Werk aan de werf
Nergens op de wereld zijn grachten met hun werven te vinden zoals in Utrecht. Om de werven voor de toekomst te behouden, moeten we goed voor ze zorgen. De gemeente Utrecht start met een nieuwe aanpak hiervoor. Een programma voor de komende circa dertig jaar met een uitvoeringsplan voor de komende drie jaar.
Oudegracht
Werf en werfkelder Stadhuisbrug
Herstel Maartensbrug
Oudegracht met Smeebrug
Stadskelder in huize Keiserrijk
Oud-Utrecht zette zich vanaf 1923 in voor de bescherming van 'monumenten van geschiedenis en kunst en stedenschoon'. In de gemeentelijke Bouwverordening bestond op dat moment nog geen regeling voor de bescherming van dergelijke monumenten. Het bestuur van Oud-Utrecht verzocht B&W dan ook om een monumentenverordening op te stellen, hetgeen meteen werd toegezegd. De verordening ging op 12 december 1928 in werking en werkt tot op vandaag. Tussen 1929 en 1932 ijverde Oud-Utrecht om de eigenaren van de werven tot samenwerking te bewegen, ter verbetering van werven en werfmuren. Vanaf 1949 startte de gemeente Utrecht op instigatie van Vereniging Oud-Utrecht met de onteigening en vervolgens restauratie van de Utrechtse werven, kademuren en werfmuren.
Oudegracht
Eerste gerestaureerde werfkelders (1947)
Restauratie jaren 50
Werven en werfmuren tot 1957, door Willem Stooker
Een belangrijk aspect van onze oude stad heeft altijd mijn interesse gehad: de werven en werfmuren. Voor 1940 werd er reeds een controle gehouden op de toestand waarin de balies verkeerden, vooral wanneer er feesten op komst waren, die zich veelal in de omgeving van het Stadhuis en de Stadhuisbrug plachten af te spelen. Bouwtoezicht zorgde dan voor de nodige aanschrijvingen aan de diverse eigenaren en hield er zorgvuldig oog op, dat herstellingen e.d. ook inderdaad werden uitgevoerd. Reeds in 1899 had de toenmalige plantsoenmeester een rapport uitgebracht, waarin hij voorstellen deed om tot verbetering van de toestand te geraken.
Onze Vereniging zette zich ervoor in om de zaak in goede banen te leiden door te trachten in de jaren 1929-1932 de eigenaren van de percelen langs de grachten tot elkander te brengen om tot een zekere vorm van samenwerking te komen ter verbetering van de toestand. In 1941 gaf de Utrechtse Welstandscommissie adviezen, die inhielden, dat er getracht zou moeten worden een regeling te treffen om de werven in eigendom te verkrijgen, desnoods door onteigening. Wanneer men eenmaal zover was, zouden de werven en werfmuren op een verantwoorde wijze kunnen worden hersteld. In 1950 heeft deze onteigening eindelijk haar beslag gekregen. Alle werven werden nu eigendom van de gemeente. De werven en kademuren konden nu onderhanden worden genomen. Met de werfmuren en balies lag het echter moeilijker want deze bleven particulier bezit. De gemeenteraad besloot de eigenaren voor te stellen de werfmuren in de toestand, zoals zij waren, aan de gemeente over te dragen tegen betaling van een bedrag, waaruit het onderhoud in de toekomst betaald zou kunnen worden. Het gebruik van de werven zowel als van de uitgangen in de werfmuren bleef dan voor de eigenaren gelijk; de gemeente zou dan in de toekomst zorgen voor het onderhoud en de verdere instandhouding.
De eerste werfmuur, die met medewerking van het Utrechts Monumenten Fonds werd hersteld (in 1943) was die van het perceel Oudegracht 161.
Willem Stooker (1892-1983) was vanaf 1917 tot 1957 werkzaam voor de gemeente Utrecht als hoofdopzichter en hoofdarchitect bij restauratiewerkzaamheden aan bouwwerken en archeologische opgravingen. Bij zijn afscheid als hoofdarchitect van gemeente Utrecht, op 22 april 1957, heeft Oud-Utrecht Willem Stooker tot erelid benoemd. Hij werd opgevolgd door ir. C. L. Temminck Groll. Stooker bedacht de lantaarnconsoles die bij de restauratie onderaan de lantaarns kwamen.
Vervolg restauratie werven 1957-1973, door W. Thoomes
Niet voltooid werd de restauratie van Utrechts meest unieke monument: de werven langs de oude grachten. Dat viel ook nauwelijks te verwachten bij een zo omvangrijk werk. Toch vorderde het herstel regelmatig. De werven en walmuren - die in de vijftiger jaren geheel eigendom van de gemeente waren geworden - kwamen gereed, de werfmuren volgden stukje voor stukje.
Veel eigenaren bleken - ondanks regelmatige acties door de gemeente - niet bereid tot overdracht van hun meters werfmuur. Hoewel - uitgaande van een jaarlijks te realiseren programma van ongeveer 75 meter werfmuur - nog tot rond 1990 moet worden gewerkt om alle nog niet gerestaureerde werfmuren te kunnen herstellen, kon in het begin van de zeventiger jaren toch worden gezegd, dat van de zeer verwaarloosde toestand, waarin dit monument nog rond 1950 verkeerde, weinig meer viel te merken.
Rond 1975 ontstond een vijfjarenplan om met subsidie van het Rijk in één keer het resterende werk aan de muren te doen. Tussen 1979 en 1985 is dit werk uitgevoerd. In de jaren negentig vond een grote hersteloperatie aan monumentale bruggen plaats.
Nieuwegracht tijdens de restauratie (1976)
Oplevering werfmuren (1985)
Restauratie Vollersbrug (1996)
Vervolg restauratie werven, werfkelders en muren, volgens Nieuwe aanpak voor herstel werven
Van 1992 tot 2002 werden honderden werfkelders hersteld en waterdicht gemaakt door de Stichting Herstel Werfkelders. In deze stichting voor gezamenlijk opdrachtgeverschap waren eigenaren en gemeente vertegenwoordigd, en zijn 500 van de 700 kelders hersteld.
In 2008 startte het project Wal- en Kluismuren (WKM) om de meeste walmuren langs de Oudegracht, Nieuwegracht, en Kromme Nieuwegracht te vervangen en de kluismuren te renoveren. Vanwege de toenemende complexiteit en complicaties in de benodigde projectbeheersing werd het project in 2019 grotendeels stilgelegd.
Tips
De Lantaarn Spreekt, gids met vijf wandelroutes en een vaarroute langs alle lantaarnconsoles aan de Utrechtse grachten. Zie verder.
Werk aan de Werf, programmaplan voor herstel van de werven. Lees meer.