is een ‘volksfeestdag’ van de Vereeniging tot Veredeling van Volksvermaken, met als onderdeel wielerwedstrijden op het Vreeburg, georganiseerd door de Utrechtsche Vélocipèdeclub, de eerste Utrechtse wielervereniging. De hele stad is versierd, de toeschouwers staan samengedrongen op het plein, en met de wielerbaan is het passen en meten: ‘Het is onmogelijk gebleken de baan, die, door verbrijzeling van het kiezelzand gemakkelijk te berijden is, langer dan 250 meter te maken.’ De jonge Pim Kiderlen uit Delfshaven, de eerste Nederlandse wielercrack die naarstig begonnen is overwinningen aaneen te rijgen, wint meerdere races, en Charley Bingham, de Utrechtse Engelsman en medeoprichter van de bond, wordt de eerste Kampioen van de Provincie Utrecht, op de ‘hoge bi’, het vervaarlijke rijwiel met ultrahoog voorwiel waarop, wanneer eenmaal op gang, wordt rondgeraced alsof het niets is. Als er een jaar later op 30 augustus bij de ‘Prinsessefeesten’ weer wedstrijden zijn op het Vreeburg, is het provinciaal kampioenschap voor Eduard Adriaan Koch, een 17-jarige lokale student geneeskunde. Hij zal een paar jaar aardig meedraaien in het nationale wielercircuit en kan doorgaan voor de eerste Utrechtse wielrenner. De vorm van de baan zorgt deze keer voor een vrolijke noot: een voetbrug ‘moet het genot der toeschouwers niet weinig hebben verhoogd: de rijders waren namelijk genoodzaakt te bukken om er heelhuids onder door te komen, wat vooral in een nummer van veertien deelnemers op hooge bicycles tot malle toneeltjes aanleiding gaf’. Zo wordt één ding al snel duidelijk: hardrijden op een geïmproviseerde baan op dit stadsplein is niet de beste manier om wielerwedstrijden te houden. Aan het einde van de dag was ‘het tracé één hobbelde-bobbel van vastgeloopen klei’. Na 1886 wordt het Vreeburg dan ook niet meer gebruikt. En zonder baan, en vrijwel zonder wielrenners, wordt Utrecht vooralsnog geen echte wielerstad. 

Kampioenschap wielrennen op de wielerbaan van het Utrechtsche Sportterrein terrein bij het Hogelandse Park te Utrecht 1895

Kampioenschap wielrennen op de wielerbaan van het Utrechtsche Sportterrein terrein bij het Hogelandse Park te Utrecht 1895.

Inschrijvingbiljet wielerwedstrijden utrecht 30 augustus 1886

Programma wielerwedstrijden 30 augustus 1886

Plannen die sneuvelen
In 1888 verwerft de gemeente Utrecht aan de oostelijke stadsrand zowel de grond van het Hoogeland van de familie Ram als het Oudwijkerveld van Baron van Boetzelaer van Oosterhout. Niet lang hierna gaat een voorbereidingscommissie aan het werk onder leiding van mr. A.J. Labouchère, voorzitter van de Studenten Vélocipède Club van het Utrechtsch Studenten Corps, om te zien of de grond ook kan worden benut voor de aanleg van een sportterrein. Deze commissie komt in 1892 met het voorstel voor een sportcomplex van zo’n 28.000 m2 op het Oudwijkerveld: ‘De wielerbaan zou 500 M. en de renbaan 600 M. lang kunnen worden, terwijl het middenterrein wordt ingenomen door lawntennis-,  voetbal- en criquetvelden. De renbaan is met lagere oppervlakte aangegeven dan de wielerbaan, zoodat de eerste, die om de laatste heen is geprojecteerd, onder water kan worden gezet en als ijsbaan gebruikt.’ Maar in november 1892 ketst het plan af in de gemeenteraad: de aan de gemeente gevraagde investering gaat te ver en druist bovendien in tegen het met Van Boetzelaer bij de aankoop overeengekomen ‘bestemmingsplan’ van het Oudwijkerveld als volkswandelpark - dat inderdaad in 1888 als het Wilhelminapark zal worden geopend. Toch verdwijnt het plan van Labouchère cum suis niet in de prullenbak. Het wordt opgepikt door een particuliere onderneming die het als basis gebruikt voor een nieuwe variant: uitbreiding met een wielerbaan van een al bestaand tenniscomplex oostelijk van de Ridderschapsvaart aan de Biltsche Straatweg. In maart 1894 begint een bijdrage in De Kampioen met een hartgrondig ‘Goddank, eindelijk!’: er zal begonnen worden met de bouw, met een verwachte opening al op 1 juni. Maar dat is te vroeg gejuicht. De militairen liggen dwars vanuit Fort De Bildt, onderdeel van de Hollandse Waterlinie: wijzend op de Kringenwet van 1853 verbiedt het Departement van Oorlog een wielerbaan op die plek, want hij zal met zijn opgehoogde bochten precies in het schootsveld liggen van hun fort.

Een baan op de Oudwijker Eng
De ‘projectontwikkelaar’ bezig in Utrecht-Oost is Franciscus Johannes Moerkoert, een succesvolle specialist in sierstucwerk en tuinversiering. Hij woont vanaf 1881 in een zelfontworpen villa aan de Oudwijkerlaan, die ook dient als showroom, met rotspartijen en tufstenen creaties. Hij is al sinds 1887 in overleg met de gemeente over de ontwikkeling van het gebied als hij in 1895 van de familie Vermeulen het stuk grond koopt tussen het Oudwijkerveld en de Ridderschapsvaart dat bekend staat als de Oudwijker Eng. Het is een agrarisch gebied, met veeteelt en boomgaarden, dat loopt tot aan de Minstroom en dat in het weekend ook populair is bij wandelaars uit de stad. Moerkoert heeft een partner in de Utrechts-Duitse zakenman Wilhelm Willé, maar als die overlijdt neemt zijn weduwe Adriana Rudolph diens aandeel over. De twee partners, eerst alleen nog maar ‘een particuliere onderneming’ van ‘een paar Utrechtsche ingezetenen’, zaten al achter de gestrande plannen van het sportterrein aan de Biltsche Straatweg. Ze raken met naam en toenaam bekend door toedoen van het Algemeen Handelsblad dat hen vermeldt als “de beide heeren F. J. Moerkoert en R. Wille”, als zij in oktober 1894 hun Plan B presenteren in de vitrines van de rijwielzaak van J.J. Goettsch aan de Viestraat. De Oudwijker Eng meet ruim 8 hectare, dat is bijna drie keer zo groot als in het plan-Labouchère voor een sportterrein werd voorzien, en die ruimte wordt volledig benut. Er komt een grote wielerbaan van 500 meter lang, 7 meter breed, in de bochten 2,5 meter hoog, aangelegd met gewapend beton ‘volgens het systeem-Monier’ zoals ‘voor de beste wielerbanen in het buitenland gebruikelijk’ is. In het middenveld komen tennisvelden. Verder is er ruimte beschikbaar voor concours hippiques, cricket, voetbal en ’s winters schaatsen, en aan de zuidzijde, tegen de Minstroom, komen zwembaden apart voor dames en heren. In mei 1895, een maandje later dan gepland, komt het complex inderdaad beschikbaar. De verwachtingen zijn hoog gespannen. 

Jaap Eden op de wierbaan in het Willemspark Amsterdam

Pieter Gerrit van Appel en Johannes Pieter Smit

De opening, mei 1895
De inwijding van de Utrechtse wielerbaan staat op de agenda voor 19 mei 1895, maar de weersverwachting is dermate slecht dat de wedstrijden worden uitgesteld. Als het weer op de dag zelf wel blijkt mee te vallen, houden een paar aanwezige rijders voor een handvol publiek wat wedstrijdjes, maar de officiële opening volgt op Hemelvaartsdag, 23 mei. De fine fleur van het Nederlandse wielrennen komt erop af. Jaap Eden, tweevoudig wereldkampioen allround schaatsen en wereldkampioen baanwielrennen en dan 21 jaar, wint de openingsrace over 1 mijl. Maar daar laat hij het niet bij: later op de dag zegeviert hij ook nog eens in een race over dezelfde afstand om het Sportterreinschild, en aan het eind van de dag in een langeafstandswedstrijd over 25 kilo meter om het Kampioenschap van het Sportterrein. Er wordt inmiddels geraced op safeties of ‘veiligheidswielers’, de moderne fiets met twee even grote, kleinere wielen en een ketting-aangedreven achterwiel. Hij is vooral veilig, voor racers zowel als dagelijkse gebruikers, omdat de voeten veel dichter bij de grond komen en zo valpartijen kunnen worden vermeden. Zo’n 1200 toeschouwers op de volgepakte tribunes genieten. De volgende wedstrijden vinden plaats op 30 juni, met opnieuw een sterk rennersveld. Deze keer is de opkomende Limburgse langeafstandsspecialist Matthieu Cordang meervoudig winnaar. De 24-jarige Pieter Gerrit van Appel en de 22-jarige Johannes Pieter Smit, allebei lid van de in 1893 opgerichte vereniging De Utrechtsche Wieler Sociëteit, die de baan vaak benut, zijn de beste lokale renners. Directeur Moerkoert houdt van experimenten. Op 21 juli organiseert hij als great attraction ‘een wedstrijd te paard, tusschen Miss Annie Wilson en den Belgischen velocipedist Bruintjes, over 2000 Meter. (De Alg. Ned. Wielrijdersbond had den leden verboden aan dezen wedstrijd deel te nemen, op straf van intrekking van hun rijbewijs). Miss Wilson reed op een haar geheel vreemd paard op een heerenzadel, gekleed in een Mexicaansch costuum, zooals de leden van den troep van Kolonel Cody (Buffalo Bill) gewoonlijk droegen. De wielrijder kreeg een voorgift. Miss Wilson zette haar paard in galop, doch vermocht in het eerst den wielrijder niet op zijde komen. Wellicht ware haar dit ten slotte toch gelukt, toen het paard zoo diep in den drassigen bodem zonk dat het stortte, zijn berijdster in zijn val medeslepende. Gelukkig had dit ongeval voor Miss Wilson geen nadeelige gevolgen, doch de wedstrijd werd natuurlijk gestaakt.’ Een week later geven de twee als goedmakertje op de baan een fotosessie en op 11 augustus in Maastricht rijden ze voluit, met Miss Wilson als winnares. Eervol voor Moerkoert en zijn baan zijn de ‘Bondsfeesten’ op 10-11 augustus, een jaarlijks groot meerdaags toernooi van de A.N.W.B., geldend als de Nederlandse kampioenschappen. Ze zijn de vier voor afgaande jaren steeds op de fraaie bondsbaan in Arnhem gehouden, de opvolger van de al gauw tekort schietende Nijmeegse baan en de thuisbaan van Jaap Eden. Utrecht snoept de kampioenschappen nu af van die concurrentie. Jaap Eden is er natuurlijk weer bij, hij haalt de drie belangrijkste nummers binnen: de 3 mijl om het gesponsorde Eagle Sport Chocolate Shield en tweemaal de binnen het bondstoernooi traditionele wedstrijden om het Kampioenschap van het Vasteland, over 1 mijl en over 10 kilometer. De dames van de Utrechtsche Dames Safetyclub, opgericht op 1 februari 1893 als een van de eerste dameswielerclubs van het land, sponsort een wedstrijd over 1 kilometer met als hoofdprijs een ‘eeresjerp’, gewonnen door het 18-jarige Amsterdamse talent Paul Langeveld, die er ongetwijfeld bij geglunderd zal hebben. De lokale rijders komen er te midden van dit geweld niet aan te pas, maar zij kunnen zich uitleven als laat in het seizoen, op 29 september, het Kampioenschap van de Utrechtsche Wieler Sociëteit wordt verreden: P.G. van Appel wint. Het hoge niveau van de wedstrijden in het eerste jaar van het Utrechtsche Sportterrein kan een jaar later niet helemaal gehandhaafd worden. De bondsfeesten worden toegewezen aan een nieuwe baan in Tilburg en Jaap Eden is naar wielerwalhalla Frankrijk vertrokken. Toch betekent dit niet dat wat er wordt geboden, helemaal geen belang heeft, integendeel.

Artikel van Wim Zonneveld in Tijdschrift Oud-Utrecht 2017. Zonneveld was van 1968 tot 2014 verbonden aan het departement Engelse Taal en Cultuur aan de Universiteit Utrecht. Publiceert nu over sportgeschiedenis, o.a. in De Sportwereld en op www.sportgeschiedenis.nl
Het artikel is als pdf toegevoegd.

Bijlage(n)
Jaap Eden op de Oudwijker Eng